Niets mooier dan een coupe – lage daklijn, pittige motor onder de kap. Een coupe kent eigenlijk maar twee echte nadelen: beperkte ruimte achterin en onpraktisch instappen voor passagiers. Who cares? Voor wie sportief wil rijden, maar niet zijn gezin op de achterbank in de knoop wil leggen heeft Audi een compromisauto, de A5 Sportsback – een vijfdeursversie van de A5 Coupe. De 5-serie vult het gat tussen de A4 en A6 en is net iets stoerder dan de twee familycars. Dat begint bij de daklijn, die is 4,5 centimeter lager dan die van de A4 en liefst 7,2 centimeter lager dan die van de A6. Maar is de Sportsback ook een coupe? Niet bepaald. Meer een sedan met een schuine kont en lage daklijn. We reden in de bergen van Toscane de topmodellen, 3.2 V6 Quattro (à 60.250 euro) en 2.7 TDI (à 49.990 euro). Beiden sportieve auto’s, maar niet de scheurijzers die je verwacht. De overdaad aan elektronica corrigeert ieder slippertje. Het maakt het bochtengedrag wat hoekig en dat komt het coupegevoel niet ten goede. Nooit krijg je het idee in een sportauto te zitten. Dat werd benadrukt door de automaat die wel heel lang nodig had om het juiste tandwiel te vinden. De A5 is een sportief-achtige, bijna coupe, die bij normaal rijgedrag fantastisch rijdt: stil, snel en best knap vormgegeven. Wij zouden overigens kiezen voor de dieselmotor, net iets soepeler en rustiger dan de benzinevariant. We verwachten dat deze A5, zeker bij de jonge leaserijders, marktaandeel gaat wegsnoepen van de A6. Over het interieur kunnen we kort zijn, dat is des Audi’s: strak uitgevoerd en duidelijk. Wel even de handleiding navigatiesysteem lezen. Wij waren in staat het ding uit de middenconsole te trekken. Eigenwijze redacteuren lezen geen handleidingen.
Volgende maand rijden we de Infiniti G37 Coupe.