Een topondernemer eigen om door dergelijke fabels heen te prikken, dat is Mol niet gelukt. In een vraaggesprek met de Telegraaf zegt Mol: “Het zag er goed uit: Spyker ging in 2006 tegen de 100 auto’s maken en er waren bestellingen genoeg. Alle reden om te investeren.”
Vooral bij het raceteam ging het mis. Mol kocht bijna alle aandelen die uitgegeven werden om het F1-team te financieren. Hij bleek de enige financier. Zakenman Marcel Boekhoorn stapte, na betalingproblemen bij de Formule 1, in met een miljoenenlening. Vervolgens liet het bestuur een deel van het geïnvesteerde geld verdwijnen in vage posten bij de automaker.
Mol kwam nogal wat lijken in de kast tegen bij Spyker: ” Er bleken diverse schuldeisers te bestaan die allemaal om het hardst schreeuwden.”
Toen Mol het raceteam uit Spyker wilde tillen werd hij hard tegengewerkt door het bestuur van Spyker: “Soms leek het net alsof het management van Spyker de tent liever lieten ploffen, dan dat ze het raceteam wilden verkopen. Zij onderhandelden uit pure emotie en frustratie.”