Wanneer is sprake van staatssteun?
Van staatssteun is sprake indien aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan:
- de overheid verschaft een of meer ondernemingen een economisch voordeel dat niet langs commerciële weg verkregen had kunnen worden;
- dat voordeel is bekostigd met overheidsgeld;
- het voordeel komt ten goede aan (een) bepaalde onderneming(en);
- het voordeel leidt (mogelijk) tot concurrentievervalsing, en heeft (potentieel) invloed op de handel tussen EU-lidstaten.
(1) voordeelHet begrip voordeel dient breed te worden opgevat. Het kan gaan om overheidssubsidies, maar staatssteun kan ook andere vormen aannemen.
Denk aan:
- een belastingvoordeel;
- een lening of garantie tegen gunstige voorwaarden;
- de verkoop van vastgoed tegen een lagere prijs dan de marktwaarde;
- de aanleg van voorzieningen waarvan het openbaar belang discutabel is omdat met name bepaalde bedrijven ervan profiteren.
Ook de reden en het doel van de steun zijn niet van belang. Subsidie voor reïntegratie van werknemers bijvoorbeeld, kan uit maatschappelijk oogpunt zeer wenselijk zijn. Ook dan kan echter sprake zijn van staatssteun.
(2) bekostigd met overheidsgeldStaatssteun kan afkomstig zijn van de nationale overheid, maar ook van lagere overheden. Denk met name aan provincies en gemeenten. Van staatssteun kan zelfs sprake zijn als niet direct overheidsgeld betrokken is, maar het voordeel uiteindelijk wel aan de overheid kan worden toegeschreven.
(3) selectiefEen overheidsmaatregel die alle ondernemingen begunstigt is in beginsel geen staatssteun. Denk aan een algemene aftrekregeling voor directe belastingen. Bij staatssteun gaat het om een selectief voordeel, dat een bepaalde onderneming of een bepaalde groep ondernemingen begunstigt. Bij dit laatste kunt u denken aan ondernemingen in de regio Zuid-Limburg of ondernemingen actief in de IT sector.
(4) concurrentievervalsing en invloed op tussenstaatse handelIndien aan voorgaande drie voorwaarden is voldaan, wordt concurrentievervalsing verondersteld. In dat geval zijn namelijk een of meer ondernemingen bevoordeeld boven andere, hetgeen leidt tot ongelijke kansen.
Ook wordt snel aangenomen dat de handel tussen EU-lidstaten is beïnvloed. Dit zal met name het geval zijn indien een begunstigde onderneming actief is nabij de landsgrenzen, zoals in Goes of Maastricht. Niet vereist is dat een onderneming daadwerkelijk aan de internationale handel deelneemt.
Wanneer is staatssteun verboden?Het verstrekken van staatssteun is niet per definitie verboden. Indien een steunmaatregel vooraf aan de Europese Commissie is voorgelegd en zij haar goedkeuring daaraan heeft verleend, is de maatregel geoorloofd. Goedkeuring wordt verkregen indien de voordelen van de maatregel opwegen tegen de nadelen ervan (concurrentievervalsing).
In beginsel moet alle steun die aan de eerste drie voorwaarden voldoet aan de Europese Commissie worden voorgelegd. Een belangrijke uitzondering is de zogenoemde de minimis-steun’: steun die onder een bepaalde waarde blijft, en waarvan op voorhand vaststaat hoeveel zij bedraagt. De minimis-steun’ is zonder meer toegestaan.
Welke risico’s voor ondernemers?De overheid is verplicht verboden staatssteun met rente van de begunstigde onderneming(en) terug te vorderen. Verder kan de overheid hangende een onderzoek worden verplicht steun stop te zetten, waardoor een project (ernstig) vertraagd kan worden.
De Europese Commissie heeft exclusieve bevoegdheid om staatssteun te beoordelen. Voorafgaand daaraan is echter ook de Nederlandse rechter bevoegd uitspraken te doen, op verzoek van iedereen die daar belang bij heeft.
Staatssteun voor uw concurrent(en)Indien u zelf wordt benadeeld doordat (verboden) staatssteun is of wordt verstrekt aan uw concurrent(en), kan het zinvol zijn een procedure te starten bij de Nederlandse rechter. Ook kunt u de Europese Commissie om een onderzoek verzoeken door een klacht in te dienen.
Vivian Schellekens (AKD Prinsen Van Wijmen)