Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

‘Gebruik Palestijnen om zaken te doen in Golfregio’

Nederlandse bedrijven die de Arabische markt betreden, kunnen ondersteuning krijgen uit onverwachte hoek: de Palestijnen.

In het Midden-Oosten wordt flink geïnvesteerd in ict. Marktonderzoeker Forrester becijferde dat tussen 2008 en 2013 voor zo'n 300 miljard dollar wordt uitgegeven aan ict. Het gaat bijvoorbeeld om ict in de olie- en gasindustrie, bedrijfsautomatisering, digitalisering van overheidsdiensten (eGovernment), de ontwikkeling van games, mobiele apps en ict-toepassingen voor zorg en onderwijs. 'Met name in het Golfgebied liggen grote kansen voor Nederlandse ict-bedrijven. Landen als Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten investeren tussen 2010 en 2013 voor 180 miljard dollar aan ict', zegt outsourcing-specialist Paul Tjia van GPI Consultancy. Hij ondersteunt verschillende Nederlandse ministeries en handelsorganisaties bij de internationalisering van Nederlandse ict-bedrijven.

Overheid als klant

Eind oktober 2013 organiseerde GPI voor Nederlandse ict-bedrijven een kennismakingsreis naar Dubai. Vijf Nederlandse bedrijven namen deel en bezochten onder meer de Gitex, de grootste ict-beurs van het Midden-Oosten. Ook legden ze contact met potentiële klanten en handelspartners. Deelnemer Jaco de Vries, directeur van ict-bedrijf Omnext: 'We mikken in het Midden-Oosten vooral op de overheden. Die besteden software-ontwikkeling vaak uit, maar willen de regie in eigen hand houden. Daar kunnen wij bij helpen.' Het bedrijf uit Veenendaal levert een clouddienst voor kwaliteitsanalyse van bedrijfssoftware. Softwaremakers, systeemintegrators, overheden en financiële dienstverleners lopen met die analyse hun broncode na op fouten. Ook wordt de onderhoudsbehoefte van software in kaart gebracht.

'Nog niet ontdekt'

De Vries ziet meer kansen: 'Zeker in Dubai merk je dat ze de behoefte en eerzucht hebben om state of the art te zijn. Er zijn plannen voor de ontwikkeling van een smart city, waarbij ict wordt ingezet voor allerlei toepassingen in de openbare ruimte. Denk aan apps voor de metro en apps voor overheidsdiensten. Bovendien is er veel geld.' Het is De Vries opgevallen dat er op de grote ict-beurs weinig Europese bedrijven aanwezig waren. 'Ik zag vooral veel ict-leveranciers uit India en Brazilië.' Ook Tjia zag op de beurs nauwelijks Nederlandse bedrijven. Hij herinnert zich alleen een beursstand van navigatieleverancier TomTom en benadrukt dat veel Nederlandse ict-bedrijven vooral op de thuismarkt gericht zijn. 'Van de 25 miljard euro aan omzet die de ict-sector het afgelopen jaar behaalde werd slechts 7,7 procent behaald in het buitenland. (cijfers brancheorganisatie Nederland ICT, red.). Het Midden-Oosten lijkt nog nauwelijks ontdekt als afzetmarkt voor Nederlandse softwarebedrijven en ict-dienstverleners.'

Partners uit Palestina

De Vries merkt tijdens het bezoek aan Dubai dat lokale partners essentieel zijn om te slagen in het Midden-Oosten. 'Zaken lopen er via een soort van old boys network. Het is volgens mij onmogelijk om vanuit Nederland zaken te doen met de overheid in Dubai. De overheid in een land als Saoedi Arabië is nog minder toegankelijk.' Tjia vertelt dat sommige Westerse bedrijven die zaken doen in de Golfregio Palestijnen inschakelen. 'Palestijnen hebben vaak persoonlijke netwerken in het Golfgebied. Ook hebben ze contacten bij overheidsdiensten en leggen salescontacten in de regio. Palestina vormt een gateway naar de ict-markt in het Golfgebied. Ict-dienstverleners uit de Palestijnse gebieden kunnen ingeschakeld worden om Nederlandstalige software in het Arabisch te vertalen en te lokaliseren voor de Arabische markt.' De Vries: 'Beelden in games moeten bijvoorbeeld worden aangepast op de Arabische markt.'

Rutte op handelsmissie

De voorstelling van een bloeiende ict-industrie in het land dat eeuwig overhoop ligt met buurman Israel doet wellicht menig wenkbrauw fronzen. Een Arabische partner als vliegwiel naar het Midden-Oosten klinkt verleidelijk. Maar zijn Nederlandse bedrijven bereid hun ict-ontwikkeling in een land te stallen dat politiek gezien in de gevarenzone ligt? Tjia zet de positionering van Palestina als serieuze handelspartner kracht bij. 'Premier Mark Rutte opent op 7 december 2013 samen met de Palestijnse premier Hamdallah een Nederlands-Palestijns samenwerkingsforum in Bethlehem. Ook minister Timmermans (Buitenlandse Zaken) en minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) zijn van de partij om de banden tussen overheden, onderwijsinstellingen en bedrijven uit beide landen aan te halen. Er reizen zo'n zeventig afgevaardigden van Nederlandse bedrijven uit verschillende sectoren mee.'

Een kwart is academisch

Volgens de Palestijnse brancheorganisatie voor ict-bedrijven, PITA, bestaat de sector uit ongeveer 300 ict -gerelateerde bedrijven die gevestigd zijn in de Westbank en Gaza. Meer dan 10.000 Palestijnse ict'ers werken in het Midden- Oosten. In Palestina zelf werken ongeveer 5.000 mensen in de ict-industrie. Ongeveer een kwart van de werknemers heeft een academisch opleiding afgerond en 15 procent heeft ten minste tien jaar ervaring in software-ontwikkeling.

750 miljoen euro

Volgens betrokkenen zijn de lonen van Palestijnse ict-specialisten (websitebouw, mobiele applicaties, software-ontwikkeling) gelijk aan de lonen in Oost-Europese landen. Steeds meer Nederlandse softwaremakers laten daar hun software ontwikkelen. Maar ook in Palestina richt een groot deel van de ict-dienstverleners zich op buitenlandse klanten als BMW, Alcatel-Lucent, Lufthansa en Microsoft. Tjia: 'Een specifiek voordeel van Palestina is dat binnen de bedrijven veel loyaliteit is. Het personeelsverloop is laag, dat zorgt voor continuïteit in de samenwerking en maakt Palestijnen tot interessante partners voor het Nederlandse mkb of voor start-ups.' Tijdens die Nederland-Palestijnse handelsmissie wordt waarschijnlijk ook meer bekend gemaakt over een overheidsfonds. Via dat fonds stelt de regering 750 miljoen euro beschikbaar ter ondersteuning van export naar en investeringen in ontwikkelingslanden. 'Het geld van dat Dutch Good Growth Fund is begin 2014 beschikbaar', vertelt Tjia.