Er is geen bijhouden aan, en het gaat zelfs steeds harder met VanMoof. Vorig jaar haalde het fietsmerk van Taco en Ties Carlier in twee kapitaalrondes tientallen miljoenen dollars op. Dat geld is nog niet verbrand, of ceo Taco Carlier mag uitleggen waarom hij nu wéér een sloot heeft opgehaald. Het Chinees-Amerikaanse Hillhouse stapt nu in, samen met ex-Booking-com-kopstuk Gillian Tans. De bestaande aandeelhouders lappen bij. Daarmee komt de C-ronde uit op 128 miljoen dollar.
Daarmee staat de teller op 182 miljoen dollar in totaal. Het zijn bedragen die we in Nederland al bijna gewend waren van scaleups als Adyen, Mollie en Messagebird. Maar als een fietsfabrikant met zoveel nullen tegelijk kapitaal aantrekt, verslikken we ons toch bijna in onze koffie. Wat moeten de Carliers in hemelsnaam met zoveel geld doen, en: hoe kan het dat VanMoof in het domein van de unicorns terecht lijkt te komen?
Gefeliciteerd! Zat VanMoof echt alweer om zoveel geld te springen?
‘Dat niet, maar we wilden ergens in Q4 wel weer het proces opstarten om een nieuwe ronde te gaan doen. We werden ergens dit voorjaar benaderd door Hillhouse, en dat bleek zo’n goede match te zijn dat we besloten hebben het dan maar direct te doen.’
Wat gaan jullie doen met die 128 miljoen?
‘De productie uitbreiden, ons servicenetwerk verder uitrollen en ons R&D-team versterken. We ontwikkelen de technologie achter onze fietsen in eigen huis, daarmee zijn we 10 jaar geleden begonnen bij de lampjes. Dat hebben we gaandeweg uitgebreid naar de motoren, de batterijen, de slimme elektronica en de apps.
We zijn een heel eind, maar er zijn nog altijd onderdelen die we nog zelf willen ontwikkelen, en ook de software vergt nog investeringen. Alles om te komen tot een nog beter geïntegreerd product. We laten het wel fabriceren door een netwerk van outsourcingpartners, maar we hebben straks alles in eigen huis ontworpen en geëngineerd. Exact zoals Apple werkt.’
Toch is het ook veel geld als je let op jullie omvang: vorig jaar had VanMoof een omzet van tegen de 70 miljoen euro. Een grote concurrent als Accell wordt op de beurs lager gewaardeerd dan zijn omzet!
‘Dat is geen goede vergelijking. Een investeerder waardeert ons vooral op onze groei en toekomstige groei. Vorig jaar gingen we extreem hard en ging het volume keer vier, dit keer is het wat minder, maar verwachten we toch weer bijna een verdubbeling.
Bovendien voegen we veel méér waarde toe dan de traditionele fietsenfabrikanten. Zij halen 95 procent van de onderdelen van de plank, zetten daarmee een fiets in elkaar en verkopen die aan de fietshandel. Wij produceren de VanMoofs volledig in eigen beheer en verkopen hem rechtstreeks aan de consument. Wij verdienen dus veel en veel meer aan onze fietsen dan pakweg Gazelle aan een model van 2000 euro.’
‘Het klinkt als een flauwe vergelijking, maar in wezen zijn we echt wat Tesla is voor de automotive: een partij die de hele keten, van het blok aluminium dat de fabriek ingaat tot en met de verkoop en service aan de klant, beheerst. Met dit verschil: de e-bikemarkt groeit nog vele malen sneller dan die van elektrische auto’s. En in die markt van over 4 à 5 jaar 46 miljard dollar bestaan eigenlijk nog geen wereldmerken die een flink marktaandeel hebben zoals – weer – Tesla of Apple. VanMoof heeft goede papieren om dat te worden. Naar dat doel werken we toe, en daar zetten de investeerders op in.’
Klinkt goed. Maar kijken ze ook niet naar de markt voor deelfietsen en -steps, waar spelers als Dott en Lime al jaren worden volgestort met cash?
‘Ik kijk zelf maar naar een ding. Als je het ruim wilt omschrijven: de grootste worden in micromobiliteit in de grote steden. Maar wij trekken echt de grens bij persoonlijk gebruik: onze fiets is niet iets wat je deelt. Zelfs niet als we ze leasen aan bedrijven als Google en Amazon: er is altijd een persoon verantwoordelijk voor de fiets. Het is toch een teer product waar je zorgvuldig mee om moet gaan. En als je het mij vraagt: mensen willen iets als hun auto toch ook niet zomaar delen?’
Ik hoor ook nog geen verhaal over hoe waardevol de data is die jullie verzamelen van je gebruikers
‘Nee, ons verdienmodel blijft geconcentreerd rond de fietsen zelf. We willen het volgende miljard mensen op de fiets krijgen. Daarvoor moeten we nog efficiënter worden, zodat de fiets nog betaalbaarder wordt voor mensen in New York, waar ze toch nog best aanhikken tegen meer dan 2000 euro voor een fiets. Maar we groeien het hardst in Amerika, een land dat het meeste potentie heeft. In Nederland worden inmiddels meer e-bikes verkocht dan niet-elektrische fietsen. In de VS is dat nog maar een paar procent, maar we zijn ervan overtuigd dat het daar ook naar 50 procent kan gaan.’
Oké, Accell is geen rechtstreekse concurrent, waar moeten we die dan zoeken?
‘Naast die traditionele partijen ken ik geen grote e-bikemerken. Er zijn wel een paar veel kleinere en jongere spelers. Wij zijn verder, na tien jaar ervaring met dat volledig geïntegreerde model, een fiets, compleet met alle elektronica, inclusief het track and trace-systeem waarmee we ze terugvinden na diefstal. Zoiets kun je ook alleen goed werkend krijgen als je alles in eigen hand houdt.
We kijken eigenlijk veel meer naar Pioneer, Samsung of LG. Als die in de productie van e-bikes zouden stappen, zouden ze qua productie de kans hebben om bij ons in de buurt te komen. Oké: dan hebben ze nog niet onmiddellijk een lifestylemerk eromheen. Maar dat is wel mijn gevoel: we liggen als producent dichter tegen de consumentenelektronica aan dan tegen fietsen.’
Toch nog even over geld: wordt de volgende stap een IPO, of een beursgang via zo’n vehikel als een SPAC?
‘Ha ha, een SPAC doe je toch als je IPO niet lukt? Nee, serieus: we hebben investeerders die net aan boord zijn, dus heel veel haast heeft het niet, maar een beursgang ligt wel voor de hand. Maar druk op een exit is er niet, dus dat zal toch twee tot vijf jaar duren.’
En tot slot de Unicorn-vraag: verkeer je nu in unicorn-gebied?
‘De waardering is echt het enige waarover we geen uitspraken doen. We zijn er ook totaal niet mee bezig. Ik kan alleen zeggen dat in het algemeen private equitypartijen in deze fase een belang nemen van 10 tot 20 procent. Als je dan gaat rekenen, zouden we het net wel of net niet kunnen zijn. Maar nogmaals: we gaan onze eigen weg. We doen niet mee aan dat spelletje in de software, waar ze telkens over elkaar heen bieden met nog hogere waarderingen.’