Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

4 Europese challengers die de grootste mobiele bank willen worden

Met een kapitaalronde van 260 miljoen euro claimt de Duitse challengerbank N26 donderdag het Europese financieringsrecord voor fintechbedrijven. De challenger van Valentin Stalf en Maximilian Tayenthal stort zich op dezelfde markt als Bunq, Monzo en Revolut, die ook allemaal in 2015 werden opgericht.

Langzaam maar zeker beginnen Europese bankenchallengers volwassen te worden, in een streng gereguleerde markt waar ‘even’ snel uitrollen geen optie is. Voorlopig hoogtepunt is een kapitaalronde van 260 miljoen euro voor de 5 jaar oude Duitse bankenchallenger N26, een ronde die wordt geleid door de Amerikaanse investeringsmaatschappij Insight Venture Partners.

Net als het Nederlandse Bunq zit de bank van de toekomst wat N26 betreft in je smartphone. De uitdaging voor deze nieuwe diensten is om niet alleen als tweede bankrekening, maar ook als primaire bankrekening te worden gebruikt; veel mensen gebruiken hun Bunq- of Revolut-rekening nog altijd naast een traditionele bank. Het is nog de vraag of de populariteit van deze challengers, die massa voor zich proberen te winnen met een freemium-model, zich ook vertaalt naar klinkende omzet. Vier belangrijke spelers die momenteel Europees (en verder) groeien met hun bank-in-en-app: 

1. N26

Wie: Valentin Stalf en Maximilian Tayenthal
Sinds: 2015  
Waar: Berlijn, New York, Barcelona
Gebruikers: 2,3 miljoen 
Financiering: 500 miljoen euro  
Waardering: 2,7 miljard euro 
Landen: 24, waaronder ook Nederland 
Medewerkers: 750 

N26-oprichters Valentin Stalf en Maximilian Tayenthal (beiden Oostenrijkers) doken in 2012 in de fintech-wereld met in eerste instantie een prepaid-oplossing (Papayer) voor jongeren. In januari 2015 lanceerden zij met N26 (toen nog onder de naam Number26) als een van de eersten een bank(rekening) in een app, in samenwerking met betaaldienst Wirecard. Een N26-rekening is gratis, geld verdient het bedrijf onder meer met commissies over betalingen in (web)winkels, met rood staan (krediet), beleggingen en met het geld dat klanten op hun rekening stallen, momenteel bij elkaar 1 miljard euro. N26 krijgt er dagelijks 10.000 klanten bij, zegt Stalf in de Duitse krant Die Welt.

Voor de nieuwe financieringsronde van 260 miljoen euro had N26 al ruim 200 miljoen op zak van onder anderen Peter Thiel en de Hongkongse tycoon Li Ka-Shing. Dat investeringsgeld lijkt vooralsnog harder binnen te komen dan dat het er weer uitvliegt: tussen 2012 en bedroeg het verlies van N26 ‘maar’ 19,6 miljoen euro (14,7 miljoen in 2016, het meest recente jaar waar cijfers over bekend zijn). Volgens Stalf kost een gemiddelde klant N26 dankzij automatisering maar een zesde van wat een gangbare bank kwijt is, kosten die verder kunnen (en moeten) dalen naarmate het bedrijf meer klanten aan boord weet te krijgen. 

N26 claimt nu ruim 2,3 miljoen klanten in 24 landen. In de eerste helft van 2019 wil het bedrijf de oversteek naar de Verenigde Staten maken, waarvoor inmiddels een (nog onbekende) Amerikaanse partnerbank is gestrikt (waarschijnlijk omdat N26 zo niet hoeft te wachten totdat alle benodigde vergunningen binnen zijn). Mobiele banken zijn in de VS nog een vrij onbekend fenomeen. De komende jaren wil N26 groeien naar 100 miljoen klanten. Grote aantallen, waarbij de vraag is in hoeverre al die klanten ook geld in het laatje zullen brengen. 

2. Revolut

Wie: Nikolay Storonsky, Vlad Yatsenko
Sinds: 2015
Waar: Londen 
Gebruikers: 3 miljoen 
Werknemers: 630
Financiering: 290 miljoen euro 
Waardering: 1,5 miljard
Landen: 33, waaronder ook Nederland 
Medewerkers: 630 

Het in Londen gevestigde Revolut is de belangrijkste tegenspeler van N26 op het Europese strijdtoneel. “We zijn de underdogs”, zet het bedrijf zich in zijn missie af tegen de grote banken. En: “Banken kunnen verslagen worden.” Het bedrijf van de in 1984 in Moskou geboren Nikolay Storonsky (foto rechts) levert een betaalpas waarmee momenteel 3 miljoen gebruikers kostenloos betalingen kunnen doen in 150 valuta. De dienst dook afgelopen jaar ook op het verhandelen van cryptovaluta. Ook verzekeringen zitten in het verdienmodel van de pas 3 jaar oude app-bank.

Revolut harkte in april vorig jaar 216 miljoen euro groeigeld binnen, in een ronde geleid door DST Global. Na die ronde klopte Storonksy zich, gevraagd naar zijn mening over N26 en Monzo, even flink op de borst (en nam een loopje met de werkelijkheid): “We groeien nu al vier tot vijf keer zo snel vergeleken met hen. We zijn een wereldwijd alternatief voor banken, terwijl zij lokaal zijn.” Na de laatste kapitaalronde bezit Storonsky nog altijd 30 procent van zijn bedrijf, een aandelenpakket dat goed is voor een (papieren) waarde van 440 miljoen euro.

Ook voor Revolut geldt dat een winstgevend bedrijf nog lang niet aan de orde is. De dienst boekte in 2017 een verlies van 17 miljoen euro, op een omzet van 15 miljoen. Net als N26 heeft Revolut voor de komende jaren zijn zinnen gezet op een groeidoel van 100 miljoen gebruikers.

3. Monzo

Wie: Tom Blomfield, Jonas Huckestein, Jason Bates, Paul Rippon, Gary Dolman
Sinds: 2015   
Waar: Londen
Gebruikers: 1 miljoen 
Werknemers: 500  
Financiering:  233 miljoen euro
Waardering: 1,1 miljard euro 
Landen: Verenigd Koninkrijk  
Medewerkers: 550

Monzo ging in 2015 van start met een prepaid-betaalkaart en een app. Het afgelopen jaar maakte de dienst de switch naar een gewone betaalrekening en werd het een volwaardige bank. De opvallend gekleurde Monzo-kaart is inmiddels een vertrouwd gezicht onder vooral jongere, tech-savvy gebruikers. 

Het bedrijf werd afgelopen oktober dankzij een investering van 85 miljoen pond (94 miljoen euro) de nieuwse Britse unicorn, met een waardering van naar verluidt meer dan 1 miljard euro. Opvallend genoeg werkte oprichter Tom Blomfield (33) eerder bij Starling Bank, een andere Britse challenger-bank. Ook Monzo maakt plannen om naar de VS te gaan. 

Monzo kondigde deze week de opening van een nieuwe support-vestiging aan in Cardiff, goed voor 300 banen. Net als bij andere snelgroeiende tech-bedrijven gaat bij Monzo de kost voor de baat uit. In het boekjaar dat eindigde in februari 2018 noteerde de dienst een verlies van 33 miljoen pond. “Hoe meer je groeit, hoe meer je verliest”, vatte Blomfield het eerder droog samen. 

4. Bunq

 

Wie: Ali Niknam 
Sinds: 2015 
Waar: Amsterdam 
Gebruikers: niet bekend
Landen: Nederland, Duitsland, Oostenrijk, Italië en Spanje.
Financiering: 35 miljoen euro 
Waardering: niet bekend 
Werknemers: 80

Ali Niknam (36), die zijn geld verdiende met hostingprovider TransIP, was in 2015 met Bunq de eerste nieuwe bank in 10 jaar – al wilde hij zijn bedrijf destijds geen ‘bank’ noemen. De ondernemer vindt dat banken de samenleving “gijzelen”, zo schreef hij vorig jaar, met in Nederland een “kartel” van drie grote spelers: ING, Rabobank en ABN Amro.

Niknam: “We zijn opgericht om een enorm probleem in de samenleving op te lossen: banken hielden (en houden!) de samenleving in de houdgreep met een uniform aanbod. Een aanbod waar we allemaal van weten dat het problemen met zich meegebracht heeft en dat veel mensen in de moeilijkheden heeft gebracht. In plaats van toe te kijken en het allemaal nog slechter te zien gaan heb ik besloten om verandering te brengen in deze zeer uniforme en zeer traditionele sector.”

Bunq verdient onder meer geld met een premium-pakket van 7,99 per maand, inclusief drie betaalpassen en 25 bankrekeningen. Niknam stak tot nu toe zelf 35 miljoen euro in de dienst. In 2017 draaide het bedrijf een verlies van 9 miljoen euro. In het jaarverslag over 2017 stelde het verlieslijdende bedrijf “op lange termijn winstgevend’ te zullen zijn.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Google en Apple

De komende tijd moet blijken welke challengerbanken een vaste plek weten te veroveren naast traditionele banken. Aan nieuwe spelers in ieder geval gebrek, ook namen als Starling, Tandem, Atom en Qonto (Frankrijk) kloppen de poort van de gevestigde bankenorde. Daarbij is het ook de vraag welke rol techbedrijven als Google en Apple zullen opeisen.

Vooralsnog zijn de betaaldiensten van die Silicon Valley-giganten juist een zegen voor een bedrijf als N26, zegt oprichter Valentin Stalf in Die Welt: “We bieden onze klanten zowel Google Pay als Apple Pay aan, en onze klanten profiteren daarvan. Sinds Apple in december met zijn betaaldienst naar Duitsland kwam, is het aantal nieuwe rekeningen opnieuw omhooggeschoten. Hoe meer mensen een smartphone in handen hebben, hoe vaker ze ook in onze app zijn.”