Van Heertum zoekt de verklaring in de kwakkelende economie. “Het investeringsrisico voor strategische kopers en management-buy-ins is toegenomen. Veel vergrijsde ondernemers hebben daarom besloten om betere tijden af te wachten.”
Sommige bedrijven worden nog steeds snel overgenomen. Populair zijn administratiekantoren, accountantskantoren en assurantiebedrijven met aantrekkelijke polisportefeuilles. Een duidelijke daler is de groothandel. Dat komt vooral doordat producenten zelf een eigen webwinkel opzetten. Van Heertum: “Er is alleen bestaansrecht voor de groothandel met een scala aan leveranciers en een goed persoonlijk contact met de klant.”
Ook succesvolle ondernemers kunnen moeite krijgen met de verkoop. Prachtige winstcijfers drijven de prijs juist teveel op en dat schrikt potentiële kopers af. Het wordt dan moeilijk de resultaten nog stralender te maken, omdat de overnamesom uit de winstverbetering moet worden terugverdiend. Verliesgevende ondernemingen trekken wel altijd belangstellenden. Vooral van kopers die weinig willen betalen om na een reorganisatie de boel weer met winst van de hand te doen.
De leeftijd van ondernemers die hun bedrijven verkopen wordt steeds hoger. Veel naoorlogse familiebedrijven zijn zonder een opvolger komen te zitten en staan in de verkoop. Volgens Van Heertum kan het voor dit soort bedrijven lang duren voor ze verkocht zijn. “Soms wel drie tot vier jaar”. Nieuwkomer binnen overnameland is de relatief, jonge ondernemer. Die stampt een bedrijf uit de grond om het vervolgens na een paar jaar voor veel geld te verkopen. Van Heertum schat dat 25 procent van de bedrijfsovernames onder deze categorie valt.