Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Altijd weer die buisstoelen

Gispen is een van de oudste nog actieve meubelmakerijen van Nederland. Maar het bedrijf dat bekend werd met de buisstoel, verkeert in zwaar weer. Een fusie met concurrent Ahrend liep spaak. “Wij willen geen dozenschuiver worden.”

Peter Veer verontschuldigt zich voor de bende op zijn bureau. “Dat heb je, als je secretaresse er een week niet is,” zegt hij met een brede grijns. De tafel onder de berg papier is mooi ontworpen. Sober, strak, zo op het oog uit dezelfde serie als de vergadertafel achter in de werkkamer. Komt natuurlijk uit de fabriek hier in Culemborg. “Nee, nee. Dit is niet van Gispen,” zegt Veer met enige schroom. “Dit is Duits. Rosenthal, als ik het goed heb.” Dat hadden we niet gedacht. De directeur van Gispen, Neerlands oudste en bekendste kantoormeubelproducent, stuurt zijn bedrijf aan vanachter een Duits bureau. Hoe zit dat? Veer kan het wel verklaren. Deze set stond ooit in een Belgische showroom en zou daarna ergens in een opslaghok verdwijnen. Veer vond dat zonde. “Als je op de centen moet letten, moet je creatief zijn.” Veer heeft geen gemakkelijk jaar achter de rug. In februari kocht hij zich met drie mededirecteuren los van het moederbedrijf Skandinavisk. De Denen wilden af van hun meubeltak, en een management buy-out was volgens Veer de enige manier om de continuïteit van ‘dit prachtige bedrijf’ te behouden. “Skandinavisk wilde ons bij opbod aan de hoogste bieder verkopen,” legt hij uit, terwijl hij plaatsneemt aan de Rosenthal-tafel. “Als we ons niet hadden losgekocht, waren we misschien wel in handen gekomen van een Amerikaanse stripper. Die haalt al het geld uit het bedrijf en zegt vervolgens: bekijk het allemaal maar daar in Culemborg.” Nog geen zes maanden later werd bekend dat concurrent Ahrend belangstelling had voor een overname. Bij Gispen gingen de boeken open voor een due diligence onderzoek. Het bedrijf draait een omzet van vijftig miljoen euro, maar maakte in het laatste financiële jaar geen winst. De eisen die Ahrend op tafel legde waren dan ook behoorlijk streng. Na maanden onderhandelen haakte Veer twee weken geleden af. De identiteit, de naam en de marktpositie van het bedrijf konden onvoldoende door Ahrend worden gegarandeerd, luidde de officiële reden. Ontslagen bij de vestiging in Culemborg, waar 130 man werkt, waren niet van de lucht. “Sneller en in grotere aantallen dan wij eerst hadden gedacht,” verzucht Veer. “Als wij geen design to order principe meer kunnen handhaven, word ik een dozenschuiver zoals er al zo veel zijn in Nederland.”
Hoelang de continuïteit van Gispen na dit debacle is verzekerd, is nog maar de vraag. Winst is er niet, maar omzet is er genoeg. Eerder dit jaar sleepte Veer een mega-order van de Europese Commissie binnen. Gispen mag de komende vijf jaar het vernieuwde pand van de Commissie in Brussel voorzien van kantoormeubilair, ruim 15.000 werkplekken. Er is 25 miljoen euro mee gemoeid. Beneden in de fabriekshal in Culemborg wijst Veer op een partij ingepakte tafelbladen. Dat zijn ze. Maar de vraag of Neelie Kroes straks achter dit bureau zit moet Veer ontkennend beantwoorden. “De top van de Commissie krijgt bureaus van een ander bedrijf.”

Beleving

Hoewel Gispen nu uitsluitend bureaus en kantoorkasten maakt, verwierf het merk roem in de jaren dertig en veertig met de productie van woningmeubelen. De buisstoelen zijn daarvan wel het bekendst geworden. Eind jaren zestig werd dit deel van de productie in licentie uitgegeven aan een ander bedrijf. Gispen richt zich sindsdien volledig op de markt voor kantoormeubelen. En niet zonder succes. “Er zijn zes gangbare kantoorinrichtingen in Nederland,” weet Veer. “Drie daarvan zijn door Gispen ontworpen.” (voor kenners: het Meos-kantoor, het Kokon-kantoor en een mengvorm zonder naam). In Nederland is Gispen na Ahrend en Samas de derde producent met een marktaandeel van ruim 7 procent. In België, waar het bedrijf een nevenvestiging heeft staan, is Gispen weer groter dan Ahrend. De kracht van Gispen zit volgens Veer in het principe design to order. Het bedrijf is klein, maar is daardoor uitermate geschikt voor maatwerk. Zeg maar: de middelgrote orders waar mastodonten in de sector met hun standaard productielijnen geen raad mee weten. Los van de order uit Brussel produceren de meubelmakers in Culemborg partijen waar de individuele voorkeuren van de klant in zijn verwerkt. Kantoorproducten die Gispen niet zelf maakt, worden ingekocht. “Het is maar goed dat we nu geen stoelen meer produceren,” zegt Veer. “Die kopen we nu in. Het voordeel is dat ik een grotere keus heb. Als je zelf stoelen maakt, ben je toch altijd je eigen product aan het pushen.”
Het kantoor in Culemborg is tevens ingericht als showroom. Dat werkt als een tweetrapsraket. Op de eerste verdieping laat Veer zijn klanten eerst bepalen wat voor sfeer ze eigenlijk zoeken in hun kantoor. Hip (paarse plastic kuipstoelen, ruige witharen tapijten), natuurlijk (veel aardkleuren en hout), of strak. Vervolgens leidt hij zijn bezoekers naar de tweede verdieping waar de bijpassende bureaus, kasten en stoelen staan opgesteld. “Als je een klant eerst die kantoorplekken zou laten zien, wijzen ze meteen aan wat ze mooi vinden,” legt Veer uit. “Ik laat ze eerst bepalen wat voor beleving ze met hun kantoorinterieur willen oproepen. Die meubels komen later wel.” In een zaal op de begane grond, pal naast de receptie, kan de bezoeker zich vergapen aan de buisstoelen uit een ver verleden. Altijd weer die buisstoelen. Wat hebben die met het bedrijf van nu te maken? Gispen pronkt met de naamsbekendheid van deze publieksitems, geeft Veer toe. Maar hij spreekt liever over ‘cultuur’ dan over vergane glorie. “Natuurlijk zetten we de bekendheid van die stoelen in voor onze campagnes. Maar die stoelen belichamenen ook waar Gispen voor staat. Onze ontwerpers hebben altijd een eigenwijs idee gehad over design, vormgeving en materieelgebruik.” Hij denkt even na. “Ik hoor de term niet graag, maar je kunt zelfs spreken van gereformeerd design. Simpel, eerlijk. Zonder opsmuk, zonder tierelantijntjes.” Ben van Berkel, ontwerper van de Erasmusbrug in Rotterdam, levert binnenkort een nieuw ontworpen tafel met de naam Sum af bij Gispen. De onthulling wordt gecombineerd met de opening van een Gispen-museum, waar een deel van het kantoorpand in Culemborg voor is gereserveerd. De band met de familie van de oprichter is nog springlevend. De tweede vrouw van Willem Hendrik Gispen (1890-1981) komt de opening doen. Gispen, die een hekel had aan serieproductie, verliet in 1949 zijn bedrijf dat zich vervolgens in toenemende mate op series zou richten. “Als een klant een lamp nodig had, bedacht de oude mijnheer Gispen een lamp,” aldus Veer. “In Rotterdam richtte hij een cruiseschip in. Daar bedacht hij dan meubels voor. Het grappige is dat we nu weer terug zijn bij dat uitgangspunt. Onze ontwerpers bedenken kantoorinrichtingen. Een deel produceren we zelf, en wat we niet zelf maken, kopen we in of laten we elders ontwerpen. ”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

India

Het resultaat is te zien in het ministerie van Onderwijs, dat eind vorig jaar verhuisde van Zoetermeer naar de Hoftoren in Den Haag. Transparantie is het toverwoord. De kantoorruimtes worden afgewisseld met ‘ontmoetingsplekken,’ en koffiecorners, in overleg ontworpen door bureau Trude Hooykaas. Ruim vijfhonderd klassieke Gispen-vergaderstoelen werden geplaatst. Gispen ontwierp zelfs buitenbureaus voor de binnentuin. Dit soort projecten zijn de krenten uit de pap voor een bedrijf als Gispen. Maar de toekomst van de kantoormeubelmarkt, zo weet Veer maar al te goed, ziet er niet florissant uit. Het netto aantal werkplekken in Nederland neemt de komende jaren volgens hem alleen maar af. Bijvoorbeeld door een fenomeen als flexwerken. Ook verdwijnen veel witteboordenbanen naar landen waar Gispen niet actief is. “De KLM verplaatst administratieafdelingen naar India,” vertelt Veer. “ABN Amro opent callcenters in Zuid-Afrika. En als die werkplekken hier niet meer worden bemand, worden ze ook niet meer om de tien jaar vernieuwd.” Met andere woorden: Gispen móet meer omzet halen op de buitenlandse markt om het verlies op de thuismarkt te compenseren. Veer richt zijn pijlen op Engeland en Amerika. Vooral van die laatste markt schudt hij de cijfers moeiteloos uit zijn mouw. “Er gaat 7 miljard euro in om. Zo’n 40 procent wordt geregeerd door prijs, hier in Nederland is dat 15 procent. En in 10 procent van de Amerikaanse kantoormarkt speelt special design een rol.” Hij laat de cijfers even bezinken. “Ik denk: laten we nou eens beginnen met twee procent van die markt.” Zijn ogen glinsteren. “140 miljoen euri!”