Geen producten in de winkelwagen.
Televisieproducenten laten deelnemers aan een televisieprogramma vrijwel altijd een zogeheten quitclaim ondertekenen, waarin ze toestemming geven voor uitzending.
Een dergelijke deelnemersverklaring is niet absoluut: er kunnen zich bijzondere, zwaarwegende omstandigheden voordoen die maken dat de programmamaker zich in redelijkheid niet mag beroepen op de door de deelnemer gegeven toestemming. In de zaak van ‘Jacqueline’ tegen RTL (Holland’s Got Talent) doen zich echter volgens de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam geen dergelijke zwaarwegende omstandigheden voor.
Jacqueline was door een pre-auditie van het RTL-programma Holland’s Got Talent gekomen en mocht door naar de televisie-auditierondes. Voorafgaand aan de pre-auditie had zij een deelnemersverklaring getekend, waarin zij aan de producent van het programma toestemming verleende om haar opname op alle denkbare wijzen openbaar te maken.
Gewoon niet goed
De televisie-auditie ging kennelijk niet zoals Jacqueline het gehoopt had; zij werd vrij snel weggestemd, waarna het publiek begon te joelen. Het jurycommentaar luidde onder meer: ‘Schat, het is gewoon niet goed. De klank is niet lekker, de techniek is niet goed, het klinkt voor geen meter’. En: ‘ik kan er geen chocola van maken. Het was heel erg slecht’.
Clown
Jacqueline vorderde in kort geding een uitzendverbod van de opname. Zij beriep zich in eerste instantie op dwaling, omdat zij nooit zou hebben meegedaan als zij zou hebben geweten dat zij als clown zou worden geportretteerd en dat haar auditie daartoe zou worden gesaboteerd. De voorzieningenrechter oordeelde echter na het zien van de beelden dat – gelet op de aard van het programma – de auditie redelijk neutraal wordt weergegeven en er geen sprake is van sabotage. Ook overwoog de rechter dat een groot gedeelte van de kandidaten door de pre-audities komt, ‘terwijl uit de op televisie uitgezonden volgende ronde blijkt dat niet al deze kandidaten beschikken over talent. Aan deze soms ronduit genante audities dankt het televisieprogramma nu juist voor een deel zijn succes’. Hieruit blijkt maar weer dat rechters ook televisie kijken.
Redelijkheid & billijkheid
Ook een beroep op de redelijkheid en billijkheid in verband met het risico dat haar kinderen zouden worden uitgelachen en de slechte publiciteit voor een zojuist uitgegeven single, kon Jacqueline niet helpen. Al met al waren er volgens de rechter geen bijzondere, zwaarwegende omstandigheden die maakten dat de programmamaker zich in redelijkheid niet mocht beroepen op de door de deelnemer gegeven toestemming. De beelden zijn gewoon uitgezonden.
Mocht u naar aanleiding van het bovenstaande vragen hebben, of andere vragen op het gebied van intellectueel eigendomsrecht, dan kunt u contact opnemen met Katelijn van Voorst via +31 20 521 66 99 of [email protected]
