De bank kende de 100.000 euro toe als ,,een gedeeltelijke compensatie van het wegvallen van de variabele beloning”. In een verklaring stelden de bestuurders dat ze de onrust die er over is ontstaan ,,begrijpen en betreuren”. Ook erkennen ze dat de onrust niet goed is voor klanten, medewerkers en ,,het algemeen vertrouwen in ABN AMRO”.
Tegelijkertijd houden de bestuurders vol dat ze wel degelijk recht hadden op de loonsverhoging. ,,De toekenning van de toeslag is gebaseerd op democratisch tot stand gekomen wetgeving, voldoet aan letter en geest van de wet, is vastgelegd in een aandeelhoudersbesluit, is in overeenstemming met de minister van Financiën en is gemeld aan de Tweede Kamer”.
Vanwege de ontstane ophef over de salarissen en de toekomst van de bank ,,laten wij als altijd het bank- en het algemeen belang voor gaan. Wij hopen dat de rust nu terugkeert”, aldus de bestuurders.