Meesters in management
AT Osborne is een onafhankelijk managementadviesbureau voor opdrachtgevers binnen overheid en bedrijfsleven met ruimtelijke ontwikkelingsopgaven. Het bureau is in 1967 opgericht als dochteronderneming van Berenschot. Sinds 2003 is het eigendom volledig in handen van de medewerkers. AT Osborne heeft vestigingen in Utrecht, Brussel en Parijs.
AT Osborne is sinds vele decennia betrokken bij de oplossing van vraagstukken in de gebouwde omgeving. Of het nu gaat om huisvesting en vastgoed in gezondheidszorg, onderwijs en dienstverlening (publiek en zakelijk) of om infrastructuur, gebiedsontwikkeling en milieuvraagstukken. Vraagstukken in de gebouwde omgeving zijn vrijwel zonder uitzondering complex. Enerzijds door de vereiste combinatie van materiedeskundigheid op een groot aantal kennisvelden (technisch, juridisch, financieel, etc.). Maar toch vooral vanwege de betrokkenheid van verschillende belanghebbenden. Belanghebbenden die naast gemeenschappelijke belangen, ook conflicterende belangen (blijken te) hebben die productieve samenwerking danig frustreren. Een juiste mix van materiedeskundigheid en procesvaardigheid voorkomt dat een unieke ingreep in de gebouwde omgeving (once in a lifetime) voor ieder verwordt tot een nachtmerrie (eens maar nooit meer). Daarbij past geen algemene receptuur, maar slechts haute cuisine voor individuele fijnproevers.
Meesterschap door eenvoud
Complexe opgaven vragen om eenvoudige oplossingen. Directievoorzitter ir. drs. W.A.A.M. Demmers noemt als voorbeeld van eenvoud de met succes toegepaste een-op-eencontractering in het Utrecht Centrum Project (rondom Utrecht C.S. en Hoog Catharijne). Per definitie een complex project vanwege de reeds bestaande fysieke verwevenheid van winkelvoorzieningen, ov-infrastructuur, congres-/beursfaciliteiten en andere stedelijke voorzieningen zoals theater en bioscoop. Herontwikkelen kan daarom alleen met medewerking van/door samenwerking tussen alle betrokken partijen (met in de hoofdrollen: gemeente Utrecht, NS, Corio en Jaarbeurs). Voorheen is gepoogd dit te 'vangen' in één volledig uitgekristalliseerd contract, dat zodanig was vormgegeven dat iedere partij zich hierin kon vinden. Hierdoor was het mogelijk dat één partij de stekker uit het gehele project kon trekken, wat op een bepaald moment dan ook is gebeurd. Bovendien: hoe meer partijen, des te complexer de opgave en de contractstructuur. Succesvolle samenwerkingen zijn echter te herkennen aan de relatieve eenvoud van contracten. Na de doorstart van het project, enige tijd geleden, is dan ook op aangeven van (en uitgevoerd door) AT Osborne gekozen voor een-op-eencontracten, waarin diverse partijen onderling bilaterale ontwikkelingsovereenkomsten hebben afgesloten. Ook voor andere projecten een uitkomst!? Demmers: "Ik geloof niet in standaardreceptuur. Maar iedere dag 'fantasie van de kok' is ook weer overdreven. Ik nodig bij dezen graag alle publieke en private partijen, die zijn betrokken bij de Zuidas, uit voor een rondetafelgesprek om te proeven of met een aangepaste receptuur ook de Zuidas smaakvol kan worden bereid en opgediend. Ben ervan overtuigd dat het Amsterdam en Nederland wél zal bekomen."
Geen gaarkeuken
De aversie tegen standaardreceptuur typeert ook de recent ontwikkelde interim-managementpraktijk van AT Osborne. Demmers: "De huidige interimpraktijk in Nederland bestaat vooral uit groothandel waar je als klant 'goedkoop' voor al je tekort aan personeel, ook op managementniveau, terechtkunt. De groothandel bestaat uit uitzendbureaus met indrukwekkende (vooral qua aantal) cv's in de kaartenbak, waaruit naar behoefte kan worden gevist. Marktplaatsen voor opdrachtgevers die op zoek zijn naar interimprofessionals die hen souffleren (en hen reduceren tot een marionet). Tegenover de zijde van de groothandel floreert op de interim-managementmarkt de kleinhandel; zelfstandigen zonder personeel (zzp'ers) met wat aansprekend een hoge prijs-kwaliteitverhouding heet, maar in de praktijk letterlijk staat voor een hoge prijs met een lage kwaliteit. Er bestaat in Nederland op interim-managementgebied ook een tussenhandel: vooral ex-bestuurders die na een politiekbestuurlijke carrière tegen een Balkenende-hongerloontje, een 'Boer & Croon' op hun inkomenscarrière zetten. De mindere goden treft men in de tussenhandel wel aan in de kaartenbakken van de klassieke general consultants."
Op smaak gemaakt In aanvulling hierop stelt business manager Interim Executives drs. M.R.G.P. Mud: "De interim-managers ondergaan, evenals medewerkers in loondienst, een assessment.
We kijken vooral naar persoonlijkheidskenmerken die relevant zijn voor verandertrajecten zoals een flexibele persoonlijkheid die zich niet in zijn rol vastbijt. Het afstand kunnen nemen van zichzelf en in staat zijn tot reflectie. Beschikken over metacommunicatieve vaardigheden. Veel talen spreken en kunnen schakelen: weten welke taal in welke context moet worden gebruikt. Een sterk ontwikkeld eigen normen-en-waardenbesef (een authentieke persoonlijkheid). Beschikken over diagnostische vaardigheden (de klinische blik), en oog hebben voor 'verborgen identiteiten' van een organisatie." Mud geeft aan dat de externe collega's deel uitmaken van de AT Osborne Interim Executive Association. Deze stichting heeft een leerdoelstelling en is gekoppeld aan het Instituut Interventie Management (IIM). Mud: "Samen met onze associates en het Instituut met deskundigen als Arie de Ruiter en Leo Witvliet, willen we werken aan de ontwikkeling van het interim-managementvak, de interventiekunde." AT Osborne heeft interim-managers geselecteerd die willen blijven leren. Demmers: "We zitten niet te wachten op taaie mastodonten die menen dat ze aan het einde van hun carrière het vak van interim-manager wel op hun ruggenmerg kunnen doen."