“CBS: 4 op de 10 zzp’ers betalen geen inkomstenbelasting”, kopte De Volkskrant dit weekend. Dat sloot natuurlijk mooi aan bij de berichtgeving van de Europese Commissie, die vindt dat Nederland een halt toe moet roepen aan de groei van zzp’ers. Maar verder slaat het stuk eerlijk gezegd nergens op en worden de feiten gigantisch uit hun verband getrokken.
Er gaan twee dingen grandioos mis in het artikel van De Volkskrant. Ten eerste komt het grootste deel van de fiscale voordelen helemaal niet alleen ten gunste van zzp’ers, maar van alle (werkende) Nederlanders. Over de eerste 10.000 euro te betalen belasting krijgt iedereen 6.000 euro voordeel.
Ten tweede zijn de fiscale voordelen die zzp’ers wel (en werknemers niet) hebben (zo’n 4.000 euro in dit voorbeeld), bedoeld om te compenseren dat zzp’ers géén recht hebben op diverse sociale voorzieningen waar werknemers wél recht op hebben. Denk aan een uitkering in het geval van werkloosheid en doorbetaling in geval van arbeidsongeschiktheid en ziekte.
Laat ik ook even met getallen strooien:
Situatie 1: Geen ondernemersvoordelen & geen algemene kortingen
Stel dat een zzp’er inderdaad 25.000 euro inkomen heeft. En stel dat er géén sprake is van ondernemersvoordelen zoals de zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling; maar ook niet van de heffingskortingen die voor alle (werkende) Nederlanders gelden. Zoals de arbeidskorting, de algemene heffingskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting.
Dan betaalt die zzp’er 9.000 euro inkomstenbelasting + 1.300 euro inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet. In totaal dus ruim 10.000 euro.
Situatie 2: Geen ondernemersvoordelen maar wel diverse algemene kortingen
Eigenlijk is situatie 1 een beetje onzin. Want alle (werkende) Nederlanders hebben recht op diverse fiscale voordelen. Denk aan de algemene heffingskorting (maximaal 2.254 euro) de arbeidskorting (maximaal 3.223 euro en als er kinderen in het spel zijn meestal ook de inkomensafhankelijke combinatiekorting (maximaal 2.778 euro).
Deze kortingen zijn in bovenstaand voorbeeld goed voor ruim 6.000 euro Voordeel. Er moet dan onderaan de streep nog 4.400 euro betaald worden voor de inkomensbelasting en de inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet.
Situatie 3: Zowel ondernemersvoordelen als diverse algemene kortingen
Voor de meeste zzp’ers geldt dat ze náást de hierboven genoemde kortingen (die goed zijn voor 6.000 euro voordeel en waar alle (werkende) Nederlanders recht op hebben) recht hebben op de zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling. Nogmaals – dit om te compenseren dat ze niks krijgen in het geval van werkloosheid en arbeidsongeschiktheid.
Deze voordelen bedragen in dit voorbeeld bijna 10.000 euro bruto. Onderaan de streep moet er dan inderdaad géén inkomstenbelasting worden betaald. Maar nog wél een inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet van ruim 800 euro.
Conclusie: alle (werkende) Nederlanders betalen dankzij de diverse kortingen over de eerste 25.000 euro inkomen geen 10.000 euro maar slechts 4.000 euro belasting. Zzp’ers hebben daarnaast nog 4.000 euro éxtra fiscaal voordeel om zelf een arbeidsongeschiktheidsverzekering van af te sluiten en zelf een potje op te bouwen voor het geval van werkloosheid.
Koopje voor de staat zou ik zeggen.
Femke Hogema traint (zelfstandige) ondernemers op het gebied van geldzaken en schreef Financien voor ZZP’ers en is medeauteur van de Nederlandse editie van Profit First