ABB is zelf een van de grootste producenten van industriële robots. Maar de onbijtsessie vindt niet plaats in een hightech fabriek waar de robots zelf worden gemaakt, maar bij een dochter die een veel eenvoudiger product maakt: hollewanddozen. Een vrij eenvoudig ding waarvan ieder Nederlands gezin er meerdere in de muur heeft zitten. Wat de vestiging in Ede echter uniek maakt, is de manier waarop (een deel) van de dozen wordt geproduceerd.
De hollewanddozen worden namelijk door robots in elkaar gezet. En echt uniek, zo vertelt production location manager Hielkje Reindersma, is dat de robots dit samen doen. Daarmee had haar fabriek de wereldprimeur van met elkaar samenwerkende co-robots. Iedere robot bewerkt het doosje op zijn eigen manier alvorens hij het doorgeeft aan de robot-collega naast zich.
Wereldprimeur
Dat klinkt als een soepel proces. Toch had het veel voeten in aarde voor de co-robots aan de slag gingen in de fabriek in Ede. Reindersma vertelt lachend hoe ze als dreinend kind stampvoetend riep ‘ik wil het, ik wil het.’
Ze wist iedereen uiteindelijk toch te overtuigen dat de mogelijke risico’s opwogen tegen de voordelen. Zoals het feit dat één robot meerdere producten kan produceren. Met als uitkomst dat ABB in juni 2017 een wereldprimeur te pakken had met de tweearmige robots die samenwerken en elkaar seintjes geven aan de lopende band.
Krop sla ontkernen
De tweearmige robots zijn gemaakt door de robottak van ABB. Haar collega Kris Huyck, general manager Robotics Benelux bij ABB, schetst tijdens de ontbijtsessie een beeld van wat er nog meer mogelijk is op het vlak van robotisering. Nu en in de nabije toekomst.
Zo zullen robots niet alleen onderling met elkaar gaan samenwerken, maar wordt het ook steeds veiliger om ze samen met mensen te laten werken. Andersom kunnen robots steeds meer taken zelf vervullen, doordat ze kunnen zien en voelen.
Huyck noemt als voorbeeld een robot die kroppen sla ontkernt. De robot pakt een krop sla, kijkt waar de onderkant zit, legt ‘m goed neer en haalt dan met minimaal verlies de kern eruit. Dat is geen toekomstmuziek, maar reeds realiteit.
Evenals de ontwikkelingen op het vlak van virtual reality (VR), augmented reality (AR) en dual twin. Daardoor kun je bijvoorbeeld al in machines kijken nog voor ze gebouwd zijn, zodat je alvast kunt gaan programmeren. Of klanten op afstand helpen. Zo werkt ABB al met een AR-tool waarmee ze klanten weer op de rit te helpen zonder er zelf heen te gaan.
Programmeren als zorg
Punt van zorg dat tijdens deze ontbijtsessie ook aan bod komt is de complexiteit om robots te programmeren. Het kost vaak veel tijd en geld om de robot iets anders of nieuws te laten doen. Een realistische schatting is dat bij de aanschaf van een robot ruim 60 procent van de kosten naar hardware gaan, en 40 procent naar de software.
En dan hebben we het nog niet eens over de enorme schaarste aan robotprogrammeurs. Daardoor is het sowieso lastig een programmeur te vinden die tijd heeft én ook nog eens de taal van jouw robot ‘spreekt’. Want er zijn inmiddels zestien verschillende programmeertalen in omloop.
Dat moet makkelijker kunnen, dachten ze bij Roxy van Engie. En dus ontwikkelde het bedrijf een grafische programmeertaal waarmee je zonder noemenswaardige voorkennis een robot kunt configureren of herprogrammeren.
Maarten Essers, product owner bij Roxy, legt uit dat de taal op meerdere robots toepasbaar is en lijkt op Scratch, een methodiek waar kinderen mee leren programmeren. Daardoor wordt het mogelijk om in één a twee uur een robot iets anders te laten doen, waar normaal een dag voor nodig was.
Kostenplaatje is een uitdaging
Ander zorgenkindje zijn de kosten. Een robot is niet goedkoop. Maar ook daarvoor zijn inmiddels oplossingen bedacht. Zo wordt Roxy momenteel ingezet bij Technologies Added, een fabriek in Emmen waar meerdere bedrijven (eventueel gezamenlijk) robots kunnen inzetten voor hun productie.
Geen banen weg
En dan hangt er nog de onuitgesproken vraag in de lucht: welke rol is er weggelegd voor de werknemers wiens baan wordt overgenomen door robots. Bij ABB is Reindersma er heel duidelijk over: de co-robot is FTE-neutraal gegaan. Iedereen die hierbij betrokken was, heeft inmiddels andere taken gekregen. Ook de medewerkers van de sociale werkplaats waar het bedrijf veel mee samenwerkt.