Zeven jaar geleden kwam Anke Huiskes aan in San Francisco. Op dat moment nog geen 30 jaar oud, maar met een indrukwekkende carrière bij Proctor & Gamble op zak. In Silicon Valley lokte de startup-sector.
Huiskes ging aan de slag als hoofd van de Europese sales-afdeling van smartwatch-maker Pebble, dat in 2015 werd overgenomen door Fitbit. Daarna ging ze aan de slag bij women’s healthtech-bedrijf Willow, waar ze als directeur Sales en Strategie hielp een mobiel kolfapparaat aan de vrouw te brengen.
In 2018 raakte ze via Portfolia betrokken bij de wereld van investeerders en in 2019 richtte ze haar eigen angel-investeerdersnetwerk Aletta Angels op. Sinds eind 2019 is ze bovendien entrepreneur-in-residence bij Intellectual Ventures.
Je carrière in Silicon Valley lijkt zich in sneltreinvaart te hebben ontwikkeld. Hoe ben je zover gekomen?
“Ik heb mijn carrière eigenlijk nooit precies uitgestippeld, maar als ik zo terugkijk, heb ik me wel altijd laten leiden door een aantal principes. Allereerst dat ik altijd nieuwsgierig ben. Als ik iets interessant vind, ga ik er zo veel mogelijk over lezen. Ik stuur ook veel cold emails uit. Dan kom ik inspirerende mensen tegen online en vraag ik ze heel direct of ze eens willen praten over hun expertise. Vervolgens ben ik heel erg van het stappen zetten. Je kunt naar podcasts luisteren tot je erbij neervalt, je leert het meest als je het gewoon doet. Die eerste stap, van iets bedenken naar het doen, is altijd het moeilijkst. Maar je moet hem wel nemen.”
Gewoon in het diepe springen dus?
“In een zekere zin, maar in mijn carrière heb ik ook altijd wel gekeken naar welke vaardigheden ik al op zak had en hoe ik daarmee verder kon. Bij P&G had ik veel geleerd over hoe je fysieke producten in de schappen kon krijgen. Van marketing tot forecasting tot de supply chain. Pebble was weliswaar een tech-bedrijf, waar ik helemaal niets wist over software of firmware, maar ze hadden wel een fysiek product. Dus ik kon de kennis die ik bij P&G had opgedaan inzetten bij Pebble, om zo ons product in 25 Europese landen aan de man te brengen. Vervolgens kon ik wat ik bij Pebble had geleerd over wearables weer inzetten bij Willow, waar ik wel weer in een heel nieuwe wereld van women’s health terecht kwam.”
Hoe maakte je toen de overstap naar van werken bij een startup als Willow naar investeren als angel?
“Bij Willow zag ik met eigen ogen hoe lastig het kan zijn voor bedrijven die zich in de women’s health space begeven om funding op te halen. En ook hoe moeilijk het is voor vrouwelijke ondernemers om geld op te halen. Het overgrote deel van durfkapitaal gaat nog altijd naar mannelijke ondernemers. Ik raakte vervolgens betrokken bij Portfolia, wat een soort nieuwe vorm van venture capital is. Er zijn verschillende fondsen -ik ben actief bij het FemTech-fonds – waarbij verschillende investeerders tussen de 10.000 en 100.000 dollar in kunnen leggen. Het geld van de verschillende investeerders bij elkaar wordt vervolgens in 8 tot 10 startups in de women’s health-sector gestoken.
Daarnaast ging ik investeren via Angellist, waar je al vanaf 1000 euro kunt investeren. Heel kleinschalig dus, maar wel een goede manier om ook in andere sectoren dan women’s health kennis op te doen. Daarna ben ik Aletta Angels begonnen. Daarmee doen we angel-investeringen in vrouwelijke ondernemers of in mannelijke ondernemers die zich met hun product op een vrouwelijk publiek richten. We zijn inmiddels met vier angels in drie landen en hebben tot nu toe in zeven startups geïnvesteerd.”
En nu ben je inmiddels zelf als ondernemer aan de slag gegaan. Kun je daar meer over vertellen?
“Omdat ik als angel-investeerder zo nauw betrokken was bij heel wat startups, raakte ik gefascineerd in het opzetten van een eigen bedrijf. Ik kwam toen in contact met Intellectual Ventures. Ik zit bij het Invention Science-fonds, waar ze ondernemers zoeken die met het intellectueel eigendom van het bedrijf een nieuwe business op willen zetten. Je pitcht jouw idee en vervolgens krijg je steun en funding van het bedrijf. Dat doen ze voor zo’n vier tot zes ondernemers per jaar. Dus het is behoorlijk selectief. Het programma wordt gesponsord door Bill Gates en ik rapporteer aan zijn team.”
Kun je meer vertellen over met wat voor product je bezig bent?
“Daar is het nog te vroeg voor. Het gaat om een hardware-enabled service/product en zit in de women’s health-sector.”
Hoe balanceer je je ondernemerschap en rol als investeerder?
“Ik besteed zo’n 80 procent van mijn tijd aan mijn startup en 20 procent aan mijn rol als angel-investeerder.”
Je hebt de startupwereld en Silicon Valley nu vanuit verschillende kanten meegemaakt: als werknemer, investeerder en oprichter. Wat is de belangrijkste les die je daaruit getrokken hebt?
“Het grote voordeel dat je als startup hebt ten opzichte van een corporate is tijd. Je hebt de mogelijkheid dingen heel snel te doen. Je hebt misschien niet het team of de middelen van een groot bedrijf, maar je kunt wel heel snel experimenten uitvoeren om te kijken of iets werkt. Daar moet je als startup echt vol op inzetten. Zoek zo snel mogelijk antwoorden op vragen die je hebt en verander van strategie als iets niet blijkt te werken.
Bij Pebble bijvoorbeeld had Eric Migicovsky, de founder, zelf de eerste smartwatch in elkaar gehackt. De promotievideo voor de kickstartercampagne toonde de smartwatch die het team simpelweg nog moest gaan bouwen. Het doel van het Kickstarter-project was om 500.000 dollar op te halen. Uiteindelijk eindigde de campagne met het bedrag van 10,3 miljoen dollar en superloyale klanten die nauw betrokken zijn geweest bij nieuwe productideeën.
Voor mijn huidige project zit ik zelf ook veel bij de consument aan de keukentafel, zonder dat ik eerst een begroting hoef te maken of toestemming van bovenaf moet krijgen. Zo kan ik heel snel leren en op basis daarvan keuzes maken.”
Waar kijk jij als investeerder naar als iemand bij jou pitcht?
“Nummer 1 is de founder en het team. Ik kijk naar iemands ervaring, maar ook naar motivatie en persoonlijkheid. Is iemand bereid feedback tot zich te nemen en er iets mee te doen? En het gaat ook wel een beetje om charisma: lijkt iemand in staat talent en een eventuele volgende investeringsronde bij een vc-fonds aan te trekken?
Daarna kijk ik naar de product-market fit en daarna of er een defensible business is. Dat kan ofwel om intellectueel eigendom zijn, of bijvoorbeeld een netwerkeffect. Het gaat er uiteindelijk om hoe lastig het is voor eventuele concurrenten om jouw marktleiderspositie over te nemen.”
Wat is het voor moment voor Nederlandse startups die ambities in Silicon Valley hebben om de overstap te maken?
“Het kan geen kwaad je product-market fit helemaal in Nederland uit te werken. Alles is hier in San Francisco vele malen duurder, van levensonderhoud tot talent. In Nederland kun je je bedrijf veel goedkoper opzetten. Maar als je eenmaal die fit hebt gevonden en snel wil opschalen, dan moet je hier naartoe komen.”
Is het realistisch voor een Nederlandse startup om kapitaal op te halen in Silicon Valley?
“Ja, maar het kost tijd. In twee weken een rondje maken langs Sand Hill Road werkt niet. Je moet hier minstens een half jaar zitten om te weten hoe de hazen lopen. Het helpt ook als je hier een netwerk hebt dat je kan helpen de juiste investeerders te vinden. Daarbij gaat het meer om de diepte van de relaties die je hebt dan hoe groot je netwerk precies is. Goede aanknopingspunten daarvoor zijn Nederlandse netwerken, zoals Holland in the Valley en DutchTechSF.”
Lees ook: Nederlandse vrouwelijke ondernemers in Silicon Valley: ‘Tech-sector heeft behoefte aan feminisering’
Het is niet zo dat durfkapitalisten hier niet in een buitenlands bedrijf willen investeren?
“Er zijn vc’s die niet in een vliegtuig willen stappen, maar over het algemeen is die bereidheid er wel. Vc’s hier beseffen ook dat de burn rate in Nederland veel lager ligt en dat hun geld dus meer doet in zo’n situatie. Maar omdat het toch altijd veiliger lijkt te investeren in iets dat je denkt te kennen, is het belangrijk dat je een mentor of een champion hebt die naar de vc als een soort blijk van vertrouwen geldt. Dat zien ze als een soort pre-vetting.’
Wat is de grootste fout die ondernemers volgens jou maken?
‘Dat ze niet groot genoeg durven te denken. Dat is zeker iets waar Nederlanders soms wel aan lijden. In de VS denken ondernemers toch sneller globaal. Nederlanders willen eerst Nederland veroveren, dan Europa, land per land. Hier is de mentaliteit: think big but act small. Laat met een kleine test zien dat iets werkt, voordat je bakken met geld uitgeeft. Maar daarna willen ze heel Amerika veroveren, en daarna de hele wereld.
Maar ik merk zelf als ondernemer ook opeens hoe moeilijk dat grote denken is. Toen ik voor een vc moest pitchen, betrapte ik mezelf erop dat ik niet groot genoeg dacht. Ik liet een plan zien waar ik in vier jaar tijd naar een omzet van 10 tot 25 miljoen zou groeien, maar dat had 100 miljoen moeten zijn.”