Kalo Bagijn is een ondernemer die zijn onbegrip voor (te) dure financiële producten schijnbaar moeiteloos combineert met het vermogen daar een bedrijf omheen te bouwen. Het eerste slachtoffer van Bagijns disruptieve aanpak waren hoge transactiekosten voor het handelen in aandelen, die hij samen met samen met compagnon Thierry Schaap te lijf ging met online belegger BinckBank. Negen jaar later waren woekerpolissen de inspiratie voor Brand New Day.
Voor zijn derde akte Salarise richt de ondernemer zijn pijlen op hoge rentes voor particuliere kredieten. Die zijn door de coronapandemie maximaal tien procent, maar dat is nog altijd een veelvoud van de rente die een spaarrekening oplevert. Te hoge rentes zorgen voor ‘maatschappelijke onrust’, stelt Bagijn.
Hij wijst op werknemers die vanwege onnodig grote betalingsachterstanden niet goed in hun vel zitten, en daardoor minder goed presteren. En op Nibud-cijfers waaruit blijkt dat een miljoen Nederlanders kampen met problematische schulden, en waarvan ongeveer 400.000 te maken krijgen met loonbeslag.
Factoring
Maar hoe krijg je die rentes omlaag, en bouw je ondertussen een gezond bedrijf? Het antwoord op die vraag schuilt in een investering die Bagijn in 2016 deed in Floryn, een factoringbedrijf (destijds nog InvoiceFinance) waar de ondernemer samen met onder andere Peak Capital zes miljoen euro in stak. Dat plantte het zaadje voor zijn nieuwe bedrijf Salarise, een nieuw bedrijf waarmee Bagijn in feite een particuliere variant neerzet van factoring, oftewel financiering op basis van openstaande facturen.
Het gebruik van die facturen als onderpand verlaagt de risico’s voor de leninggevers, en daarmee ook de rente, zag Bagijn: ‘Kun je dat in particulieren markt ook doen, dacht ik, om zo op basis van onderpand een lagere rente te kunnen bedingen. Dan kom je al snel op huizen uit, maar dat gebeurt al met hypotheken. Toen dacht ik aan salarissen. Als je een stukje van het salaris zou bezitten als leningverstrekker, dan heb je veel meer zekerheid over aflossingen, en kun je genoegen nemen met een lagere rente. Dat idee ben ik met een aantal mensen gaan uitwerken.’
Net als BinckBank en Brand New Day zet Salarise als online platform in op automatisering. Zo hoopt de dienst ondanks lagere tarieven toch een rendabel business model neer te kunnen zetten.
Salarisstrook
Via het platform kunnen werknemers een lening oversluiten en aflossen, mits ze Salarise toestemming geven om hun salarisstroken te bekijken. Voorwaarde is ook dat een deelnemend bedrijf een deurtje open zet naar de hr-software waar die salarisstroken te zien zijn. Leengegevens van werknemers worden niet met hun werkgevers gedeeld, belooft Salarise.
Is de koppeling gelegd, dan schrijft de dienst enkele seconden na het storten van het salaris de verschuldigde rente en aflossing automatisch af. Salarise had het geld liever al ingehouden voordat het op de rekening ploft, net zoals de Britse tegenhanger Salary Finance (500 aangesloten bedrijven) dat doet, maar die methode bleek in Nederland een juridische brug te ver.
Dagelijkse leiding
De technologische basis voor het platform schetste Bagijn met Arnold Kamminga (oprichter van hr-softwarebedrijf Navara) en Gerjan de Lange, de CTO van Brand New Day. Het drietal investeert, samen met een paar business angels, ‘meerdere miljoenen’ euro’s om het nieuwe bedrijf op poten te zetten.
De dagelijkse leiding is in handen van Claire Dussenbroek (foto boven links, was onder andere marketingchef bij Reaal), Rino Jekel (ex-directeur Financiën bij a.s.r., en momenteel commissaris bij Brand New Day) en Paul Spronk, afkomstig van ING en daarvoor een van de drijvende krachten achter betaaldienst Payconiq.
BinckBank-clan
Naast Kalo Bagijn en Thierry Schaap zijn er nog een paar bekende ondernemers die na hun tijd bij BinckBank nieuwe bedrijven groot maakten: Nick Bortot begon met beurs-app Bux, Chris Zadeh en Matthijs Aler startten SaaS-dienst voor banken Ohpen en René Frijters richtte Knab op. Het vijftal ex-Binck’ers Gijs Nagel, Niels Klok, Jasper Anderluh, Stef Keetman en Mark Fransen lanceerde onlinebroker DeGiro.
Salarise verdient een commissie van 1,5 procent per (overgesloten) lening. Hoe hoog de totale rentekosten zijn hangt af van de lening in kwestie. Volgens Bagijn liggen die in ieder geval onder de tarieven die banken en andere financiers vragen.
Peer to peer-leningen
Minstens zo opvallend als de koppeling met salarisstroken is de manier waarop Salarise leningen financiert. Net als de werknemers die een lening oversluiten is dat geld afkomstig van particulieren. ‘Om hun de kans te geven om iets goeds te doen met hun geld’, zegt Bagijn. Hij wijst erop dat er meer dan tien keer zoveel geld wordt gespaard (eind vorig jaar 487 miljard euro) dan er wordt geleend. ‘Dus we verwachten dat het aan de leningenkant makkelijker moet kunnen zijn.’
Salarise lokt particulieren geldschieters met een iets hogere rente dan bij de bank. Die uitleners wil de dienst net zoals de leners bereiken via werkgevers. Daardoor zouden in theorie twee collega’s elkaar kunnen financieren (al zullen ze dat in de praktijk nooit van elkaar kunnen weten).
Zo ontstaat een vorm van peer to peer-financiering die doet denken aan spelers als BridgeFund en (het inmiddels gestopte) Funding Circle. Verschil is dat die leenplatformen ook met institutionele investeerders werken. Salarise benaderde bedrijven als geldschieter, maar die zitten volgens Bagijn niet te wachten ‘op een extra financiële relatie’ met hun werknemers.
‘Goed werkgeverschap’
Salarise mikt op de ongeveer 8.000 Nederlandse bedrijven die meer dan honderd werknemers in dienst hebben. Die bedrijven nemen kosteloos deel (en verdienen er evenmin aan). Motivatie om mee te doen zou wat Bagijn betreft ‘goed werkgeverschap’ moeten zijn.
Of de dienst ook goed uitpakt voor werknemers moet nog blijken. Als zij door lagere kosten uiteindelijk meer geld lenen, dan wordt het voordeel van een lagere rente immers tenietgedaan.
Bagijn maakt zich desgevraagd geen zorgen over defaults, oftewel leningen die niet worden terugbetaald. ‘Defaults zijn in Nederland relatief beperkt. Hoe veel lager precies, dat zullen we moeten ontdekken.’