Schram, dat was toch die docent aan Design Academy die nog ver voordat het woord crowdsourcing gemeengoed werd grote Nederlandse multinationals zo ver wist te krijgen opdrachten te geven aan zijn ‘online ontwerpclub’? Dat klopt. Al in 2009 spraken we hem uitgebreid over zijn online ontwerpgemeenschap. De markt van crowdsourcen was nieuw, hip en Schram liep voorop. ”We waren een van drie aanbieders. In no time hadden we opdrachten.”
In een nieuwe markt kunnen de kansen ook snel keren. In vier jaar tijd had de ondernemer een online pool opgebouwd van 10.000 ontwerpers. Het businessmodel: Redesignme vroeg geld aan bedrijven voor bemiddeling tussen hen en de ontwerpers. Half 2011 bereikte het platform een piek. “We deden twee challenges per week.” Daarna begon de interesse af te nemen. “Van een van drie aanbieders waren we opeens een van de driehonderd.”
Doordat de concurrentie toenam, ontstond prijsdruk. Nog belangrijker was dat het aantal gebruikers en ontwerpers terugliep. “Die gingen shoppen. Door zich bij zo veel mogelijk sites in te schrijven, hoopten zij hun kansen te vergroten. Door die verstrooiing nam ook de kwaliteit af.” Dat had tot gevolg dat bedrijven ook huiverig werden om een idee in alle openheid te pitchen. Door de diversiteit aan crowdsourcesites – van het uitzetten van ontwerpopdrachten tot het co-creëren van nieuwe businessmodellen – werd het ook lastiger klanten te binden. “De interesse voor crowdsourcing nam niet af, bedrijven wilden het meer binnenshuis trekken. Ze wilden meer controle.”
Schram veranderde zijn strategie maar gooide niet het kind met het badwater weg. “We hebben veel geïnvesteerd in de software, ons platform moet je zien als een cloudoplossing die je voortaan ook als product kunt kopen.” Hij besloot de open site te laten doodbloeden en zich volledig te richten op het leveren van software en de expertise rond het onderhouden van het platform. “We vonden het wiel opnieuw uit, maar wel op een veel betere manier.”
Nieuwe distributie: partnerships met marktonderzoeksbureaus
Om zijn product in de markt te zetten, is Schram vervolgens partnerships aangegaan met marktonderzoeksbureaus. “Toen we net begonnen waren we concurrenten, die elkaar af en toe bij pitches tegen kwamen. Gaandeweg realiseerden we ons dat we elkaar steeds meer nodig hadden.” Waar Schram als gevolg van de grote concurrentie steeds meer moeite had een kwalitatief goede crowd te leveren, zagen de traditionele marktonderzoekers in dat ze niet meer om online crowdsourcingtools heen konden. “Ze moesten hetzelfde werk leveren voor de helft van de budget.” Inmiddels zijn Blauw Research, Ruigrok en TNS de drie grootste partners van CMNTY. Die gebruiken de software om via crowdsourcing het marktonderzoek voor grote bedrijven te doen. Schram: “Waar wij eerst rechtstreeks met eindklant schakelden, zijn we nu op de achtergrond getreden als technologieleverancier.”
Schram heeft inmiddels een minderheidsbelang in zijn bedrijf verkocht aan Stimulus Venture Capital Fund (SVCF) in Eindhoven. “Er zit een ervaren club van ondernemers achter. Ze laten ons erg vrij.” Met het opgehaalde groeikapitaal wil de ondernemer, die nu een team heeft van tien man, vooral omzet uit het buitenland halen. Daar komt nu al vijftig procent van de totaalomzet van zes ton vandaan. Voor dit jaar ligt de lat bij een miljoen, volgend jaar moet dat het dubbele worden. “We gaan dus flinke stappen maken.” Zo heeft CMNTY onlangs het in New York gevestigde duurzame reclamebureau BBMG als klant binnengehaald en wil het zich op ook consultancybedrijven gaan richten, voornamelijk in Duitsland en Engeland, maar ook in de VS. “We hoeven geen actieve sales te doen, klanten weten ons makkelijk te vinden.”
Naamsverandering
De grootste uitdaging is volgens hem het leveren van goede ondersteuning. “Zo hebben we een klant in Los Angeles. Die begint als wij de deur achter ons dicht trekken, wij kunnen ze pas antwoorden als bij ons de zon weer op gaat.” Schram is nu bezig met het opzetten van zogeheten communityconsultants in verschillende delen in de wereld. “De techniek en ontwikkeling blijven we doen vanuit Nederland.” En hoe zit het dan precies met die naamswijziging? “Ik moest klanten steeds uitleggen dat de site niet meer dat open crowdsourceplatform was. Bij een nieuwe strategie hoort ook een nieuw imago.”