Geen producten in de winkelwagen.
300 accounts. Zo veel heeft GoDutch geopend sinds het eind mei live ging. En daar is oprichter Thomas Vles (39) maar wat blij mee. ‘Dit overtreft onze meest optimistische voorspellingen’, jubelt hij op LinkedIn.
Met GoDutch begint Vles aan een nieuw hoofdstuk als ondernemer. Vorige maand verliet hij Ageras. Dat is het Deense moederbedrijf van de Nederlandse boekhoudtool voor zzp’ers Tellow, waarvan Vles drie jaar lang de ceo was. Hij wilde weer voor zichzelf beginnen.
Eerlijk bankieren met GoDutch
GoDutch is een nieuwe banking-app die zakelijke betaalrekeningen aanbiedt voor kleine ondernemers, freelancers, stichtingen en verenigingen. Binnen drie uur is een rekening geopend, staat er op de website. Al duurt het door ‘lichte vertragingen in ons onboardingproces’ op dit moment iets langer.
Het unique selling point van GoDutch? Transparantie over de opbrengsten en kosten. Want daar schort het volgens Vles bij de huidige grootbanken aan.
‘Veel ondernemers die ik heb gesproken denken dat ze 10 of 20 euro per maand kwijt zijn aan een zakelijke rekening. In werkelijkheid is het eerder 60 of 70 euro.’ Dat komt door ‘verborgen’ kosten voor het beheer van tegoeden, kaartgebruik en transacties.
Inkomsten teruggeven
Vles wil eerlijk bankieren. De miljardenwinsten van ABN Amro, ING en Rabobank afgelopen jaar zijn wat hem betreft een duidelijk signaal: er moet iets veranderen. Inkomsten moeten terugvloeien naar de klanten. ‘Dat geld wordt tenslotte verdiend met jouw activiteiten die je hebt bij de bank.’
GoDutch geeft een deel van de opbrengsten terug aan klanten. Bij het gratis pakket zonder vaste kosten is dat 10 procent, bij de duurste variant met de toepasselijke naam Windmill (49 euro per maand) maar liefst 70 procent.
‘Ik had het bedrijf liever Robin Hood genoemd, alleen is er natuurlijk al een bedrijf dat zo heet’, zegt Vles. Hij doelt op de bleggingsapp Robinhood die razend populair werd tijdens de coronacrisis. ‘Al hebben die laten zien dat ze toch niet echt een Robin Hood waren.’
Kartonnen kattenbakken, trouwplatform en horeca-app
Overigens is GoDutch zelf niet geregistreerd bij De Nederlandsche Bank. Het bedrijf maakt gebruik van de bankvergunning van het Franse bedrijf Swan, dat ook actief is op de Nederlandse markt. Die deal is geen toeval: Vles heeft eerder geld gestoken in Swan via zijn investeringsmaatschappij BlueBottle Ventures.
BlueBottle vloeit op zijn beurt weer voort uit een eerder avontuur van Vles: Poopy Cat. Na een studie psychologie en een baan als strategieconsultant timmert hij aan de weg met wegwerpkattenbakken van karton, en later ook speelhuisjes. Na een onrustig verlopen crowdfundingcampagne verkoopt hij Poopy Cat uiteindelijk aan IJsvogel Retail, het bedrijf achter de dierenspeciaalzaken van Pets Place.
Vles gaat door als ondernemer en lanceert in 2018 Wedoido, een onestopshop voor het plannen van bruiloften. Daar komt een vroegtijdig einde aan door corona, waar Vles direct op inspeelt met Mycapa.city, een reserverings-app voor de horeca. Tussendoor is hij ook nog een jaar voorzitter van de Dutch Startup Association. En later dus ceo van Rabo-dochter Tellow, dat in Deense handen komt.
Lessen voor ondernemers
Met ruim een decennium aan ondernemerservaring kent Vles dus het klappen van de zweep. Welke lessen heeft hij opgedaan die hij nu toepast bij GoDutch? Voor MT/Sprout zet hij er vier op een rij.
1. Ga zo snel mogelijk met je product naar de markt
Deze les loopt als een rode draad door zijn carrière. ‘Hoe sneller je lanceert, hoe sneller je feedback krijgt en je product kunt verbeteren. Zo kom je erachter wat de echte behoefte is van de klant’, aldus Vles.
Hij haalt een citaat aan van LinkedIn-medeoprichter Reid Hoffman: ‘Als je je niet schaamt voor de eerste versie van je product, dan ben je te laat gelanceerd.’
Met GoDutch is Vles ook meteen naar de markt gegaan. ‘Betaalrekeningen zijn natuurlijk een gevoelig product, zeker als mensen het merk niet kennen. Dus is het voor ons belangrijk om zo snel mogelijk te lanceren’, zegt Vles. ‘Je kan wel met een beeld beginnen van: dit is mijn product. Maar je product gaat zich aanpassen zodra mensen het gebruiken.’
GoDutch doet zo’n twee releases per dag. Dingen waar klanten over klagen, passen de programmeurs meteen aan. De keuze om bij de start alleen een webapp aan te bieden, helpt daarbij. Verbeteringen kunnen direct naar alle platformen worden uitgerold.
Dat heeft een ander voordeel: ‘Als we over twee, drie maanden met een native app aan de slag gaan voor Android of iOS, dan weten we precies wat we moeten bouwen.’
2. Begrijp je unit economics
GoDutch wil de inkomsten die het teruggeeft aan klanten maximaliseren. Om dat te kunnen doen, is het cruciaal om de unit economics te doorgronden. ‘Je moet begrijpen hoeveel geld je kwijt bent om één klant te bedienen, door de hele keten’, zegt Vles. Doe je dat niet, dan kun je keuzes maken die later als een boemerang terugkomen.
Die les leerde hij met Poopy Cat. Vles strikte een grote supermarktketen om een grote order te plaatsen. Een ‘supercoole deal’ voor een prille startup, maar uiteindelijk niet lucratief.
‘Wij hadden niet door hoeveel kosten er nog meer in de keten zaten’, zegt Vles. Denk aan de logistiek: alle handelingen die nodig zijn om de bestelling bij de klant te krijgen. ‘Wij waren een e-commercebedrijf, goed in kattenbakken direct verkopen aan consumenten via een webshop. Maar containers brengen naar een distributiecentrum is een ander verhaal. Als je niet goed op let op die extra kosten, ben je in sommige gevallen onder de kostprijs aan het verkopen.’
Als banking-app is GoDutch onder meer afhankelijk van hoeveel mensen hun betaalpas gebruiken. Iemand met een holding zal dat minder vaak doen dan een mkb-bedrijf. En een VvE gebruikt ‘m nooit.
‘Daar kun je inschattingen over maken, maar je weet het pas op het moment dat mensen het echt doen. Je moet het continu in de gaten houden, zodat je niet opeens voor een verrassing komt te staan als de cashflow achteruit rolt.’
3. Bouw een sterk team met de juiste mindset
Groot is het team van GoDutch nog niet: er werken een zevental personen. Dus is het des te belangrijker om voor de juiste mensen te kiezen, om meteen een goede cultuur neer te zetten.
Vles kijkt niet naar het invullen van specifieke posities. Hij zoekt mensen die overal in het bedrijf mee kunnen helpen. De mentaliteit geeft daarbij de doorslag. Een combinatie van enthousiasme en ‘gewoon willen knallen’.
‘Of het dan voor zes maanden of misschien voor tien jaar is, dat maakt niet eens zoveel uit. Het gaat erom: gelooft iemand in de missie? Voelt die persoon er een verantwoordelijkheid voor? Die dingen vind ik belangrijker dan ervaring of opleiding.’
En natuurlijk helpt het als iemand pienter is, al zit dat volgens Vles in andere dingen dan goed presteren op school. ‘Cum laude afstuderen vind ik geen intelligentie aantonen. Het is leuk dat je goed kan studeren, maar dat betekent niet dat je slim bent.’
4. Stel je kwetsbaar en open op
Wees niet bang om te falen is inmiddels een grijsgedraaid adagium in de startupwereld. Vles wil het belang ervan nog eens benadrukken. ‘Ik heb een wetenschappelijke achtergrond. Een negatieve uitkomst is nog steeds een uitkomst. Als je honderd dingen probeert die mislukken, heb je wel honderd keer iets geleerd.’
Wat hem dwarszit, is dat veel van die lessen onbenoemd blijven. Ondernemers delen op sociale media gretig de succesverhalen. Gaat een bedrijf kopje onder, dan blijft het stil op LinkedIn of Instagram.
Daar wil Vles graag iets aan veranderen. Over de zwanenzang van Wedoido tikte hij een blog dat werd opgepikt door het NOS Journaal. ‘I am a proud failure’, schreef hij daarover op LinkedIn.
‘Waarom is het zo slecht om kwetsbaar te zijn over problemen die je hebt?’, vraagt Vles zich af. ‘Je kwetsbaar opstellen en empathie tonen, ik geloof dat dat een nieuwe manier van leiderschap is.’
Dat past hij ook toe in zijn eigen bedrijven. Bij Poopy Cat verstuurde een medewerker een keer een mailing uit naar 50.000 mensen met ‘Beste first name’. Kan gebeuren, zegt Vles. Fouten maken moet kunnen. ‘Dat heb ik liever dan dat mensen het gaan verbergen. Dan kunnen er pas echt problemen ontstaan.’
