Consultants en coaches liggen onder vuur. Ze zouden managers het geld uit de zak kloppen met intimiderend jargon. Of moeten die managers de schuld bij zichzelf zoeken?
Net als de ‘r’ in de maand, is de kritiek op adviseurs en coaches een terugkerend fenomeen. Om de zoveel tijd wordt de aanval geopend, zoals onlangs in verschillende publicaties. “Veel coaches verdienen te makkelijk hun geld,” zegt onderzoeker Paul Esveld van Cedeo, in NRC Next. Ans Tros, voorzitter van de Stichting Coach: “Mensen zonder enige opleiding spijkeren een bord voor de deur en noemen zich coach.”
Terechte kritiek?
In een boek krijgen de consultants ervan langs. De operationele managers ontwikkelen de beste strategieën, aldus Richard Koch en Peter Nieuwenhuizen in ‘Simply Strategy’. Maar ze laten zich overdonderen door externe professionals die met veel jargon komen binnenzetten en doen alsof strategie hun exclusieve bevoegdheid is.
Terechte kritiek? Zeker! Elke keer dat de aanval wordt geopend is het raak. Er zijn talloze onkundige consultants en coaches. Talloze adviseurs die als belangrijkste vaardigheid hebben dat ze hun klanten een goed gevoel kunnen geven. Die managers met boekenwijsheid naar de mond praten. À driehonderd euro per uur. “We hebben teveel troostconsultants,” zei topadviseur Hans Strikwerda ruim een jaar geleden nog in Management Team. Dat was de vorige keer dat de r in de maand was.
Maar wat te denken van managers met zwakke knieën die mensen inhuren om hun zelfvertrouwen op te vijzelen? Die adviesbureaus rapporten laten schrijven om hun eigen besluiten te rechtvaardigen? Die, kortom, troostconsultants om zich heen verzamelen en nog zo gek zijn om driehonderd euro per uur te betalen ook? Het aantal mensen dat een bordje met consultant of coach op de deur spijkert neemt nog steeds toe. Je kunt ze moeilijk ongelijk geven.