Dat stellen de overheidsorganen OPTA en CBP in een zojuist gepubliceerd rechtsoordeel. Ze geven bovendien aan in welke omstandigheden ‘Tell a Friend’-systemen wel rechtmatig kunnen worden toegepast.
Deze vorm van viral marketing is onderzocht omdat hierbij websites persoonsgegevens verwerken en e-mails verzenden. Viral marketing is de digitale variant op mond-tot-mond-reclame. Consumenten attenderen bekenden hierbij per e-mail op iets nieuws of ludieks.
Voorwaarden
OPTA en CBP stellen dat ‘Tell a Friend’-systemen alleen dan rechtmatig zijn als de communicatie geschiedt op het belangeloos initiatief van de verzender én als de ontvanger duidelijk kan zien van wie het bericht afkomstig is. Ook moet de afzender volledig inzicht hebben in het bericht dat namens hem wordt verzonden.
De vierde voorwaarde voor rechtmatigheid klinkt: “De website in kwestie mag de e-mailadressen en andere persoonsgegevens niet gebruiken of bewaren voor andere doeleinden dan het eenmalig verzenden van een bericht namens de afzender.”
De laatste passage is zijdelings gerelateerd aan de weggooiplicht waar DDMA-voorzitter Tom Kok vorige week voor pleitte. Hij vroeg zich hardop af hoe lang toestemming mag gelden bij opt in-reclame. “Toestemming kan een keer ophouden”.
Bron: Erwin Boogert, Emerce.nl
