Wie is de oprichter?
Eugéne Schueller dus. Hij liep in de jaren nul van de vorige eeuw met een boekentas onder zijn arm in de straten van Parijs. Zijn dagelijkse bestemming was Chimie Appliquée de Paris, een hoogaangeschreven chemieschool. Eugéne had tijdens zijn studie goed opgelet, zo bleek. Nadat hij in 1904 was afgestudeerd, had hij drie jaren later in zijn lab een eureka-momentje: Schueller kon het uitschreeuwen van geluk toen bleek dat hij een baanbrekend haarkleurmiddel had gecreëerd. Hij gaf het de naam Aurióline. Hiermee stelde hij de geschiedenis van L’Oréal veilig, zeker toen hij in 1908 een patent op het product bemachtigde.
Hoe veroverde het bedrijf de markt?
Een goede uitvinder zijn is één. Maar als je een succesvolle onderneming wil opbouwen, moet je meer in je mars hebben. Dat had Schueller. Al voordat hij Aurióline ontwikkelde, wist hij een aantal zelfgemaakte haarproducten aan kappers in Parijs te verkopen. Die verkocht hij onder de naam van zijn eerste eigen bedrijf, ‘Société Francaise de Teinture Inoffensives pour Cheveaux‘. Schueller wist dus hoe hij een product aan de man moest brengen, en slaagde daar helemaal makkelijk in met een innovatief haarkleurmiddel. Zijn producten veroverden in rap tempo de rest van Frankrijk.
Als chemicus in hart en nieren, bleef Schueller inzetten op innovatie en onderzoek. Tien jaar na de start van het bedrijf nam hij drie onderzoekers in dienst. Die karaktereigenschap stelde zijn bedrijf ook op de lange termijn veilig, want anders zou zijn bedrijf ingehaald worden door concurrenten. Aanvankelijk produceerde hij slechts haarverf, maar in de loop der jaren breidde hij zowel zijn hoeveelheid werknemers als zijn producten verder uit. Bekend is wat L’Oréal inmiddels allemaal produceert.
Schueller ontpopte zich tot chief executive officer, in plaats van chief innovation officer. Hij focuste zich steeds meer op de marktkansen van het bedrijf en zorgde ervoor dat het naar het buitenland uitbreidde. Zo exporteerde de onderneming naar een paar decennia zijn kleuringen naar Nederland, Oostenrijk en Italië, en uiteindelijk ook naar de VS, Zuid-Amerika, Rusland en het Midden-Oosten. Verder maakt Schueller in 1932 als één van de eersten een reclamespotje op de radio waarin grotendeels werd gezongen. Hiermee werd het tijdperk van de jingle ingeluid. Een jaar later lanceerde hij tevens een vrouwenmagazine genaamd: Votre Beauté. Het was het eerste maandelijkse magazine gericht op gezond- en schoonheid. Op 4 april 1939 voerde hij wederom een wijziging door en veranderde hij de naam van het concern in de huidige naam: L’Oréal.
Verder kreeg L ‘Oréal in de naoorlogse tijd ook steeds meer de wind mee. De rol van vrouwen veranderde ten gunste van het concern. Ze gingen werken, geld verdienen en het uiterlijk speelde vanaf die tijd een belangrijkere rol in de maatschappij. Ze wilden langer jong ogen en hun grijze haren bleven verscholen achter Schuellers haarkleurmiddel.
Hoe staat het er nu voor?
Beter dan ooit. Het bedrijf haalde in 2011 voor het eerst een omzet van meer dan twintig miljard euro en maakte 2,58 miljard euro winst, een groei van bijna 9 procent. De nieuwe markten China, Zuid-Amerika, het Midden-Oosten en Oost-Europa zijn sinds vorig jaar belangrijker dan West-Europa en de Verenigde Staten.
De fundamenten voor dat succes waren voor een groot deel te danken aan Bettencourt. Schueller overleed in 1957, maar zijn enige dochter en opvolger Liliane wist inmiddels heel goed wat vrouwen willen. Zij werd de grootaandeelhouder van L’Oréal en bouwde het bedrijf mede op tot het megaconcern dat het nu is. Jean-Paul Agon, de huidige president-directeur van L’Oréal, prees Bettencourt afgelopen week niet voor niets om ‘haar ondernemingszin, haar nieuwsgierigheid naar het al het nieuwe, en haar moderniteit.’
Bettencourt treedt nu terug uit de raad van bestuur van L’Oréal en wordt opgevolgd door haar 25-jarige kleinzoon, Jean-Victor Meyers. Of het vertrek op vrijwillige basis was, is niet bekend. Bettencourt staat namelijk sinds enige tijd onder voogdij van Jean-Victor, op aanvraag van zijn moeder. Die kan namelijk niet langer aanzien dat Bettencourt allerlei puissant dure cadeaus aan zakenrelaties geeft. De weduwe schonk een tropisch eiland en verzekeringen ter waarde van een miljard euro aan een goede vriend, de fotograaf François-Marie Banier. Een oude bestuurder van L’Oréal beloonde ze met negentig miljoen euro. Ze is ook in opspraak omdat ze enkele honderdduizenden euro’s zou hebben geschonken voor de verkiezingskas van Nicolas Sarkozy in 2007. Minister van Financiën Eric Woerth moest daarom aftreden. Vorige week werd hij opnieuw verhoord.
Lees ook over het groot worden van:
|
||
|
||