Het passagiersvervoer, berekend op basis van het aantal betalende passagiers en de gevlogen afstand, daalde bij de intercontinentale vluchten met 0,1 procent. Omdat op die vluchten wel 0,4 procent meer stoelen beschikbaar waren, liep de gemiddelde bezettingsgraad terug. Bij de vluchten binnen Europa lag het passagiersvervoer 0,6 procent hoger, bij een 1,5 procent lagere capaciteit.
Over het geheel genomen bleef zowel het passagiersvervoer als de capaciteit gelijk. Transavia zag de vraag naar zijn diensten met 10,9 procent toenemen. De capaciteit bij de prijsvechter van Air France-KLM lag 8,4 procent hoger dan een jaar eerder.