Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Hoe we ergernis en agressie verpakken

Wanneer kritiek op ons handelen doel treft, zoeken we onze toevlucht tot zogenoemde neutraliseringsmechanismen.

De twee longartsen die recent de anti-tabakslobby intensiveerden door naming-and-shaming op een nieuwe website, kregen de geijkte reactie. Hun actie riep agressie op, die ‘beleefd’ werd verpakt. MT-expert Aart Broek over hoe dat werkt.

Neutraliseringsmechanismen

De bankier meent slechts wat naïef te zijn geweest, de wielrenner fietste helaas nét in de verkeerde jaren en de aartsbisschop wist werkelijk van geen misbruik. De verdachte verzekerde de rechercheur dat hij niet had gestoken, maar dat het slachtoffer toch echt zelf in zijn mes was gelopen. Het maakt niet uit of je zakenman, sporter, kerkvader of jeugdcimineel bent. Mensen vertonen hetzelfde emotionele huishouden. Wanneer kritiek op ons handelen doel treft, nemen we onze toevlucht tot zogenoemde neutraliseringsmechanismen.

De kroonprins was een beetje dom, de minister was zomaar vergeten zijn betaalde advisering voor de medische industrie openbaar te maken, de tabakslobby is sowieso gerechtvaardigd omdat het een regulier bedrijf betreft. De verdachte wreef de magistraat onder de neus dat de rechterlijke macht de laatste tijd meer dan voldoende steken had laten vallen en vast en zeker niet nógmaals de fout in wilde gaan. Het maakt niet uit of je van adellijke bloede, politicus, de moeder van een minister of crimineel bent. Wanneer we rake kritiek krijgen, blijken we hetzelfde emotionele huishouden te hebben.

Alle blaam buiten zichzelf

De geijkte handelwijze – dikwijls al merkbaar bij milde kritiek ‒ is het in alle toonaarden ontkennen van enige verantwoordelijkheid of het bagatelliseren van de eigen betrokkenheid, en bovenal het ontkennen of bagatelliseren van vervelende consequenties. De strategie wordt: alle blaam buiten zichzelf leggen, bij een ander, bij de groep of zelfs bij de tijdsgeest. Dit ‘externaliseren’ werkt als een bescherming van onszelf, we willen niet omver gekegeld worden, maar we dreigen buiten de bescherming van de eigen groep te vallen.

Drijfveer: schaamte

Dergelijke vernederende uitsluiting noemen we schaamte: een dodelijk gevaar. De vrees voor zelfs de geringste vorm van uitsluiting is een oerangst, want buiten de groep wacht de dood: de verzengende hitte van de savanne, de wurgende omstrengeling van de jungle of de snerpende koude van de ijsvlakte. Terugslaan dus. Aanval wordt dikwijls de beste verdediging. Agressie wil schaamte-ervaringen op afstand zetten en houden.

Allemaal hetzelfde emotionele huishouden

Deze houding werd in 1957 al beschreven door de psychologen David Matza en Gresham Sykes, bij gedrag van mensen die terechtstonden voor misdadig handelen. Inmiddels wordt het gladstrijken van onwelgevallige kritiek ook onderkend bij anderen dan misdadigers: bij alle anderen, bij ieder van ons. Het maakt niet uit of je een driedelig kostuum draagt of jeans tot halverwege je billen of een kameelwollen habijt, om je nek een rode stropdas dan wel een gouden ketting of om je hoofd een geblokte ghutra. Het maakt in wezen niet uit of je lid bent van de raad van commissarissen of van een streetgang of van een jihadistische terreurorganisatie. We vertonen hetzelfde emotionele huishouden (een enkele uitzondering daargelaten, wanneer de neurologische ‘bedrading’ niet helemaal in orde blijkt te zijn).

Letterlijk of in meer figuurlijke zin zal de beschaamde drager van een kostuum, jeans of een habijt willen uithalen. Inderdaad, er is enig praktisch verschil. Het steken met een mes kan tot een moord leiden en een juridisch steekspel tot een karaktermoord, wat in de praktijk voor het slachtoffer niet op dezelfde wijze ‘adembenemend’ is. Desalniettemin, het basispatroon is hetzelfde. Agressie en geweld willen schaamte-ervaringen op afstand zetten en houden.

Aanval in vriendelijke bewoording

We hebben vriendelijke bewoording ontwikkeld om enigerlei aanval of angstig terugtreden aan te kondigen. Te denken valt aan: ‘wij herkennen ons niet in het geschetste beeld’. Wat we bedoelen is: we balen als een stekker van de kritiek, omdat we onze positie er door dreigen te verliezen. We zeggen: ‘ik wil meer tijd aan mijn kinderen besteden’ en bedoelen: we stappen als ‘kapitein’ op voor we met het zinkende schip [vul de organisatie maar in] verzuipen, maar blijft u gerust aan boord. Of de nog steeds gebruikte Franse woorden: c’est le ton qui fait la musique: ‘wij hebben geen enkel probleem met kritiek, maar het is de toonzetting die de muziek maakt of juist breekt’. Hiermee willen we maar zeggen: hoe je je kritiek ook verpakt, je schiet raak, je aantijgingen treffen ons en we zullen ons krachtig inspannen om je de mond te snoeren.

Longartsen wacht hete strijd

Twee longartsen versterkten de anti-tabakslobby met het opzetten van hun tabaknee-website. De reactie op hun initiatief: in allerlei varianten vernamen de twee specialisten dat kritiek op zich natuurlijk geen problemen oplevert, maar dat het naming-and-shaming echt geen pas geeft. C’est le ton… De twee specialisten moeten zich dan ook schrapzetten. Ze zijn in een hele beleefde toonzetting gewaarschuwd. Heel beleefd.

Meer bijdragen van Aart Broek: