Spotify-oprichter Daniel Ek zei het deze week al: er moet meer Europees geld naar Europese startups die moonshots naar de markt brengen. Het Maastrichtse Mosa Meat begrijpt de boodschap, en bewees vrijdag dat je niet naar Silicon Valley hoeft om op te schalen. Een groep grotendeels Europese investeerders steekt 55 miljoen euro in de kweekvlees-startup die al in 2013 zijn eerste gekweekte hamburger presenteerde.
In die investeerdersgroep zitten ook drie ondernemers die het kapitaal dat zij met hun bedrijf hebben verdiend investeren in een nieuw bedrijf. Een daarvan is Jitse Groen, de oprichter van Takeaway (de andere twee namen worden nog niet gedeeld). Gaat Groens bezorgdienst straks ook kweekvlees bezorgen? ‘Hij doet het op persoonlijke titel’, zegt Mosa Meat-CEO Maarten Bosch (foto rechts). ‘Je zou een strategische fit kunnen zien, maar het is vooral een sterke ondernemer die veel heil in ons ziet. Hij kwam via LinkedIn in contact met een van onze oprichters. We zijn blij dat we zo’n superondernemer aan ons kunnen binden.’
Het grootste deel van de 55 miljoen-ronde is afkomstig van Investeerder Blue Horizon Ventures, een Europees fonds dat geld steekt in game changers in de voedselwereld. Ook bestaande aandeelhouders doen mee, waaronder de investeringstak van biotechgigant Merck en Lowercarbon Capital, het investeringsfonds van Chris Sacca, de Amerikaanse vc die beroemd werd als early stage-investeerder in onder meer Twitter, Uber en Instagram.
De nieuwe investering is een Serie B-ronde die over een paar weken met nog een paar miljoen euro zal worden uitgebreid, zegt Bosch. ‘Sommige investeerders hebben langer de tijd nodig, en we wilden de andere partijen niet langer laten wachten.’
55 miljoen, is dat veel of weinig voor een bedrijf als Mosa Meat?
Bosch: ‘Het is ontzettend veel geld, maar waar wij mee bezig zijn vraagt behoorlijk wat uitgaven. We werken met dure grondstoffen waar we de komende jaren veel van nodig hebben. Die zullen goedkoper worden, maar dat is nog niet het geval. Ook hebben we flink wat geld nodig voor de hardware en het bouwen van productielijnen. Daar zullen nog wel wat iteratieslagen voor nodig zijn. Daarnaast zal het team de komende twee jaar verdrievoudigen, van 50 naar 150 medewerkers of meer.’
De kost gaat bij Mosa Meat jaren voor de baat uit. Hoe lang kun je zoiets rekken?
‘De investeerders die geld in ons stoppen, doen dat ten eerste omdat ze de wereld willen verbeteren. Ze zien wat voor impact ze kunnen hebben met onze technologie. Maar ze doen het ook omdat ze een interessante business zien ontstaan. Dat zal er niet al morgen zijn, maar duurt nog een paar jaar. Hoe lang je het kan rekken hangt af van de techniek, maar ook van de mogelijke returns die liggen te wachten. We hopen in 2023 de eerste hamburgers aan te kunnen bieden. De jaren daarna zullen ook heel intens worden, want dan moet je echt productiecapaciteit gaan inbouwen. Dat is kapitaalintensief.’
Zorgde de coronapandemie nog voor een spaak in het funding-wiel?
‘Dat is tweeledig. Aan de ene kant zie je dat het vertragend werkt. Sommige investeerders konden niet meer investeren omdat hun andere portfoliobedrijven in de problemen zaten, of omdat (bij de ondernemers die aandeelhouder zijn, red.) hun eigen bedrijf in de problemen zat. Aan de andere kant zien mensen dat onze techniek kan bijdragen aan het voorkomen van een coronapandemie. De kans op zoönose (de overdracht van ziektes van dier op mens, red.) is tijdens onze productie nihil. Het is een steriel proces om tonnen vlees te produceren.’
Het kost veel energie om op deze manier vlees te produceren. Hoe duurzaam is kweekvlees vergeleken met plantaardige vleesvervangers?
‘Dat is een vergelijking die ik niet kan maken, omdat ik niet weet hoeveel energie bij die spelers gebruikt wordt. Ja, vlees cultiveren kost energie, maar de vraag is nog hoeveel. De keuzes die we maken hebben hoe dan ook als randvoorwaarde dat het beter is dan het huidige systeem. Wat we nu zien in onze berekeningen is dat we qua landgebruik, waterverbruik en de uitstoot van broeikasgassen veel zuiniger zijn. Qua energieverbruik varieert het van het van ‘gelijk’ tot ‘extreem veel beter’.’
Hoe overtuig je kritische consumenten dat gekweekt vlees beter is dan traditioneel vlees?
‘Dat wordt steeds makkelijker. Wat helpt zijn bijvoorbeeld het aanbod van plantaardige alternatieven, de coronapandemie en andere gebeurtenissen die aantonen dat het huidige voedselsysteem niet werkt. En het blijkt dat de keuzes die consumenten maken wel degelijk verschil maken. Het is nu een kwestie van het bieden van een goed product dat net zo goed is al het traditionele product. Consumenten zullen een product krijgen dat net zo lekker is als wat ze gewend waren, maar zonder negatieve bij-effecten.’
Jullie voeren momenteel gesprekken om kweekvlees goedgekeurd te krijgen in Europa. Hoe lastig is dat wanneer je te maken hebt met een compleet nieuw product?
‘Dat is de uitdaging, inderdaad: de instanties die erover gaan staan hier positief tegenover, maar ze zien ook dat het echt nieuw is. De vraag is of de huidige processen dit wel kunnen faciliteren. We zijn daarover in gesprek en het gaat de goede kant op. De minimale doorlooptijd van de novel food-procedure (de toelating van nieuwe voedingsmiddelen, red.) is anderhalf jaar. We kijken ook naar andere delen van de wereld, waar ze tevens dergelijke processen optuigen die mogelijk zelfs sneller zijn.’
Waar staan jullie in de race met spelers als Memphis Meats, SuperMeat en het eveneens Nederlandse Meatable?
‘Ik vind het fantastisch wat zij doen. We proberen allemaal dezelfde soort verandering teweeg te brengen. Wij doen het op bepaalde gebieden anders, gefocust op rundvlees bijvoorbeeld en zonder GMO (genetische modificatie, red.). In sommige branches zoals software is de eerste zijn, het principe van first mover advantage, heel belangrijk. Maar de uitrol in onze industrie is trager, waardoor zo’n first mover advantage minder evident is. Daarnaast is het zo’n grote markt waar we disruptief in zullen zijn, dat er ruimte is voor meerdere spelers.’
Foto boven: Guido Nispen | Flickr | CC BY 2.0
