In de oude situatie bevond zich 11 procent van de goudvoorraad in Nederland, 51 procent in de VS, terwijl het resterende deel in Canada (20 procent) en het Verenigd Koninkrijk (18 procent) was opgeslagen. De locatieverdeling volgens het herziene beleid ziet er als volgt uit: 31 procent in Amsterdam, 31 procent in New York, terwijl de percentages voor Ottawa en Londen met respectievelijk 20 en 18 onveranderd blijven.
Met deze aanpassing voegt DNB zich bij andere centrale banken die een groter deel van hun goudvoorraad opslaan in eigen land. ,,Behalve een evenwichtiger verdeling van de goudvoorraad over de verschillende locaties kan dit ook bijdragen aan een positief vertrouwenseffect bij het publiek”, zegt de centrale bank.
Verandering
De verdeling van het goud over verschillende locaties is vaker aan verandering onderhevig geweest. In de periode na de Tweede Wereldoorlog tot begin jaren zeventig voegde DNB bijvoorbeeld veel goud toe aan haar reserves, vooral in New York. Sindsdien hebben zich meer mutaties voorgedaan.
De belangrijkste oorzaken hiervoor zijn goudverkopen in de afgelopen decennia en het sluiten van de kluizen van de Reserve Bank of Australia, waardoor DNB in 2000 goud verscheepte van Australië naar het Verenigd Koninkrijk.
612 ton
DNB heeft in totaal voor 612 ton aan goud in de kluizen liggen. Volgens de huidige goudprijs vertegenwoordigt dat een waarde van bijna 19 miljard euro.
Minister Jeroen Dijsselbloem (Financiën) liet vrijdag weten dat de herziening van de goudlocaties ,,een zaak van De Nederlandsche Bank is”. Hij zei ,,er kennis van te nemen”.