Onderdelen voor reuzenrad The London Eye. De overkapping van de nieuwe internationale luchthaven van Mexico City. De stalen verkeersportalen boven de Nederlandse snelwegen. Het is slechts een greep uit het veelzijdige portfolio van HGG, dat een snijbedrijf en een machinebouwbedrijf onder één dak verenigt.
Het bedrijf uit Wieringerwerf is wereldleider als het gaat om de productie van ingenieuze 3D-profileeroplossingen van dikwandig staal, voor uiteenlopende sectoren als de staalbouw, scheepsbouw, de offshoresector en de procesindustrie. Daarnaast ontwikkelt het bedrijf gerobotiseerde machines voor het geautomatiseerd snijden van buizen, balken, kokers en ander profielstaal, inclusief de onderliggende rekensoftware en de gebruikersinterfaces.
Vrije vormen
Die laatste tak van sport zal de komende jaren alleen maar in belang toenemen, verwacht general manager Jos Wijnker. ‘Robotische automatisering wordt steeds belangrijker voor metaalbewerkingen als snijden en lassen. Groot voordeel van een robot is dat hij efficiënt en enorm nauwkeurig werkt.’
‘Tegelijkertijd is een veelgenoemd nádeel dat veel robots niet goed om kunnen gaan met vrije vormen. En dat is lastig, zeker nu ontwerpers steeds vaker vormen uit de natuur gebruiken binnen hun design en er – zeker in het Midden-Oosten – steeds meer grote, exotische gebouwen verrijzen. Onze snijmachines kunnen dit soort vrije vormen wél al aan. Onder het motto freedom to create bieden we onze klanten de mogelijkheid om hun ontwerpen, hoe buitenissig ook, tot leven te wekken.’
Mental factoring
De sleutel tot het succes ligt in het geval van HGG in een groot contingent aan softwareontwikkelaars. Je zou HGG bijna een softwarebedrijf kunnen noemen, schetst Wijnker. ‘In vergelijking met traditionele maakbedrijven besteden we veel tijd aan het ontwerp van machines en het ontwikkelen van de onderliggende software.’
‘Frees- en draaibanken tref je bij ons niet aan: we richten ons, naast softwareontwikkeling, voornamelijk op het assembleren van machines en op de integratie van diezelfde machines op locatie bij de klant. Het is een werkwijze die we zelf mental factoring zijn gaan noemen: we produceren met het hoofd, niet met de hand. Daarmee onderscheiden we ons wel van het gemiddelde maakbedrijf, zeker in de metaalindustrie.’
Het Internet of Things is een ander voorbeeld van nieuwe technologie die HGG omarmt, vervolgt Wijnker. ‘Doordat onze machines steeds meer data genereren – bijvoorbeeld over productiviteit en snelheid – zijn we steeds beter in staat om te voorspellen waar en wanneer er onderhoud nodig is. Via ons wereldwijde servicenetwerk kunnen we die predicatieve maintenance vervolgens concreet handen en voeten geven.’
Samenwerking
Net als veel andere maaksectoren heeft de metaalbranche last van vergrijzing. Met zijn gerobotiseerde snijmachines spint HGG daar garen bij, denkt Wijnker. ‘De komende jaren gaan ook in Nederland enorm veel vakmensen met pensioen, waaronder veel lassers. Daarmee zal het aandeel lasrobots in de industrie alleen maar toenemen, en dát is dan weer gunstig voor ons: de door onze snijrobots gemaakte, perfect sluitende verbindingen kunnen uitstekend door een lasrobot worden verwerkt.’
Niet verwonderlijk dus dat HGG binnen de keten steeds meer de samenwerking met andere partijen opzoekt, schetst Wijnker. ‘Zo werken we steeds nauwer samen met bedrijven die gespecialiseerd zijn in gerobotiseerde lastechniek, om te kijken hoe we onze machines zo goed mogelijk met elkaar kunnen laten communiceren. Zeker nu bedrijfsprocessen de komende jaren steeds zwaarder zullen leunen op automatisering, is het ontwikkelen van een eenduidige softwaretaal pure noodzaak.’
2030 halen
Voor HGG rest er, net als voor veel andere maakbedrijven, nog een belangrijk obstakel richting 2030: het aantrekken van voldoende technisch talent. ‘Dit vormt een belangrijke uitdaging de komende jaren. We onderhouden contacten met kennis- en onderwijsinstellingen en zetten de deuren geregeld open tijdens open dagen en rondleidingen voor scholen.’
‘Bij de laatste open dag namen meer dan 300 mensen een kijkje achter de schermen. Daar zitten vast jongeren bij die ons de komende 10 à 15 jaar gaan ondersteunen bij de voortdurende digitaliseringsgolven die over ons heen komen. Wij zijn er klaar voor.’
Benieuwd hoe het maaklandschap er in 2030 uitziet en wat je als maakbedrijf kunt doen om in 2030 (nog steeds) een grote rol te spelen in Neerlands grootste trots? Bestel dan gratis het boekje ‘Maakindustrie in 2030: zo bent u dan nog steeds relevant’.