Deze column is geschreven door Jochem Hoogenboom.
De roadshow van de Sagamores GEW on Tour stopt op de ochtend van de laatste tourdag in Roosendaal bij het Norbertus college. Een aantal van de jonge ondernemers die mee zijn met de tour hebben hier hun middelbare schooltijd meegemaakt. Doel is om de scholieren duidelijk te maken dat ondernemen een realistisch carrièreperspectief is. Het was een hele andere economieles dan gebruikelijk: verspreid door de schoolklas heen zitten ondernemers in nette pakken. De economieleraar introduceert zijn oud-leerling Jeroen van den Bosch met trots: hij mag als eerste de scholieren vertellen waarom hij is gaan ondernemen en er zo enorm veel plezier in heeft.
De scholieren luisteren met veel aandacht naar de verschillende verhalen. “Hoe kan ik nou aan de slag gaan?” is een vraag die klinkt vanuit de zaal. Het antwoord van de jonge ondernemers: “Het belangrijkste is gewoon beginnen en het doen. De grootste drempels die jonge mensen die willen gaan ondernemen zien zijn vaak de drempels die ze zelf opwerpen.” Ondernemerschap is een onderwerp dat de interesse van de leerlingen echt heeft. Of er scholieren zijn die van plan zijn te ondernemen? “Het lijkt me superleuk om eigen baas te zijn”, aldus één van de scholieren. Sommigen zijn zelfs al bezig met dingen te verkopen en hun netwerkje op te bouwen.
Zenuwachtig
De jonge ondernemers moeten bekennen dat ze een beetje zenuwachtig zijn als ze vrijdagmiddag naar de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie – Maxime Verhagen – gaan om hun Akkoord van de Jonge Ondernemer met hem te bespreken. “We hopen dat de regering drempels wil weghalen om te kunnen starten met ondernemen. Het is zo leuk om te doen!”
Het akkoord bestaat uit punten als ‘ Richt de bijverdiengrens voor studenten eerlijk en ambitieus in’ en ‘Maak een op de topsport regeling gebaseerde ondernemersregeling voor succesvolle jonge ondernemers in het onderwijs’. Minister Verhagen reageerde enthousiast: “Wat ondernemerschap betreft zijn we op de goede weg, maar tegelijkertijd blijft het nog steeds moeilijk te combineren met studie. Als voorbeeld noem ik een student die een college finance miste omdat hij bij de bank moest zijn voor een financieringsgesprek en hiervoor gesanctioneerd werd.”
Minister Verhagen gaf aan dat hij en de jonge ondernemers een gezamenlijk doel hebben en dat hij zich in ieder geval in wil zetten voor het toegankelijk maken van wetenschappelijk onderzoek, beter bereikbaar maken van pre-seed en seedfunds, en het invoeren van een topsportregeling voor studentondernemers. Een aantal andere punten gaat hij bespreken met staatssecretaris van onderwijs Halbe Zijlstra. Verhagen: “Jullie mogen over een half jaar terugkomen om de stand van zaken te vernemen.”
Foto FdB Fotografie
