Negen jaar na de heroprichting van Spyker is er nog weinig terecht gekomen van de ambities van Victor Muller. Robert van den Oever en Maarten van der Pas schreven een boek over de recente geschiedenis van het automerk. De les die managers hieruit kunnen trekken: zorg voor deskundigen om je heen die disciplines beheersen waarop je zelf tekort komt.
In het boek ‘Spyker, een dollemansrit’ gaan de journalisten Robert van den Oever en Maarten van der Pas in op de geschiedenis van het automerk Spyker sinds de heroprichting in 2000. Zo schrijven ze onder andere over het avontuur in de Formule 1, en onthult het duo de slimme constructie die Spyker-ceo Victor Muller bedacht om het automerk te laten overleven: hij liet Michiel Mol betalen voor het team, terwijl Spyker er het meeste baat bij had.
Muller, die zo’n beetje vanaf het begin betrokken was bij het nieuwe Spyker, was niet erg blij met het boek. Hij wordt beschreven als de man die Maarten de Bruijn, die de eerste auto’s ontwierp, het bedrijf uitdrukte en als iemand die veel te snel wil gaan op momenten dat een stapje terug doen beter zou zijn. Van den Oever: “Hij wil tegenover de buitenwereld niet toegeven dat het boek klopt. Dus komt de marketeer in hem naar boven en probeert hij het onder het tapijt te schuiven.”
Heeft hij in negen jaar tijd toch iets moois neergezet?
Van den Oever: “Ja, een mooi automerk, dat goed bij de markt paste en een andere uitstraling had dan andere merken. Het merk Spyker past op dit moment nog steeds bij de markt, alleen heeft het bedrijf zich in technisch opzicht niet ontwikkeld. Daardoor is er een gat ontstaan tussen Spyker en de concurrentie. Spyker is eigenlijk nog steeds met het eerste model bezig en komt dus nog steeds niet goed uit de verf.”
Hoe komt dat?
“Muller belooft veel maar kan het niet altijd waarmaken. Daardoor wenden mensen zich af van Spyker. Hij heeft zich denk ik in het begin verkeken op de technische kant en de regelgeving. Hij heeft de realiteit niet onder ogen willen zien. Als hij dat wel had gedaan, zouden we nu veel trotser kunnen zijn op Spyker. Dit is zijn manier van ondernemen, hij wil heel snel groot worden. Dat is hem in het verleden bij andere bedrijven gelukt, maar omdat Spyker nog geen lang lopend bedrijf was, moest hij zich tot op het laagste niveau met zaken gaan bemoeien. Dat was hij niet gewend.”
Toch heeft hij veel klaargespeeld.
“Hij is een goede merkenbouwer en zijn marketinghandboek heeft hij ook op Spyker losgelaten. Hij heeft de contacten en de charme, en daarmee bereikt hij veel. Hij krijgt veel in korte tijd voor elkaar, maar dat zorgt er ook voor dat veel misgaat. Soms zou hij even een stapje terug moeten doen, in plaats van direct weer een nieuwe stap willen zetten. Zo blies hij hoog van de toren over verkoop van exemplaren in Amerika, terwijl de auto´s van Spyker nog geen goedkeuring hadden gekregen om de weg op te gaan. Deze werkwijze zorgt dat mensen uiteindelijk afhaken.”
Wat kunnen ondernemers van hem leren?
“Victor Muller is een goede verkoper, heeft een neus voor het neerzetten van een merk en een enorme drive, maar om een heel bedrijf goed te kunnen runnen moet je meer kunnen. Hij heeft wel mensen om zich heen verzameld, maar Muller is een dominante persoon waardoor hij anderen wegdrukt. Die dominantie zagen we ook bij een persoon als Cees van der Hoeven, die had op een gegeven moment alleen maar ja-knikkers om zich heen. Zulke personen hebben deskundigen om zich heen nodig, die hen aanvullen op gebieden waar ze minder sterk in zijn.”
Door Rob van Leeuwen