De goede raad kan motiverend werken. Wie wordt niet blij van extra uren in de dag? Maar het kan ook aanvoelen als een verwensing. Als iedereen goed gedijt bij om vijf uur ’s morgens opstaan, kan slapen tot zeven of acht uur ineens aanvoelen als extreme lethargie.
Neem Benjamin P. Hardy. De actieve schrijver van motivatieverhalen op Medium.com staat iedere ochtend om vijf uur op. ‘Je maakt of breekt je leven tussen vijf en zeven uur ’s ochtends’, aldus Hardy. ‘Hoe je je ochtend doorbrengt, bepaalt je succes in het leven. Hoe je je ochtend doorbrengt, bepaalt wie je wordt.’ Zo is de toon gezet voor een artikel waarin Hardy uit de doeken doet hoeveel hij leest, nadenkt en schrijft op de vroege morgen. No pressure.
Hardy is niet de enige die dol is op vroeg opstaan. Er zijn nog talloze artikelen geschreven door mensen met positieve ervaringen in de ochtend op zak, van How Waking Up Early Has Changed My Life tot The Secret To Becoming an Annoyingly Productive Early Morning Person. Er is zelfs een heuse 5 AM club, een initiatief van zelfhelpauteur Robin Sharma. Succesvolle mensen als Michelle Obama, Tim Cook en Richard Branson komen in de stukken voorbij als (heel) vroege vogels.
Wat zijn precies de voordelen van extreem vroeg opstaan?
Meer tijd, minder afleiding
Het meest voor de hand liggende voordeel is natuurlijk het aantal uren dat je wint door rond vijf uur op te staan. Nog voordat de meeste mensen hun wekker de eerste keer laten snoozen kun je al gedoucht, gesport en al je mails beantwoord hebben. Daarnaast kunnen de extra uren in de ochtend je het idee geven, in ieder geval gevoelsmatig, dat je gedurende de dag minder achter de feiten aanloopt. Te laat opstaan kan de hele dag zorgen voor een gehaast gevoel.
Meerdere ervaringsdeskundigen schrijven zich het meest energiek en creatief te voelen in de vroege ochtend. Ze geven de voorkeur aan nadenken, lezen en schrijven om tot nieuwe inzichten te komen. Bovendien slaapt het gros van de mensen nog: hierdoor kan afleiding ’s morgens minimaal zijn.
Vroeg naar bed
Maar verlies je de in de ochtend gewonnen uren niet weer ’s avonds? ‘Dat hangt af van twee dingen: hoeveel slaap je nodig hebt, en of je een ochtend- of een avondmens bent’, zegt slaapexpert en oprichter van Shleep Els van der Helm. ‘Maar vijf uur is zelfs voor een ochtendmens wel erg vroeg. Natuurlijk wakker worden, dus niet van een wekker, is het beste. En dat zullen niet veel mensen om vijf uur worden.’
Wat betreft het gebrek aan afleiding vroeg op de dag is Van der Helm duidelijk: ‘Waarom creëren mensen deze ongestoorde situatie niet overdag? Veel mensen hebben een afleidingsprobleem, waarvoor extreem vroeg opstaan denk ik niet de oplossing is.’
Het is in ieder geval raadzaam om je avondroutine aan te passen op een vroege ochtend. De meeste voorstanders van extreem vroeg opstaan zijn ook voorstanders van een rustig avondprogramma. Als je in de ochtend echt tijd krijgt voor belangrijk creatief werk, zoals het schrijven van het boek dat je altijd al hebt willen schrijven, dan is het opgeven van een borrel, het kijken van YouTube-filmpjes of Netflix in de avond een klein offer.
Uitgeput
Journalist Stephanie Vozza, ook geïnspireerd door alle positieve artikelen, stond een maand lang om vijf uur op (in plaats van op het voor haar gebruikelijke tijdstip kwart voor zes). Het vroege opstaan ging Vozza minder goed af.
Ze beschrijft hoe ze moeite had met het invullen van de gewonnen tijd. Mediteren zorgde ervoor dat ze in slaap viel in haar stoel. Om negen uur ’s avonds viel ze uitgeput in slaap; iets wat ervoor zorgde dat ze minder tijd had om met haar man en zoon door te brengen. Het plotseling verschuiven van haar ritme was voor deze journalist alleen maar verstorend.
Bepaal je eigen ritme
Wetenschappers benadrukken het belang van een regelmatig 24-uursritme (ook circadiaan ritme genoemd). Aanpassingen in dit ritme kunnen je hele lichaam ontregelen, zoals een jetlag dat kan doen. ‘Je lichaam wil het liefst iedere 24 uur hetzelfde,’ zegt Van der Helm hierover. Wil je eerder opstaan, pas je ritme dan geleidelijk aan, bijvoorbeeld door iedere ochtend de wekker een kwartier eerder te zetten.
Dit circadiaans ritme verdeelt ons ook tussen ochtend- en avondmensen. Hoewel externe factoren, zoals licht, kunnen bepalen wanneer je moe wordt, is een deel hiervan ook intern bepaald. ‘Leren aanvoelen bij welk ritme jij je het beste voelt, op welk tijdstip jij het liefste opstaat en hoeveel slaap je nodig hebt, is veel belangrijker dan jezelf een extern ritme opleggen’, is het vonnis van Van der Helm.
En wil je nu proberen je ritme naar voren te verschuiven, maar lukt het niet om daadwerkelijk op te staan als de wekker zo vroeg afgaat, dan is er altijd nog het advies van deze lezer in een reactie onder een artikel: ‘Neem een kind. Probleem opgelost.’