Gemalen restvlees en dierlijk vet. Het zijn de belangrijkste bestanddelen van de worst zoals die bij veel mensen bekend is. Gekleed in een plastic ogend omhulsel van dierendarm. Nederlanders eten graag een plakje worst, maar als het over de ingrediënten gaat loopt het water doorgaans niet meteen in de mond.
Drie vrienden die worst maken
Het product wordt vaak beschouwd als afvoerputje van de vleesindustrie. Maar daar willen Geert van Wersch (38), Jiri Brandt (37) en Samuel Levie (39) verandering in brengen. De drie vrienden uit Amsterdam hebben een duidelijke missie: in 2028 moet minimaal de helft van de worst die in Noord-Europese huishoudens wordt gegeten, afkomstig zijn van niet-industrieel geproduceerd vlees. Lees: biologisch of vegan.
Van Wersch, Brandt en Levie zijn vrienden van de middelbare school. De jaren erna maakten ze samen heel wat kilometers in de Amsterdamse horeca. Hun ondernemersambitie kreeg gestalte toen ze zo’n vijftien jaar geleden een cateringbedrijf startten. ‘We zorgden er altijd voor dat er minimaal één worst in het aanbod zat. Gewoon, omdat we dat zo’n mooi product vinden’, zegt Levie.
Netflix-slager Dario Cecchini
De dan nog jonge twintigers verkassen naar Italië, waar ze stage gaan lopen bij een aantal slagerijen. Doel is onder meer om hier de kunst van de gefermenteerde worst onder de knie te krijgen. Zo krijgen ze een kijkje in de keuken van Dario Cecchini uit Panzano, niet ver van Florence. Deze wereldberoemde slager was onder meer te zien in de Netflix-serie Chef’s Table.
We zijn in Nederland de varkensschuivers van Europa geworden
‘Het viel ons op dat er in de Italiaanse regio’s veel droge worsten worden gemaakt van Nederlandse industrievarkens. Die komen aan in een truck en gaan terug als worst. Wij vroegen ons af of dat anders kan. Duurzamer vooral.’
Levie vervolgt zijn verhaal: ‘In ons land worden zo’n 12 miljoen varkens gehouden. De dieren zijn handelswaar, een commodity. Geld verdienen lukt alleen door hoge volumes te draaien. Zo zijn we in Nederland de varkensschuivers van Europa geworden.’
Geen eenheidsworsten
Kunnen we in Nederland hoogwaardige worst produceren van boeren die het anders doen? Die hun dieren een levenswaardig bestaan gunnen? En zo een worst op de markt brengen die veel beter smaakt dan het doorsnee spul dat je in de supermarkten vindt. Eenheidsworsten, noemt Levie dat aanbod. Letterlijk én figuurlijk.
Met dat idee begint het trio bijna twaalf jaar geleden met hun eigen biologische worstenmerk Brandt & Levie. In het oorspronkelijke businessplan staat ook nog een restaurant, maar dat idee komt nooit van de grond. Al snel blijken de worsten niet aan te slepen.
3 miljoen worsten per jaar
‘We maken verse en droge worsten en verkopen die bij diverse kanalen. Dan kun je bijvoorbeeld denken aan een premium retailer als Ekoplaza en een serie kleine speciaalzaken. Mooie kaaswinkels, notenwinkels en high end slagerijen. Online werken we samen met Crisp en Hellofresh’, aldus Levie.
De omzet groeide de afgelopen jaren met 25 procent. Met zo’n 3 miljoen verkochte worsten per jaar mag Brandt & Levie zich inmiddels één van de grootste biologische worstenmakerijen van Nederland noemen.
Via een sharefundingcampagne op Eyevestor haalde het bedrijf de afgelopen weken ruim 700.000 euro op en de campagne loopt nog even door.
Lees ook: Fans aandeelhouder laten worden van je startup? Sharefunding maakt opmars in Nederland
Met het geld willen de founders gaan bouwen aan een worstenimperium, met meer duurzame alternatieven. In 2021 lanceerden ze al een 100 procent circulaire worst, gemaakt van varkens die zijn gevoed met reststromen. Voedsel dat wel is geproduceerd, maar in de afvalbak dreigde te belanden.
Vegan worst in de maak
Ook hun hybride knakworst doet het naar eigen zeggen goed. Dit product bestaat voor 40 procent uit bieten en kikkererwten. Maar op hun bord ligt een nog grotere uitdaging: de productie van een volledig plantaardige worst. Een die wél lekker is, haast Levie erbij te zeggen.
‘We hebben al wel geëxperimenteerd, maar komen niet verder dan wat er nu in de supermarkt ligt. Die vleesvervangers zijn gemaakt van soja en velderwten. We moeten terug naar de tekentafel om nieuwe paden te verkennen. Daarvoor kijken we naar een aantal peulvruchten, waaronder lupine, linzen en kikkererwten.’
Het aanbod culinaire worsten in Duitsland en Oostenrijk is niet zo groot
Met het groeigeld heeft Brandt & Levie een productontwikkelaar in dienst kunnen nemen. Daarnaast is er nu iemand aan boord die ervaring heeft met vleesvervangers. Zij gaan, samen met co-founder Geert van Wersch, aan de slag met de ontwikkeling van hun eigen vegan worst. Tegen het einde van 2023 hopen ze een product te hebben dat de markt op kan.
Buitenlands avontuur voor Brandt & Levie
Het bedrijf is met een aantal retail-partners al actief over de grens, in België, Duitsland en Oostenrijk. Met name in die laatste twee markten ziet Levie groeipotentie. ‘De markt voor biologische producten is daar veel groter, het aanbod culinaire worsten daarentegen niet zo groot.’
De grote supermarkten in Nederland zijn nog geen klant. Een strategische keuze, zo legt Levie uit. In hun verkoopstrategie spelen speciaalzaken een belangrijke rol. Wel denkt hij dat dit over een paar jaar zomaar anders kan zijn. ‘Een kwalitatief hoogstaande vegan worst zou het bij Albert Heijn best goed doen, denken we.’
Lees meer:
- Hoe TommyTomato kinderen op de basisschool meer groente wil laten eten
- Startup Plant B daagt lasagneproducenten uit met veganistische kant-en-klaarmaaltijden
- Zo daagt VFC de vleesindustrie uit met guerrillamarketing