Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Pas op voor zonnebrildragers

Ook al hebben werknemers een goede inborst, ze zijn allemaal in staat tot minder ethisch gedrag. In zijn nieuwe boek leert Muel Kaptein ons hoe we dat kunnen doorgronden.

Werknemers op een faculteit moesten geld in een potje doen als ze koffie of thee namen. De opbrengst was echter gering. Het keukentje lag nogal afgelegen en kennelijk was het makkelijk om het potje te ‘vergeten’. Onderzoekers wilden weten wat zeGERECENSEERD:
Waarom goede mensen soms de verkeerde dingen doen
Muel Kaptein
(Business Contact, 236 pagina’s)
 konden doen om de opbrengst te vergroten. Ze hingen poster met een bos bloemen boven het potje, maar dat had geen effect. Toen hingen ze een foto van een paar ogen boven het potje. Het gedoneerde koffiegeld verdrievoudigde. Het maakte niet uit of het mannen- of vrouwenogen waren, vriendelijke of strenge; mét ogen werd er meer geld in het potje gedaan.

Om te weten of iemand eerlijk is of om iets van iemand gedaan te krijgen, is het beter hem of haar recht in de ogen aan te kijken. Dat is een volkswijsheid, maar het is ook wetenschappelijk bewezen. Als mensen zich bekeken voelen, gaan ze zich ethischer gedragen. Het effect is dus al aanwezig als het gaat om een paar papieren ogen op een poster. Het gaat zelfs zo ver dat studenten die was verteld dat de geest van een overleden student was waargenomen in de examenruimte, tijdens het examen minder gingen frauderen.

Dagelijkse ethiek

In het boek Waarom goede mensen soms de verkeerde dingen doen wordt de ‘dagelijkse ethiek’ op de werkvloer behandeld. Auteur Muel Kaptein heeft het boek opgedeeld in 52 kleine hoofdstukken. In elk hoofdstuk wordt een onderwerp behandeld aan de hand van een treffend psychologisch onderzoekje. Kaptein is hoogleraar bedrijfskunde aan de Erasmus-universiteit en partner bij KPMG, en schrijft al jaren over ethische vraagstukken. Ondanks dat Kaptein een wetenschappelijke ‘zware jongen’ is, is het boek zeer toegankelijk en levendig geschreven.

Het boek begint met de vaststelling in hoofdstuk 1 van een belangrijk uitgangspunt, namelijk: de mens is inherent goed en behulpzaam. Zelfs 6 maanden oude baby’s herkennen het als iemand behulpzaam is, en geven daar hun voorkeur aan. Maar dan, in hoofdstuk 2, de harde realitit: ieder mens is te corrumpteren. Iedereen overschrijdt nu en dan ethische grenzen, is in staat tot een klein of groot leugentje en is zelfs op een bepaalde manier omkoopbaar. Het is deze realistische kijk die managers zullen delen in (bijvoorbeeld) magazijnen en horeca-bedrijven, wanneer dozen zoek raken, flessen met dure drank stilletjes verdwijnen en al te creatieve boekhoudpraktijken worden toegepast.

Het is geen kwestie van ‘goede’ en ‘slechte’ mensen, wil Kaptein maar zeggen. Eerder van omstandigeheid, gelegenheid en bepaalde psychologische mechanismes. En die mechanismes zijn te doorgronden, waarmee veel ellende te voorkomen is. Daarbij gaat het niet alleen over diefstal en het vullen van het koffiepotje, maar bijvoorbeeld over de psychologische nadelen van een hoge werkdruk en veel interne concurrentie. De kracht van de psychologische mechanismen gaat zo ver, dat mensen al minder ethisch gedrag gaan vertonen als ze een zonnebril op hebben: ze voelen zich anoniemer. Als ze zelf minder helder zien, hebben ze het idee dat wat ze doen ook minder zichtbaar is. Ze houden zichzelf voor de gek, maar zo werkt de menselijke geest nu eenmaal.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Kapteins boek gaat rechtstreeks naar de shortlist van de ‘Managementboek van het jaar’-verkiezing, begin volgend jaar, en is kanshebber voor de titel.

Eerdere boekrecensies:

Management Team neemt elke vrijdag een nieuw (management)boek onder de loep. Eerdere recensies