Thami Schweichler gaat met zijn handen door een rek vol gerepareerde kleding. Hij pakt er een bodywarmer uit van het Amerikaanse merk Patagonia. Een deel van de achterkant blijkt uit een nieuw stuk stof te bestaan. ‘Als je goed kijkt, zie je dat de kleur iets donkerder is dan de rest.’ MT/Sprout kijkt goed, maar kan amper een verschil opmerken.
Kledingreparatie in Amsterdam
Hier, in het zogenoemde United Repair Centre (URC) aan de Amsterdamse cultuurlocatie De Hallen, werkt Schweichler aan de verduurzaming van de kledingbranche. De van origine Braziliaanse ondernemer is er ceo en is als mede-oprichter betrokken bij moederconcern Makers Unite. Hiermee helpt hij mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan werk, door ze kledingstukken te laten repareren.
Het in juli geopende URC is de eerste zogeheten hub die Schweichler opent. In een grote open ruimte werken voormalige vluchtelingen en ouderen vlijtig aan de reparatie van kledingstukken. Drie tot vijfhonderd kledingstukken worden hier per maand gerepareerd. Die worden opgestuurd door kledingmerken Patagonia, mede-initiatiefnemer van het project, en het Nederlandse Scotch & Soda.
Klanten van Patagonia kunnen hun kleding kosteloos laten opsturen naar het Amsterdamse reparatiecentrum. Zit er bijvoorbeeld een gat in een jasje, dan vraagt Patagonia klanten er een foto van te maken en die te uploaden op de site van het merk. Het kledingstuk wordt vervolgens aangemeld voor reparatie en opgestuurd. Na enkele dagen hebben klanten hun kledij weer in gerepareerde staat terug.
Kledingbranche circulair maken
De kledingindustrie circulair maken, dat is het hoofddoel achter het project, legt Schweichler uit. ‘De mode-industrie produceert zeven keer zoveel kleding als er nodig is in de wereld. Het is een van de meest vervuilende industrieën die er zijn.’
We moeten terug naar het oude model, dat je je spijkerbroek je hele leven draagt
Veel merken vinden het volgens Schweichler belangrijk om zoveel mogelijk kleding te produceren, waardoor onverkochte partijen broeken en shirts soms noodgedwongen worden verbrand. ‘Er is dus een gedragsverandering nodig. Ook consumenten mogen zich bewust zijn van hun gedrag. Sinds de jaren 90 kwam de fast fashion op, maar we moeten weer terug naar het oude model. Dat je oma je spijkerbroek maakt die je je hele leven kunt blijven dragen.’
Waarom niet naar een kledingmaker?
Patagonia en Scotch & Soda zijn bij lange na niet de enige merken die inzetten op kledingreparatie. Zo opende het Franse sneakermerk Veja een reparatiecentrum in Bordeaux en kunnen klanten van Nudie Jeans hun gekochte spijkerbroeken een leven lang opsturen voor reparaties.
Maar je kunt toch ook gewoon naar een schoen- of kledingmaker? ‘Doen’, zegt Willem Swager van Patagonia. ‘Maar merken hebben zelf precies de juiste stoffen en gereedschappen voor het herstellen van hun kledingstukken. Dat is bijvoorbeeld handig als het om technische reparaties gaat. Een winterjack dat waterdicht moet zijn bijvoorbeeld, daar heb je specifieke machines voor nodig.’
Vier andere reparatiecentra
Financieel en operationeel directeur Willem Swager, namens Patagonia aanwezig, denkt daar net zo over. Toch is er ook een zakelijke reden waarom het Amerikaanse kledingmerk zich aan dit project verbindt. ‘Er is onder onze klanten grote vraag naar reparaties, merken we.’
De kleding van het activistische merk heeft een levenslange garantie, legt de directeur uit: ‘We hebben daarom in Europa al vier andere reparatiecentra geopend, in Portugal, Frankrijk, Zwitserland en Engeland, maar die vullen het huidige gat in de markt niet.’
Makers Unite leidt met een separate opleiding nieuwe kledingmakers op voor het reparatiecentrum. Nu werken er nog vijf reparateurs in het Amsterdamse pand, maar binnen vijf jaar moeten dat er wel 150 zijn. ‘Die kunnen wij wel gebruiken’, zegt Swager, ‘want we merken dat er steeds minder goede kledingmakers zijn. Zo willen we ook een reparatiecentrum in Milaan openen, maar ervaren daar veel moeite om gekwalificeerd personeel te vinden.’
Kledingreparatie is contactmoment met klant
Om het URC voor kledingreparatie in Amsterdam op te richten, haalde Schweichler 1,5 miljoen euro op bij een vijftal partijen, waaronder Rabo Foundation en ROM InWest van de provincie Noord-Holland. Al binnen achttien maanden wil hij de tent break-even hebben draaien. Het reparatiecentrum verdient geld aan de deelnemende merken. Zo kost het Patagonia zo’n 35 euro om een kledingstuk te laten opsturen en repareren.
Al biedt Patagonia klanten een levenslange garantie aan, toch wordt nog geen 1 procent van alle kleding aangemeld voor reparaties. Patagonia-directeur Swager: ‘We hebben als doel om het aantal reparaties in Europa de komende drie jaar te verhogen naar 100.000. Dat is zes keer meer dan we nu doen.’
Een reparatie is een uniek moment om in contact met klanten te komen
Wordt dat met zo’n 35 euro kosten per gerepareerd kledingstuk niet een financiële strop voor het idealistische merk? Nee, denkt Swager. ‘We doen dit al veel langer in de Verenigde Staten en er wordt geen misbruik van gemaakt. Bovendien is zo’n reparatie een uniek moment om als merk met je klant in contact te komen. Door de aangescherpte privacywetgeving is het steeds ingewikkelder geworden om betekenisvolle momenten met klanten op te bouwen. Hierdoor kan dit wel, denken wij.’
Twee maanden na de opening is Schweichler alweer met vijf nieuwe merken in onderhandeling. Welke, dat mag hij nog niet zeggen. Schweichler: ‘Er is een ontzettende vraag uit de markt en we hebben nog geen één keer acquisitie hoeven doen.’
Mondigere consumenten
Toch is fast fashion nog altijd de norm. Wat twijfelende kledingmerken over de streep kan trekken om de reparatiebusiness in te gaan? Swager weet het wel: ‘Consumenten worden steeds mondiger. Die vragen om meer duurzaamheid. Werknemers bij kledingbedrijven willen het roer ook vaker omgooien, waardoor het van binnenuit gebeurt.’
Aanstaande EU-wetgeving – de zogeheten corporate sustainability due diligence – zal kledingbedrijven binnenkort ook verder die richting uit duwen, legt de directeur uit.
Het repareren van kleding moet weer hip worden
‘Weet je?’, besluit Schweichler, ‘uiteindelijk moet het repareren van kleding gewoon hip worden’. Om te laten zien hoe je dat doet, pakt Schweichler er een andere, lichtblauwe bodywarmer van Patagonia bij. Gerepareerde stukken textiel zijn er bewust vervangen in een donkerdere tint blauw en groene stukken, waardoor een speelse lappendeken ontstaat.
Binnenkort wordt het kledingstuk verscheept naar één van de klanten, die hierom vroeg. ‘Zie je? Zo maken mensen er echt een modestatement mee.’
MT/Sprout doet de test
Leuk, zo’n reparatiecentrum, maar werkt het? MT/Sprout neemt proef op de som. We testen de service met een kledingstuk dat aan reparatie toe is: een blouse van een Italiaans sportmerk. Bij het kraagje zijn wat rafels ontstaan, dus kunnen ze die wegwerken?
Het mag dan een ander merk zijn dan Patagonia of Scotch & Soda, maar Schweichler en zijn team willen best een uitzondering maken. We krijgen alleen de waarschuwing dat ze geen reservekraagjes van het specifieke merk hebben. Wel kunnen ze het kraagje inkorten. Een paar dagen later valt een klein pakketje op de mat met de blouse, voorzien van een kraag die eruitziet als nieuw. Ingekort? Zie je niets van, het resultaat is formidabel.
Lees meer over de kledingindustrie:
- Lokaal, circulair én sociaal: zo houdt New Optimist fast fashion een spiegel voor
- ‘Na mijn eerste succes in de kledingindustrie is het weer vechten voor de volgende’
- Bert van Son (Mud Jeans): ‘Wij hebben te maken met concurrenten die liegen’