Ooit, eind negentiende eeuw, begon een ondernemende Fin een houtzaagmolen. Begin twintigste eeuw zat zijn bedrijf in de rubberproductie, enkele tientallen jaren later was het een Europese producent van telefoonkabels, en weer daarna ontwikkelde het zich tot multinational in consumentenelektronica.
Tegenwoordig is Nokia wereldmarktleider in de productie van mobiele telefoons.
Je zou het een organisch proces kunnen noemen, waarbij het management steeds heeft gezocht naar nieuwe markten en nieuwe activiteiten om de voorspoed van het bedrijf te waarborgen. Ondernemerschap noemen we dat ook wel. En het enige hout dat bij Nokia nog te vinden is, zit in de binnenwanden van de bedrijfssauna´s waar de Finnen hun werkweek uitzweten.Nu de accountant, ook een ondernemer tenslotte. Die heeft in de afgelopen halve eeuw zijn werkterrein eveneens uitgebreid: van zijn kerntaak jaarcijfercontrole naar consultancy op allerhande gebied, van fiscale zaken tot IT. Dat leverde wat problemen op vanwege belangenverstrengeling. De val van Arthur Andersen en het afstoten van veel IT-consultancydiensten door de andere grote accountingfirma´s waren het gevolg.
Daardoor is de ondernemer in de accountant in de problemen gekomen. Hij mag zich steeds minder met consultancy bezighouden en zijn kerntaak, de controle van de jaarcijfers van andere ondernemers, is de afgelopen jaren van een vruchtbare akker verworden tot een dor mijnenveld. De schandalen buitelen over elkaar heen, overal loeren huizenhoge schadeclaims en er zijn nauwelijks verzekeraars meer op deze wereld te vinden die de aansprakelijkheid van accountingfirma´s nog willen dekken. Wat zegt dan de ondernemer in de accountant?
We stoten gewoon onze controletaak af, dan zijn we dat mijnenveld kwijt en kunnen we ons – pettenprobleem opgelost immers – weer ongehinderd met consultancy bezig houden. En zo kwam Piet Hoogendoorn, voorzitter van de beroepsvereniging Nivra, onlangs naar buiten met de boodschap dat de vier groten van de wereldmarkt dit daadwerkelijk overwegen.
Ik heb het altijd wel gedacht: als de integriteit van de vrije markt érgens niet in goede handen is, dan is het wel bij ondernemers.