In samenwerking met 7 Ditches TV
Sprout ging onlangs bij Swapfiets langs op het hoofdkantoor in Amsterdam-Zuid. We spraken mede-oprichters Richard Burger en Steven Uitentuis over de opmerkelijke groei van Swapfiets. “Onze oudste klant is 83 jaar.”
De Bruijn werkt sinds 2014 samen met Richard Burger, Steven Uitentuis en Martijn Obers aan Swapfiets, een startup die huurfietsen op abonnementsbasis levert. Voor 15 piek per maand ben je voorzien van een huurfiets, voorzien van alle gemakken: heb je een lekke band, dan repareert Swapfiets deze. Wordt je fiets gestolen, dan betaal je een paar tientjes en krijg je een nieuwe.
Harde groei
“Zo’n harde groei overkomt je natuurlijk niet zomaar”, meent De Bruijn. “We zijn vanaf het begin elke dag hard aan het werk om aan hetzelfde doel te trekken. We merkten in 2016 dat we harder groeiden dan we hadden verwacht. Vanaf toen hebben we de lat steeds hoog gelegd om onszelf steeds te blijven uitdagen. We wilden zo snel mogelijk naar verschillende steden groeien.”
Maar het product van Swapfiets is niet bepaald goedkoper dan een eigen fiets kopen, stelt 7 Ditches-interviewer en Sprout-hoofdredacteur Remy Gieling. De Bruijn is de eerste om dit toe te geven. Volgens de 27-jarige ondernemer draait het bij Swapfiets ook vooral om de service die het bedrijf je als klant geeft. Nooit meer naar de fietsenmaker, helemaal ontzorgd worden.
Studenten
Uit nood hebben we gekozen voor alleen een blauwe voorband
50.000 klanten zijn het daar blijkbaar mee eens. Wie zijn deze Swapfietsers? Veel studenten, als je De Bruijn mag geloven. “We zijn begonnen met het richten op studenten. We studeerden nog en kwamen op het idee van Swapfiets, omdat we er zelf behoeften aan hadden. We projecteerden onze eigen behoefte op een grote groep studenten en hebben het idee, waar nodig, bijgesteld. Daarna volgde een golfbeweging van mensen die ook geïnteresseerd waren in Swapfiets en zijn we inmiddels beschikbaar voor iedereen die wil fietsen in de stad.”
En tot slot: vanwaar eigenlijk die kekke, blauwe voorband? “De roots liggen in Delft”, legt De Bruijn uit, “dus zijn we voor het Delfts Blauw gegaan. Uit nood hebben we gekozen voor alleen een blauwe voorband, doordat het te intensief en duur bleek om beide banden blauw te houden. Achteraf bleek dit een goede marketingstrategie.”