Hoe het wél zou moeten zag hij onmiddellijk voor zich: een kinderopvangcentrum waar geluisterd wordt naar de ouders, met ruime openingstijden. Geen ‘dumpplek’, maar een gezellig huis waar aan de ontwikkeling van de kinderen gewerkt wordt.
Dat was het begin van CompaNanny, een kinderopvangcentrum dat vooral op bedrijventerreinen en kantorenparken te vinden is. Doelgroep: drukke tweeverdieners die niet constant met het kroost heen en weer willen vliegen. De eerste vestiging ging open in het Amsterdamse World Fashion Centre, met een royale buitenspeeltuin op het dak.
Gewaxte houten vloer
Ouders willen rust voor hun kinderen, en ondersteuning bij het opvoeden, bleek uit wetenschappelijk onderzoek dat Beek liet doen naar de hedendaagse opvoedingsbehoeftes. Bij CompaNanny dus geen drukke speelgoedparadijzen met overal kindertekeningen, maar rustige ruimtes met gewaxte houten vloeren en schilderijen aan de muur. Geen elektronisch speelgoed, maar mooie materialen. Beek: “Daar heb ik wel voor moeten vechten hoor. Ouders verwachten toch Hans en Grietje-ruimtes.” Huiselijkheid is troef, met een huiskamer, slaapkamers en een bibliotheek.
Er is een opvoedingsspreekuur voor kinderen, waar ‘vertrouwen op je instinct’ het credo is. De nanny’s (geen leidsters) zijn erin getraind om jongens speelser te benaderen; er wordt niet meteen ‘voorzichtig!’ geroepen als die eens ruw spelen. In sommige vestigingen kunnen ouders tegen een meerprijs wekelijks van opvangdag veranderen. En in één van de vestigingen wordt Engelstalige opvang aangeboden.
De prijs per uur (€ 7,08) ligt zo’n tien procent boven het gemiddelde. Ouders hebben het er graag voor over, blijkt. “Vooral sinds die zedenzaak zijn die paar dubbeltjes meer geen issue.” Het bedrijf heeft inmiddels zeven vestigingen in de Randstad, 276 nanny’s, 700 plaatsen, 1400 klanten en een gemiddeld hoge klanttevredenheid. Voor komend jaar staan weer twee nieuwe vestigingen op stapel, waarvoor al wachtlijsten zijn. Concurrentie in hun kwaliteitsniche is er nauwelijks. “Sinds de Wet Kinderopvang (2005, red.) is de klantgerichtheid in mijn branche een stuk verbeterd, maar de grondhouding is op de meeste hoofdkantoren nog steeds: na vijven verzetten we geen stap meer.”
Maaltijden to-go
Dat betekent niet dat ze bij CompaNanny achterover leunen. De directeur laat zich voor zijn bedrijfsvoering graag inspireren door het bedrijfsleven. “Nieuwe diensten houden we, zoals ik dat in de fast moving consumermarket gewend was, volgens een vaste leadtime in de gaten. Als blijkt dat bijvoorbeeld een boodschappenservice niet binnen een vastgestelde periode lukt, stopt die meteen. Binnenkort gaan we met maaltijden-to-go experimenteren.” Ook het opzetten van een nieuwe vestiging – wat enkele tonnen kost – volgt een vast stramien. Groei van het aantal vestigingen is geen hoofddoel, maar wel gewenst, want Beek wil tegemoet komen aan de vraag. “Bovendien is het gunstiger om via een trainingsbureau drie jaar lang 300 nanny’s te trainen, dan een klein groepje.”
De nieuwste vestiging in Oegstgeest komt in een gewone woonwijk. CompaNannny biedt sinds enkele jaren namelijk ook buitenschoolse opvang voor schoolgaande kinderen. “We kunnen die ouders waarvan de kinderen naar school gaan, toch niet in de steek laten”, vindt Beek. Verhuisde ouders sturen regelmatig mailtjes naar CompaNanny met het verzoek om in hun nieuwe buurt een opvang te beginnen. ‘Als die heel veel uit een bepaalde buurt komen, gaan we die verkennen. Wanneer dat er goed uiziet, is het hartstikke leuk om er iets nieuws te beginnen, natuurlijk.”
