Ik zit middenin een ‘rite de passage', middenin dat ritueel dat de verandering in mijn sociale status markeert.
Na een flink aantal jaren traag voort te hebben gedobberd in files rond Amsterdam in een glanzende Audi A6, reis ik tegenwoordig met de metro naar mijn werk. Een verandering die mijn sociale status op onverwachte wijze verrijkt. Het is een feestelijke aangelegenheid, zo'n ochtendrit met de hoofdstedelijke ondergrondse. Door de multiculturele achtergrond van de Amsterdamse reizigers is het een kleurrijk evenement.
Zo zit ik iedere ochtend tegenover een Japanse jonge vrouw die haar dag begint met het nuttigen van dampende koffie uit een futuristisch ogende thermosbeker. Zij draagt witte sokken in haar sneakers onder een krijtstreep rokje, haar pumps in de tas. Na de koffie volgt Chanel. De make-up wordt zorgvuldig en geconcentreerd opgebracht en tegen de tijd dat zij op het WTC eruit moet, is zij helemaal klaar voor een dag op de Zuidas.
En dan de Indiër, die niet gehinderd door enige kennis van de Nederlandse etiquette zijn Indiase kruidengeur verspreid. In een ‘Passage to India'-Engels instrueert hij luidruchtig zijn collega door de celphone en stoïcijns somt hij alle namen van de haltes op. Toe aan een nieuwe uitdaging? Of mijn persoonlijke favoriet. De Nederlandse man van middelbare leeftijd met gepoetste schoenen. Hij ontvouwt zijn zakdoek en vlijt deze neer op het morsige zitvlak van de metrostoel. Nadat hij is gaan zitten komt steevast een lijvig wetenschappelijk werk uit de tas. Vast een professor aan de VU. Maar hij kan ook een actuaris zijn.
De metro is een bron van mensen die wellicht beter ergens anders kunnen werken, die toe zijn aan hun ‘rite de passage'. Ik start een metro-recruitmentdesk. Vooraan, in het eerste compartiment. Zodat een ieder mij weet te vinden en kan meedraaien in het ritueel van de match.
Lilian Bakker werkt al twintig jaar in de wondere wereld van HR.