Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Hoe ouderen langer productief kunnen werken

De vergrijzingsgolf komt eraan, langer doorwerken staat hoog op de politieke agenda. Toch is nog maar een klein deel van de werkgevers serieus bezig met ouderenbeleid. TNO onderzocht hoe ouderen met behulp van goede werkroosters langer productief door kunnen werken. 

Hoe kunnen we ouderen aan het werk houden en hun potentieel optimaal inzetten? Een hoogst actuele vraag. Aan de werknemers ligt het steeds minder. Op dit moment wil 4 op de 10 doorwerken tot 65 jaar, een verdubbeling in vier jaar tijd.

Maar hoe doe je dat bij onregelmatige diensten? Bij veel bedrijven met onregelmatig werk is het de vraag hoe om te gaan met een verouderende arbeidpopulatie. Zeker nu ontziemaatregelen op grond van leeftijd hun legitimiteit verloren hebben. Er bestaan immers grote verschillen tussen oudere werknemers onderling wat betreft hun fysieke en/of mentale gesteldheid. De groep gezonde oudere werknemers is groot.

Onderzoeksinstituut TNO onderzocht bij Impress, een bedrijf dat blikverpakkingen produceert en waar veel ouderen werken, hoe de werkroosters zijn te verbeteren zodat oudere krachten langer gezond en productief kunnen doorwerken.
 
Bij Impress werken relatief veel ouderen en is er een beperkte instroom van jongeren. De gemiddelde leeftijd ligt boven de 45. Het werk veroorzaakt geen hoge mentale belasting, maar vraagt wel voortdurend alertheid bij de bediening van de machines en de bewaking van het proces. Fysieke belasting is eveneens laag, behalve bij het handmatig verplaatsen van producten of het werken met zwaar gereedschap. De werkroosters verschillen per afdeling: (normale) dagdienst, 2, 3 en 4-ploegendienst. De 4-ploegendienst kent ook weekenddienst. Hier is het de kunst om de bezetting van de roosters zo in te vullen dat de werknemers langer gezond en productief kunnen doorwerken.

Het TNO-Onderzoek

TNO onderzocht met behulp van vragenlijsten de beleving van de werkroosters in het bedrijf op vier aspecten :

1) tevredenheid met het rooster
2) slaap en vermoeidheid
3) werk-privebalans
4) werkprestatie

Van de 280 productiemedewerkers deden er 235 mee aan het onderzoek; een respons van 84 procent. Twee groepen medewerkers: jong en oud vulden de vragenlijsten.

De resultaten

1. Het meest tevreden waren beide groepen over de dagdienst en het rooster met alleen ochtend- en middagdienst zonder nachtdienst (2-ploeg). Wekelijks wisselt hier het type dienst waardoor het een regelmatig rooster is.

2. Beide leeftijdsgroepen vonden het 4-ploegenrooster (met weekenddiensten) het minst prettig. Dit rooster kent minder regelmaat omdat het type dienst om de twee, drie dagen wisselt en men op verschillende dagen in de week vrij heeft. Bovendien zijn de werkweken twee uur langer dan bij de andere roosters en wordt er roulerend en niet gezamenlijk gepauzeerd.

3. Oudere werknemers ondervinden meer problemen met slaap en vermoeidheid dan de jongeren bij het 3-ploegenrooster met ochtend-, middag- en nachtdiensten op doordeweekse dagen. Kenmerkend voor dit rooster is de wisseling van het type dienst per week (langzaam roterend), in achterwaartse richting: na de ochtenddienst, komt de nachtdienst en dan de middagdienst. Relatief veel dagen in hetzelfde type dienst dus. De problemen die de ouderen met dit rooster ondervinden zijn mogelijk het gevolg van een verminderd aanpassingsvermogen in het slaap-waakritme.

4. Ochtenddiensten leveren voor ouderen minder slaap- en vermoeidheidsproblemen op dan bij jongeren. Waarschijnlijk is dit het gevolg van het feit dat mensen steeds vroeger wakker worden naarmate ze ouder worden (‘morningness’).

5. Jonge en oudere werknemers vertoonden in hun beleving van de roosters geen verschil op de aspecten werk-privebalans en (gepercipieerde) arbeidsprestatie.

Verbeterpunten

1. Pas snel roterende roosters toe zodat ouderen zo min mogelijk het slaap-waakritme hoeven aan te passen. In de literatuur wordt in dit verband gepleit voor maximaal drie achtereenvolgende nachtdiensten.

2.Zet ouderen meer in voor de ochtenddiensten en jongeren meer voor de andere diensten.

3. Vervang het 4-ploegenrooster door een 5-ploegenrooster dat meer vrije dagen na de nacht- en weekenddiensten kent.

4. Verander de rotatierichting van de 3-ploegendienst in voorwaarts roterend dat volgens de literatuur de potentiële negatieve gezondheidseffecten zou beperken.

5. Verschuif de starttijd van de ochtenddienst van 6:00 naar 7:00 uur zodat het natuurlijke slaapritme – zowel voor de nacht- als ochtendploeg – minder verstoord wordt.

6. Experimenteer – waar dat kan – met individueel roosteren opdat zoveel mogelijk rekening gehouden wordt met de individuele voorkeuren voor bepaalde roosters.

Maatwerk

De verbetersuggesties voor Impress zijn gebaseerd op de resultaten van het onderzoek, op de ervaringen van TNO en op de meest recente stand van de wetenschap. Ze zijn niet zonder meer over te nemen voor andere bedrijven. Het gaat bij het vormgeven van roosterdiensten uiteindelijk om maatwerk, waarbij zowel werkgevers- als werknemersbelangen meespelen.

TNO voerde dit onderzoek uit in het kader van het Vraaggestuurd Programma Ínnovatie van Arbeid’ waarover het Ministerie van SZW de regie voert.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

> Het volledige onderzoeksrapport vindt u hier

Meer informatie? Mail: [email protected]