Iedere werkgever heeft de mond vol van de strijd om het schaarse talent. Maar alleen zoeken is niet genoeg. Vijf misverstanden rechtgezet.
1. Talent is onveranderlijk
Voor zo'n 30 tot 40 procent zijn zaken als IQ, persoonlijkheid en dus ook talent genetisch bepaald. Dat wil zeggen dat 60 tot 70 procent bepaald wordt door persoonlijke ervaringen.
2. Als je talent hebt, hoef je niet je best te doen
Aanleg is een factor in de ontwikkeling, maar zeker niet de enige. Talent kan pas tot wasdom komen als je er minstens 10.000 uur in steekt, zo blijkt uit onderzoek van Anders Ericsson.
3. Iemand met talent kan alles
De term talent wordt vaak veel te algemeen gebruikt. ‘High potentials' zijn wat ze zijn: potentie. Of ze ook in uw organisatie succes zullen hebben, hangt sterk af van de omgeving die u voor hen creëert. Ervaring en arbeidsverleden zijn daarin slechte voorspellers.
4. Met kwaliteit komen prestaties vanzelf
Geef een toptalent onduidelijke verwachtingen en tegenstrijdige feedback, en zijn prestaties zullen afnemen. Een slecht systeem kan "een genie op een idioot doen lijken", vat Stanfordprofessor Jeffrey Pfeffer kernachtig samen.
5. Talent kun je meten en voorspellen
Omdat talent niet onveranderlijk is, kun je het ook niet vastleggen in metingen, noch in voorspellingen. Als je al bij (top)sporters niet kunt voorspellen hoe ver ze komen, waarom zou je dat op de werkvloer dan wel kunnen?