‘Later, als ik groot ben, wil ik het bedrijf van mijn vader overnemen.’ Dat is helemaal geen rare opmerking. Maar als je dit op 3-jarige leeftijd al roept, vinden mensen dat heel lachwekkend. Hoe weet je op zo’n jonge leeftijd al wat je wilt worden? Het zal je wel opgedrongen zijn. Je kunt zeggen wat je wilt, maar dit heeft geen zin. Geloofwaardiger word je er toch niet op. Veel beroepen gaan over van vader op dochter of zoon. Chefkok Sergio Herman heeft in Oud Sluis het vak geleerd van zijn pa. Notarissen moeten nu in België na jaren een examen afleggen zodat ze niet klakkeloos het beroep van hun vader kunnen overnemen.
Liefde voor het vak
Je krijgt de liefde voor een vak mee en een ambacht dat op een bijna natuurlijke wijze wordt overgedragen. Een slager leert zijn kind uitbenen, een hovenier vertelt zijn zoon over de soorten bloemen en planten, een marktkramer toont zijn dochter de kunst van het verkopen. Ieder kind van een ondernemer krijgt een ambacht mee. Als dochter van een zakenman is dit de voorsprong die je hebt op een ander. Heb je geluk, dan slaat de liefde voor het vak zelfs over, maar dit is niet altijd het geval.
Ik werd als kind doodgegooid met containers, containerkranen en nog eens containers. Mijn man heeft pas al mijn vaders oude video’s op dvd gebrand. Je wilt niet weten hoeveel containers hij is tegengekomen. ‘Goh, je ziet meteen waar je vaders interesses liggen. Komt hij aan in een prachtige cruiseterminal, filmt hij 25 minuten de plaatselijke containerterminal en maar 3 minuten het stadje.’ Tja, daar konden we niks op terug zeggen: mijn vaders fascinatie voor zijn werk was er 24 uur per dag, 7 dagen per week. Hij was niet te stoppen.
Andere opties
Het werd er bij mij met de paplepel ingegoten, maar dat wil niet zeggen dat ik werd gedwongen om het bedrijf over te nemen. Dat er geen andere optie was. Nee, absoluut niet. Dankzij mijn diploma stonden alle deuren voor me open, maar ik heb bewust voor de containers gekozen. Van andere ondernemers hoor ik vaak hetzelfde verhaal. Carla, een dochter van de slager die tot een van de beste van Nederland is uitgeroepen, heeft bedrijfseconomie gestudeerd en wilde in de weekends bij pa komen werken. Hij verbood het haar eerst, omdat hij vond dat ze te veel had gestudeerd om in een slagerij te werken. Alleen had ze de liefde voor het vak al te pakken en wilde ze niks liever dan later het bedrijf overnemen. Dit heeft ze ook gedaan, volledig uit vrije wil.
Motief
Je kunt allerlei motieven hebben om het familiebedrijf over te nemen, zoals uit loyaliteit of voor het geld, maar liefde voor het vak is het beste motief. En heb je er uit andere beweegredenen voor gekozen, dan loop je vroeg of laat tegen de lamp. Je moet eerlijk zijn tegenover jezelf en het bedrijf. Past het beroep bij je? Ben je er geschikt voor? Of heb je een andere droombaan voor ogen? Het is natuurlijk het ideaalbeeld van iedere ouder dat het familiebedrijf overgaat naar de volgende generatie, maar die droom moet wel haalbaar zijn.
Volgens hoogleraar aan de Nyenrode business school, Roberto Flören, is het familiebedrijf opener geworden. Men gaat eerst kijken of er binnen de familie geschikte opvolgers zijn. Zo niet, dan regelen ze een niet-familiale opvolging. Het moet een bewuste en eerlijke keuze zijn, waarbij ook ruimte moet zijn om te denken aan een andere weg dan die van het familiebedrijf. Andere mogelijkheden bekijken moet ook kunnen. Er staan genoeg deuren open. Wees eerlijk als je het niet aankunt. Een familiebedrijf overnemen is moeilijker dan een ander bedrijf overnemen of vanaf nul een bedrijf opbouwen. Bezint eer ge begint.
Kristel Groenenboom schreef een boek over vooroordelen tegen vrouwen aan de top: ‘Mag ik meneer Kristel even spreken?’ Je kunt het boek hier bestellen.