Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Challenger50: Voor deze Brabantse ‘Tesla’ zijn dieselbussen de prehistorie

Peter Bijvelds bouwt met Ebusco aan de Europese ‘Tesla’ onder de busfabrikanten, en claimt daarmee een plek in de Challenger50. Een nieuwe, lichtere bus – ontworpen met behulp van luchtvaarttechnologie – betekent ‘het definitieve einde van het dieseltijdperk'.

Ebusco
Wat:
Elektrische bussen
Wie: Peter Bijvelds 
Sinds: 2012
Omzet: 20 miljoen euro (2018)
Werknemers: 130
Daagt uit: dieselbussen 
Website: Ebusco.nl

Ebusco is de Nederlandse ‘Tesla’ voor elektrische stads- en streekbussen. Dat is een markt met een gigantische potentie, blijkt uit het voorbeeld van koploper China, een land waar momenteel al 421.000 elektrische bussen rondrijden. Met zijn flitsende, uitstootvrije e-bus doet Ebusco voor Europa wat Proterra doet in de VS en BYD in China.

Oprichter en oud-rallycoureur Peter Bijvelds presenteerde in 2014 – met behulp van een innovatiekrediet van 4,5 miljoen euro – zijn eerste bus, maar het aantal orders komt nu pas echt op stoom. Zo gaan er in december 60 bussen de weg op in Groningen en Drenthe, eind 2020 nemen Amsterdam en Haarlem er 156 in gebruik (een order ter waarde van 130 miljoen euro). Ook in Noorwegen, Finland, Zwitserland, Duitsland, Frankrijk en België rijden Ebusco’s rond.

Wind in de rug

De busbouwer heeft ook de bestuurlijke wind in de rug. In 2016 spraken regionale vervoerders met elkaar af dat vanaf 2025 alle nieuwe bussen uitstootvrij (oftewel, elektrisch) moeten zijn. Vanaf 2030 moet hun gehele vloot uit dit soort zero emission-bussen bestaan.

Autonest
Bijvelds (1978) komt uit een autonest, met ouders die vanaf in de jaren ’60 Datsuns importeerden uit Japan. Bijvelds verdiende zelf jarenlang geld met de export van auto’s naar Groot-Brittannië. Hij werd in autoland pas echt bekend als importeur van Landwind, een merk dat destijds nog niet helemaal voldeed aan Europese veiligheidsnormen en daardoor flopte. Zus Ria runt de grootste dealer van Dodge Ram-pickups in Nederland.

Vond de productie van de eerste Ebusco’s nog plaats in China, in 2018 werd de fabricage verhuisd naar een 7.000 vierkante meter grote productiehal in Deurne. Ebusco kreeg een onbekend bedrag aan groeigeld van ING en Van der Valk Investments, het investeringsbedrijf van de bekende horecafamilie.

Composiet

Afgelopen oktober presenteerde het Brabantse bedrijf een 3.0-versie van zijn bus (geschikt voor 90 passagiers), een project waarmee 15 miljoen euro gemoeid is. Door het gebruik van composiet – afgekeken uit de luchtvaartwereld – daalde het gewicht van 13.000 kilo naar 8.500 kilo. Omdat een bus een enorme batterij nodig heeft is een laag gewicht cruciaal.

Voor de ontwikkeling van een lichtgewicht carrosserie ronselde Ebusco een aantal specialisten met een achtergrond bij Fokker, waaronder Tjaard Sijpkes, die bij Fokker leiding gaf aan het JSF-project. Met dank aan het lage gewicht – en camera’s in plaats van spiegels – ging het bereik omhoog naar 500 kilometer. Een brede deur en lage vloer maakt de bus toegankelijk voor rolstoelers.

Einde dieseltijdperk

Door de lage total cost of ownership betekent zijn gloednieuwe bus wat Bijvelds betreft “het definitieve einde van het dieseltijdperk”. De productie en levering van de bus start in 2021. Daarvoor laat Ebusco twee exemplaren een tijdje proefrijden in München. De productiecapaciteit loopt volgend jaar naar verwachting op naar zo’n 200 composietbussen per jaar.

Met een monitoringsysteem (‘Ebusco Live’) kunnen busvervoerders in een oogopslag dingen als de batterijstatus en de gemiddelde efficiëntie in de gaten houden.