Op de middelbare school waren altijd leraren die geen orde konden houden. Of je had zo’n dominant alfa mannetje die je bij het minste of geringste de klas uitstuurde.
Toch had je op iedere school ook die enkeling bij wie alles goed ging en die zelden straf gaf. Iemand voor wie je respect had en bij wie je het niet in je hoofd haalde iets naars te doen.
Het geheim? Deze leraar had gezag.
Gezag of macht, wat heeft het alfa mannetje?
Gezag is de vrijwillige keuze om het voorbeeld of de aanwijzingen van een ander te volgen, bijvoorbeeld omdat je denkt iets nuttigs te leren. In de grotemensenwereld is het niet anders dan op school: sommige leidinggevenden hebben het, anderen niet.
Heeft een leidinggevende gezag? Dan rennen zijn mensen voor hem. Heeft hij geen gezag, dan moet hij meestal achter hen aanrennen. En net als op de middelbare school is gezag helaas niet de norm op de werkvloer. In ons recent onderzoek onder 744 ambtenaren bleek dat slechts een kwart van hun leidinggevenden over gezag beschikt.
Leiderschap verandert
De professional van nu zit niet te wachten op iemand die hem of haar vertelt wat te doen en dat vervolgens gaat controleren. De traditionele baas die opdrachten geeft, controleert en beoordeelt is niet alleen ongewenst, maar stimuleert ook het verkeerde gedrag.
In een machtsrelatie zijn ondergeschikten automatisch meer wantrouwend en afwachtend, zo blijkt uit onderzoek. Ze nemen geen verantwoordelijkheid, omdat die bij de baas ligt.
Een gezagsrelatie creëert een andere dynamiek. Als een leider gezag heeft, zijn de medewerkers geïnspireerd en betrokken en nemen ze juist meer verantwoordelijkheid en initiatief. Vooral dit laatste type gedrag is bepalend voor het succes van organisaties.
Het alfa mannetje is een gemankeerd leider
Om te begrijpen hoe je als leider gezag kunt ontwikkelen, is het belangrijk eerst te begrijpen wat het is en waar het vandaan komt. De meeste sociale diersoorten, waaronder kippen, leeuwen, en chimpansees, leven in groepen met een zogenoemde dominantie- of machtshiërarchie. Meestal domineert het sterkste mannetje, het alfa mannetje, de rest van de groep.
De vergelijking met de menselijke leider is verleidelijk, maar slaat toch de plank volledig mis. Dominantie heeft niets te maken met leiderschap. Het alfamannetje is geen natuurlijke leider. Als een groep chimpansees op jacht gaat, heeft de alfa niet de leiding. Hij pakt wel de buit af zodra iets gevangen is.
Dominantie gaat zodoende over het belang van de alfa en niemand anders. De alfa staat er voor zichzelf. Hij is eerder de ‘school bully’ dan het jongetje of meisje dat de leiding neemt bij een groepsactiviteit.
Zo deden de oerleiders het
Uiteraard kent ook de mens dominantie-relaties en veel moderne organisaties kennen overlap tussen dominantie en leiderschap. Moderne organisaties zijn echter een kunstmatige situatie, een beetje zoals de dierentuin voor een gorilla.
Om menselijk leiderschap te begrijpen moeten we terug naar hoe onze voorouders leefden. Zulke jager/verzamelaars leefden in kleine hechte groepen die voor hun overleven afhankelijk waren van intensieve samenwerking en eerlijk delen. Dit kon alleen goed werken als dominantie de kop wordt ingedrukt.
Jager/verzamelaars hadden ook geen enkele tolerantie voor dominantie. Als een van de groepsleden zijn wil aan de groep probeerde op te leggen, rekende de groep direct met hem af. Soms letterlijk: de belangrijkste moordoorzaak onder jager/verzamelaars was dat iemand de baas wilde spelen.
Eerlijkheid en gelijkheid waren de norm. Toch was het geen hippie gemeenschap, want de gelijkheid werd desnoods met hand en tand verdedigd.
Primus inter pares: eerste onder gelijken
Waar mensen samenwerken, kan het veel waarde hebben als iemand voorgaat in de strijd, coördineert bij de jacht of interne conflicten tussen groepsleden kan oplossen. Leiderschap door voorbeeldgedrag maakt de groep sterker. Dit komt de overlevingskans van individuen ten goede en is de biologische en evolutionaire basis voor leiderschap.
Leiderschap gaat, anders dan dominantie, niet over het belang van het alfa mannetje, maar over de meerwaarde voor de groep. De leider staat niet boven de groep, maar is een primus inter pares, een eerste onder gelijken. Leiderschap is een positie die een leider krijgt van de groep.
Waar macht is gebaseerd op dominantie, dwang, en eigenbelang, is leiderschap altijd gebaseerd op vrijwilligheid, eerlijkheid en gelijkwaardigheid. Dit verschil vinden we zelfs terug in de hersenen. Zo hebben gezag en macht een andere hormonale basis, zo blijkt uit ons onderzoek.
Het volgers instinct
Het bestaansrecht van leiderschap ligt in de toegevoegde waarde voor de groep. De centrale vraag die leiderschap definieert is: wie kan in deze situatie iets voor ons betekenen? Dat kan in elke situatie iemand anders zijn. Oorlog met een groep vergt een ander type leider dan samenwerking.
Evolutie heeft ons brein uitgerust met een groot aantal mechanismen die leiderschap en samenwerking ondersteunen en die automatisch en onbewust onze voorkeur voor leiders vormen. Een bekend fenomeen is het verlangen naar een sterke leider in tijden van crisis.
In een experiment aan de VU werd met digitale technieken de mannelijkheid van leiders gevarieerd. Van hetzelfde gezicht werd zo een mannelijke en een meer vrouwelijke variant gemaakt. Deelnemers kregen een scenario over een land in oorlog of in vrede. Vervolgens werd hen gevraagd een geschikte leider hiervoor aan te wijzen.
Voor het land in oorlog koos de meerderheid voor de mannelijke leider, voor het land in vrede de meer vrouwelijke.
Drie vragen om een goede leider aan te wijzen:
Er is een veelheid aan aangeboren beslis regels die ons volgers- en leidersinstinct vormen. Al deze beslis regels moeten in de basis drie vragen beantwoorden:
- Heeft leiderschap toegevoegde waarde in deze situatie?
- Wie kan de meeste toegevoegde waarde bieden?
- En is die persoon ook betrouwbaar?
Met gezag komt invloed en daarmee de verleiding die invloed te gebruiken voor je eigenbelang (het primitieve machtsinstinct). Voor onze voorouders was dit een groot risico: een leider die zijn invloed aanwendt voor zichzelf kan de groep schaden. Daarom hebben mensen wereldwijd een instinctieve voorkeur voor integere leiders.
We willen leiders op wie we kunnen vertrouwen dat ze voor het grotere goed gaan en niet hun eigen zakken willen vullen. Kijken we naar de best gewaardeerde en gerespecteerde leiders van de laatste 100 jaar, dan zijn dit vrijwel altijd mensen die niet alleen uiterst effectief zijn, maar ook bijzonder integer.
Primaten brein
De manier om gezag te krijgen is dus ervoor te zorgen dat deze drie overwegingen positief uitvallen. Dit is echter makkelijker gezegd dan gedaan. Dit komt door wat we in de evolutionaire psychologie ‘mismatch’ noemen, een situatie waarbij onze instincten niet goed functioneren doordat ze niet aansluiten op de moderne realiteit.
Gezag is zo’n instinctieve reactie, gevormd in enkele miljoenen jaren. Elk lid van de kleine groepen waarin onze voorouders leefden was wel eens de leider en we stammen allemaal af van mensen die gezag kunnen ontwikkelen.
De moderne realiteit is echter anders. Vanaf de landbouwrevolutie kregen leiders opeens veel macht – die eerst vooral bij de groep lag – en leiderschap werd vast in plaats van afhankelijk van de situatie.
De moderne situatie lijkt meer op die bij chimpansees dan die bij de jager/verzamelaars. Net als de alfa-aap is de moderne manager ook een alfa-mannetje en heeft dus de macht over zijn medewerkers en kan zijn wil opleggen. En dit spreekt ons primaten brein aan.
Onderzoek toont aan dat als je iemand macht geeft, diegene vrijwel automatisch minder empatisch en sociaal wordt. Dat macht corrumpeert is niet alleen een volkswijsheid, maar ook een wetenschappelijk gegeven.
Uiteraard zijn er altijd een paar mensen met veel talent die in staat zijn gezag te ontwikkelen, ondanks deze mismatch. Dit voedt de misvatting dat gezag een bijzondere eigenschap waar slechts een enkeling over beschikt.
Leiderschap ontwikkelen
Willen we dat leidinggevenden meer gezag krijgen, dan kunnen we twee benaderingen volgen.
- De eerste is de situatie te veranderen. We kunnen organisaties meer in lijn brengen met hoe mensen van nature samenwerken in jager/verzamelaar groepen. We hoeven mensen dan niet op cursus te sturen of moeilijke selectieprocedures te laten volgen. Gezag zal vanzelf ontstaan.
- De tweede benadering is je verdiepen in hoe gezag werkt, hoe de moderne situatie je gedrag beïnvloedt en hoe je jezelf als een natuurlijke leider kunt gedragen op grond van de kennis van de evolutionaire psychologie.
Gezag is als een plant. Bij iedereen kan het groeien, maar of het tot ontwikkeling komt, hangt af van de plek waar de plant staat en van het water en voedsel dat in de omgeving aanwezig is.
Om gezag te krijgen, moet je jezelf elke dag 4 vragen stellen:
#1 Wat is je niche?
Zelfkennis is een voorwaarde voor leiderschap. Weet dus waar je kwaliteiten liggen. Op welke punten en in welke situaties kunnen mensen beter naar jou luisteren dan naar iemand anders? Dit is je leiderschapsniche. Jij bent geloofwaardig en kunt gezag ontwikkelen in jouw niche.
#2 Is leiderschap nodig?
Heeft leiderschap toegevoegde waarde in deze situatie? Optreden als leiderschap niet relevant is, gaat ten koste van gezag, want dit wordt als dominantie en bemoeizucht ervaren. Timing is essentieel voor leiderschap. Er is een goed moment voor, maar ook een slecht. Dit zou een alfa mannetje zich natuurlijk nooit afvragen.
#3 Hoe heb ik toegevoegde waarde in deze situatie?
Kwaliteiten hebben betekent nog niet dat je toegevoegde waarde hebt. De vraag hier is hoe je die toegevoegde waarde realiseert. Wat ga je doen? Je moet daarvoor goed aanvoelen wat speelt en wat mensen nodig hebben.
#4 Ben ik integer?
Integriteit omvat hier alles, van eerlijkheid tot bescheidenheid. Waarom zouden mensen hun lot aan jou toevertrouwen? Houd je je aan je woord? Sta je klaar voor anderen? Kunnen ze van je op aan? Gezag valt of staat bij integriteit. Elk spoor van egoïsme of arrogantie kan het in één keer wegvagen.
Gezag – De wetenschap van macht, gezag en leiderschap is geschreven door Mark van Vught en Max Wildschut. Het boek is onder meer te koop bij managementboek.nl.
Dit artikel is gebaseerd op het boek ‘Gezag’ van Mark van Vugt, hoogleraar psychologie aan de VU en Oxford, en psycholoog
Max Wildschut.
Vragen over het alfa mannetje:
Wat is macht?
Macht is volgens socioloog Max Weber het vermogen van personen of groepen om andere personen, groepen of zaken de wil op te leggen, eventueel tegen de wensen of belangen van die anderen in.
Wat is gezag?
Gezag of autoriteit is in de sociologie de aanvaarde macht van een persoon of een organisatie om een andere persoon of groep te leiden
Wat is het verschil tussen macht en gezag?
Het verschil tussen macht en gezag is dat gezag gelegitimeerd is. Het heeft het recht om deze macht uit te oefenen.