E-step-startups vermarkten hun product als milieuvriendelijk transportmiddel. Doordat de deelsteps elektrisch worden aangedreven, stoten zij immers geen CO2 uit tijdens ritjes. Dat hier behoorlijk wat op af te dingen valt, wisten we allang: veel e-steps gaan al na een paar maanden kapot, waardoor nieuwe productie nodig is. Bovendien concurreren ze momenteel voornamelijk met het openbaar vervoer, in plaats van met de auto.
Een afgelopen maand gepubliceerde studie van de North Carolina State University bevestigt het nog lang niet groene karakter van e-step-startups. De onderzoekers keken naar de Xiaomi M365, die startup Bird gebruikte voor zijn eerste e-step. Ze onderzochten per onderdeel hoeveel broeikasgassen er vrijkwamen bij de productie en wat de effecten waren op water- en luchtvervuiling.
Korte levensduur
Belangrijk voor de mate van vervuiling is de levensduur van een e-step en hoe vaak ze vernield worden. Voor de Xiaomi M365-deelsteps is de gemiddelde levensduur iets meer dan een kwartaal. Een Amerikaanse studie eerder dit jaar liet echter zien dat de Xiaomi M365 het nog geen maand uithield. De levensduur van de deelbare e-steps is wel aan het stijgen, omdat de kwaliteit van nieuwe modellen toeneemt. Zo kan het nieuwe model van Bird als deelmodel al zo’n 10 maanden meegaan.
Alhoewel er dus sprake is van een verlenging van de gemiddelde levensduur, kunnen we gerust stellen dat de deelbare e-steps tot dusver karaktertrekken vertonen van wegwerpproducten. Voor de studie gingen de onderzoekers voor het gemak uit van een gemiddelde levensduur van een half jaar.
Bus is duurzamer
De deelbare e-step blijkt door het CO2-verbruik bij de productie maar liefst 202 gram kooldioxide uit te stoten per mijl, wat staat voor 1,6 kilometer. De uitstoot van een niet-elektrische auto haalt per mijl het dubbele, maar neem je een – niet-elektrische – bus, dan daalt de uitstoot naar 82 gram per mijl. De uitstoot van de fiets is, inclusief productie, gemiddeld 8 gram per mijl en wandelen is vanzelfsprekend uitstootvrij.
Tel daarbij op dat de e-step tot dusver voornamelijk met het openbaar vervoer en de fiets concurreerde en de relatieve milieuschade stapelt zich verder op. Op het eind van een dag worden de stepjes bovendien door zelfstandigen opgehaald om opgeladen te worden, en vaak worden ze in een auto met verbrandingsmotor gegooid om naar een centrale laadplek te worden vervoerd. Deze extra mobiliteit vergroot de milieuschade nog verder.
Oplossingen
Willen e-step-startups dus een duurzaam succes van hun business maken, dan zullen zij – naast het beperken van overlast – sterk moeten inzetten op het verlengen van de gemiddelde levensduur van hun e-steps. Om de klimaatschade extra in te dammen, zouden ze bijvoorbeeld kunnen investeren in e-step-laadpalen in stadscentra, waar gebruikers hun stepjes weer kunnen inleveren.
De klimaatwinst komt er bovendien pas écht als de e-step zijn belofte van minder auto’s op de weg waar weet te maken. Eén ding is zeker: markt gaat dit niet alleen oplossen, ook de politiek is hierbij nodig. Om de e-step daadwerkelijk met de auto te laten concurreren, zullen lokale overheden het aan moeten durven om stadscentra autovrij of autoluw te maken. Dat is een uitdaging in conservatieve tijden.
Foto: Getty.