Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Het gelijk van Hommen

Weinig kopstukken in het Nederlandse bedrijfsleven plegen zich zo diplomatiek uit te drukken als Jan Hommen, de hoogste baas van ING.

Als Hommen dan eens – voor zijn doen – uit zijn slof schiet, dan zit hem dus kennelijk echt iets dwars. Hommens opmerking, vorige maand in NRC Handelsblad, dat de Nederlandse politieke lobby in Brussel voor ING ‘ondermaats’ was, mag zo dus ook gezien worden. Vrij vertaald komt het er dus op neer dat Nederlandse beleidsmakers en hun vazallen in Brussel geen vinger hebben uitgestoken toen de belangen van ’s lands grootste financiële instelling in het geding waren.

De frustratie van Hommen is begrijpelijk. Amper vijf jaar geleden hoorde ING nog bij de tien grootste financiële concerns ter wereld. Maar onder dwang van politici en ambtenaren van de Europese Commissie is het bedrijf steeds ­verder uitgekleed.

Ga maar na. ING Bank en het verzekeringsbedrijf (Nationale Nederlanden) worden op last van Brussel verplicht gesplitst. In Amerika moest internetspaarbank ING Direct worden verkocht. In Azië staat ING’s vermogens­beheerder gedwongen in de etalage. En in Nederland moet de bank Westland Utrecht van ING worden losgemaakt.
De verregaande ontmanteling van ING is een uitvloeisel van uit 2008 stammende afspraken. ING zat destijds in acute financiële problemen en ontving een door de Nederlandse staat verstrekte noodlening van 10 miljard euro. Er heerste tijdsdruk en de situatie was nieuw. Inzicht over de redelijkheid van de Brusselse voorwaarden bleek niet te bestaan.
Achteraf was dat inzicht er wel. Vrij unaniem oordeelden deskundigen dat ING door Brussel te streng was aangepakt en bijvoorbeeld een te hoge rente op het noodkrediet betaalde. Bij nieuwe onderhandelingen verzachtte Den Haag dan ook de leningsvoorwaarden en groeide er begrip voor ING’s overige bezwaren. Het Europese Hof van Justitie veegde afgelopen maart een protest van de Europese Commissie tegen die Nederlandse opstelling resoluut van tafel.

Daarmee was de kous niet af, helaas. Want de Europese Commissie kondigde doodleuk een nieuw, nog strenger onderzoek aan naar de ING-steun. Je hoeft Jan Hommen niet te vertellen wat dit betekent: de komende jaren blijft er onzekerheid bestaan rond ING. In de financiële wereld is zoiets zeer schadelijk.
Nederland had natuurlijk veel harder voor ING moeten lobbyen, de zaak hoog moeten opspelen en de Brusselse ambtenaren terug hun hok in moeten jagen. Maar zo’n houding zit bij Nederlandse politici niet in de genen. In de relatie tot Brussel gedraagt Den Haag zich graag als beste jongetje van de klas, als slaafje.
Meest aansprekende voorbeeld: zo’n tien jaar geleden voerde Nederland als eerste de Europese richtlijn uit voor liberalisering van de energiemarkt. Met als gevolg dat Nuon en Essent nu in handen zijn van bedrijven uit landen die veel minder haast maakten om concurrenten vrije toegang te verlenen. Wie zegt dat dit niet erg is, spreek ik graag nader als er een acuut Europees energietekort ontstaat. Eens zien wie RWE dan stroom gaat leveren: de klanten van Essent of de eigen, Duitse huishoudens en bedrijven.
Welbegrepen eigenbelang is een begrip dat bij nationale politici, ook die van een klein land, hoog in het vaandel zou moeten staan. ING was en is het knokken waard. Des te pijnlijker dat het na Hommens’ opmerking muisstil bleef in Den Haag.

Hans Crooijmans is een in bedrijfseconomie gespecialiseerde journalist en columnist. Hij werkt vanuit Moskou.

>> Dit artikel komt uit MT Magazine. Abonnement?