Voor het tweede achtereenvolgende jaar eindigt Huisman als #1 in MT's Maakindustrie-100. Wat is hun geheim?
Beeld door Duco de Vries
Het is dit jaar zeer waarschijnlijk de laatste keer dat Huisman op nummer 1 staat in MT's jaarlijkse top-100 van de Maakindustrie. Voor de lijst geldt een omzetcriterium van maximaal een half miljard euro. En alles wijst erop dat het bedrijf uit Schiedam daar dit jaar (dik) overheen gaat. David Roodenburg (30), hoofd van de systeemanalysegroep, is het eerlijk gezegd om het even. 'Wij hebben geen omzetdoelstellingen', zegt hij. 'Groei is een consequentie van onze innovatiedrang. Wij willen vooral innovatieve producten maken, met nieuwe oplossingen en daarmee een voorsprong houden op onze concurrenten.'
Hijsen, pijpleggen en boren
Huisman is niet alleen producent van grote kranen en pijplegsystemen, maar ook van boorapparatuur. In 2012 draaide het bedrijf een omzet van 492 miljoen euro, een groeispurt van ruim 20 procent, bij een marge van ruim 13 procent en een return on invested capital van meer dan 23 procent. Het bedrijf heeft het hoofdkantoor in Schiedam, maar heeft aparte servicefaciliteiten in Rio de Janeiro, Houston en Singapore, en productiecapaciteit in Tsjechië (sinds 1997) en Fujian (China). De totale oppervlakte aan productieruimte bedraagt ruim 100.000 vierkante meter, ongeveer 20 voetbalvelden.
66 meter hoog
Om de groei te faciliteren, is steeds meer productiecapaciteit nodig. Huisman doet daarvoor 'megagrote investeringen' in nieuwe fabrieken, vertelt Roodenburg. 'Zo hebben we in China de grootste rijdende kadekraan ter wereld gebouwd voor onze eigen productielocatie ter plaatse. En hier in Schiedam hebben we een hal neergezet van 66 meter hoog. En dan zijn we momenteel ook nog bezig met de bouw van een productiefaciliteit in Brazilië.' In 1987 had Huisman nog slechts 50 man in dienst, inmiddels is het aantal medewerkers wereldwijd opgelopen naar ruim 3.000. En die dragen allemaal bij aan innovatie, zegt Roodenburg trots. 'Je maakt hier mee dat een pijplegsysteem ontstaat op een velletje papier, en dat dan 2,5 jaar later 80 meter boven de kade uittorent, om vervolgens op een schip geïnstalleerd te worden.'
Groot, groter, grootst
Er heerst bij Huisman sowieso een cultuur van 'groot, groter, grootst', zegt Roodenburg, die 5,5 jaar geleden na zijn studie werktuigbouwkunde meteen aan de slag ging in het bedrijf waar zijn vader Joop ceo is. Met zijn groep systeemanalisten zorgt David Roodenburg er nu voor dat alle projecten, van héél groot tot net iets minder heel groot, vanaf de engineeringsfase tot de oplevering, voldoen aan alle strikte systeemeisen. 'De klant is ons belangrijkste bestaansrecht', zegt hij. 'Onze klanten zijn in al die jaren flink meegegroeid. Sommige zijn inmiddels miljardenbedrijven. Met een aantal van onze klanten werken we al 40 jaar samen.'
Voorop lopen
Aan het succes van Huisman ligt volgens Roodenburg een aantal oorzaken ten grondslag. 'Allereerst lopen we qua technologie voorop. Bovendien leveren wij altijd volgens specificatie, planning en budget, oftewel: als het product onze fabriek uitgaat, werkt het altijd. Daarnaast ontwerpen en bouwen we alle componenten zelf, waardoor we alles in eigen hand hebben en we het concept nooit uit het oog verliezen.'
Brazilië
De afgelopen 5 jaar was Roodenburg zelf weg uit Nederland om te bouwen aan de nieuwe Huisman-locatie in Brazilië. Hierdoor kon Roodenburg bij zijn terugkeer met een frisse blik de maakindustrie in Nederland beschouwen. Hoewel hij blij is met de positieve aandacht van onder meer EZ-minister Henk Kamp en lijsten zoals deze van MT, heeft hij de maakindustrie sinds zijn afwezigheid niet bepaald zien floreren. 'Dat is jammer, want de enige manier om geld te genereren in een kapitalistische maatschappij is als je dingen maakt. Banken brengen alleen geld van A naar B, terwijl diensten alleen kunnen bestaan als er al geld is. Als je in Nederland aan een sterke toekomst wilt bouwen, zul je dus dingen moeten maken. Een kenniseconomie is prachtig, maar als steeds meer maakbedrijven hun deuren sluiten en verkassen naar lagelonenlanden, dan blijft er niet veel meer over van die kennis.'
Flop
Een goed voorbeeld van de gevolgen van outsourcing is volgens Roodenburg te vinden in Engeland. 'Daar stopten ze in de jaren 70 met de bouw van boorplatformen. Onlangs zijn ze daar weer mee begonnen, maar dat werd een flop, simpelweg omdat de productiekennis verloren is gegaan met de generatie die inmiddels met pensioen is. Wat dat betreft pakt de Duitse politiek het beter op. In mijn ogen draait het bij de maakindustrie om de combinatie van zowel engineering als productie. Je kunt pas significante waarde genereren als je een apparaat aflevert dat het daadwerkelijk doet.'
Meer over de Maakindustrie 100:
- De volledige Maakindustrie 100 van 2014
- 10 signalen dat de maakindustrie terug is van nooit weggeweest
- De Maakindustrie 100 op de kaart
-
Maakindustrie-kampioen Huisman: 'Onderhandel nooit met jezelf'
