Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Column Leen Zevenbergen

‘Een elftal van vrienden levert betere prestaties dan een elftal van prima donna’s. Dat weet iedereen, maar toch zie je nog vaak teams die geformeerd worden uit specialisten. Topspecialisten, maar het is onvoldoende’

Never change a winning team. In de sportwereld hoor je dit vaak. Een team is aan de winnende hand en raakt langzaam maar zeker in een flow. Een toestand waarin alles lijkt te lukken, waarin het geluk wordt afgedwongen. Een situatie ook waarin onmogelijke prestaties worden verricht. Iedereen kent de voorbeelden: het Nederlands elftal dat Europees kampioen werd, de volleyballers die Olympisch goud wonnen en de roeiers van de Holland Acht die hetzelfde deden. Ook in het bedrijfsleven gaat dit op. Een bedrijf dat ineens de markt lijkt te veroveren. Dat van het ene op het andere moment het tipping point bereikt en doorbreekt. Dat ineens de ene na de andere order afsluit en niet meer kapot lijkt te kunnen. Zoiets duurt natuurlijk niet eeuwig, niemand kan ononderbroken in een flow blijven. De markt wijzigt, de topscorer scoort ineens niet meer, er ontstaat ruzie. Van het ene moment op het andere is de betovering verbroken en breken andere tijden aan.

Maar laten we eens even kijken naar dat ‘winning team’. Ik vind dat het bedrijfsleven de collectieve kracht van teams onvoldoende serieus neemt. Op welk niveau dat team dan ook in de organisatie zit. Een elftal van vrienden levert betere prestaties dan een elftal van prima donna’s. Dat weet iedereen, maar toch zie je nog vaak teams die geformeerd worden uit specialisten. Topspecialisten, maar het is onvoldoende. Tot mijn grote schrik ben ik vaak directieteams of Raden van Bestuur tegengekomen die alleen zakelijk met elkaar werkten. Ieder heeft zijn expertise en samen wordt de klus geklaard, maar privé en zakelijk blijven strikt gescheiden. Dat is een gemiste kans.
Ooit vertelde een Nederlandse directievoorzitter me dat zijn team en hij onlangs voor het eerst met elkaar gedineerd hadden. Met als doel elkaar beter te leren kennen. Verbijsterd vroeg ik aan hem of zij dan nooit eerder met elkaar gegeten hadden. Jawel, maar alleen om de honger te stillen. Functioneel dineren. Ongelofelijk.

Toen ik bij Origin directievoorzitter werd, kende ik slechts twee toekomstige collega’s. Gesproken tijdens de sollicitatie. Dus het leek me een goed idee om de hele directie voor twee dagen uit te nodigen. En daar kwamen ze aan….allemaal met orders onder de armen. Waar die dan wel voor bedoeld waren? Wel, we zouden toch met elkaar gaan werken. Waarop ik moest verklaren dat we twee dagen met elkaar zouden gaan werken aan vragen als ‘Waarom werk jij nou hier?’ en ‘Wat zijn jouw persoonlijke ambities?’ Zo’n kennismaking was nieuw, was wellicht vreemd, maar werd uiteindelijk zeer gewaardeerd. En met die persoonlijke dagen werd de basis gelegd voor een team dat later tot grote prestaties kwam. Zo schep je de voorwaarden om onoverwinnelijk te worden. Zo onoverwinnelijk dat je het team nooit meer wilt veranderen.

Reageren? [email protected]

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

 

Zevenbergen schreef het boek En nu laat ik mijn baard staan dat onlangs werd uitgeroepen tot Managementboek van het Jaar