Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Weggeven is een goed idee

Welk idee heeft Nederland veranderd, of zal dit in de toekomst gaan doen? Rond de 100 denkers geven daarop hun visie in het boek 'Nederland in Ideeën'. Volgens Rolf Hut en Michel Frijns kan het 'weggeven' van data de economie verder helpen.

Mensen met goede ideeën zijn in twee groepen in te delen: de ‘hier kan ik stinkend rijk mee worden’-groep en de ‘dit moet iedereen zien/gebruiken’-groep. De eerste groep zijn de rolmodellen van onze tijd: Jobs en Gates, de motoren van onze economie. En toch zou de tweede groep weleens een grotere bijdrage aan de economie kunnen leveren dan de eerste.

Linux

Linus Torvalds ontwikkelde, met de hulp van duizenden vrijwilligers, het gratis besturingssysteem Linux. Het was de doorbraak van de ‘open source’-filosofie. Tegenwoordig draait 95 procent van de supercomputers ter wereld en ruim 30 procent van de internetservers op Linux. Zo’n beetje alle software start-ups in Silicon Valley, die grootheden als Facebook en Twitter hebben voortgebracht, werken met opensourcesoftware zoals Linux. Zonder de gratis opensourcesoftware zouden de meeste software start-ups waarschijnlijk nooit gestart zijn. Gelukkig dus maar dat Linus niets aan Linux verdient. Hij maakte Linux ‘open source’, gratis voor iedereen. Daarmee deed hij zichzelf misschien financieel tekort, maar hij heeft de (wereld)economie een gigantische boost gegeven.

Gratis weerbericht

Er zijn meer producten die, wanneer gratis weggegeven, de economie helpen: het weerbericht bijvoorbeeld, of verkeersinformatie. Als voor het weerbericht betaald moest worden, zou een grote groep mensen en bedrijven de prijs te hoog vinden en dus ‘gokken’ op wat het weer doet. Als ze het gratis weerbericht hadden gehad, hadden ze een betere beslissing kunnen nemen. Dat voordeel of, economisch gezien, die extra toegevoegde waarde, loopt de Nederlandse economie mis wanneer het weerbericht niet gratis is.

KNMI helpt economie

Zo baalden de buitenschilders van mijn buurman van de week enorm toen het onverwachts ging regenen: ze konden een groot deel van het werk opnieuw doen. Zonder gratis weerbericht zouden de schilders zelf naar de wolken moeten kijken en veel vaker balen, of moeten betalen. In beide gevallen zou de prijs van een buitenschilder omhooggaan. Het gratis weggeven van het waardevolle weerbericht door het KNMI geeft de Nederlandse economie dus een boost, zoals Linux dat wereldwijd doet.

Die economische boost levert extra belastinginkomsten op voor de overheid. Je zou kunnen zeggen dat het KNMI zichzelf betaalt uit de belasting die geïnd wordt op de waarde die die voorspellingen van het KNMI hebben. Maar wat maakt weerberichten dan zo anders dan ‘gewone’ producten zoals chips en iPods, dat het economisch beter is om ze gratis weg te geven? Antwoord: het (simpele) feit dat het om digitale informatie gaat.

Digitale bestanden kosten niets

Boeken leen je uit en hoop je op een gegeven moment weer terug te krijgen. Maar als je een databestand wil uitlenen, dan mail je dat toch even? Als je iemand een kopie van software of andere digitale gegevens geeft, ben je je eigen versie niet kwijt. In economisch jargon kan je stellen dat de marginale kosten van dataproducten gelijk zijn aan nul. Oftewel: als je een bestand al hebt en je wil nog een tweede versie van dat bestand maken, zijn de extra kosten voor dat tweede bestand nul (kosten voor opslag daargelaten). De klassieke markttheorie kan daar niet mee omgaan: die is, zoals wiskundigen zeggen, niet gedefinieerd voor het punt waar de marginale kosten (bijna) nul zijn.

Muziekalbum kopiëren

Neem bijvoorbeeld het volgende gedachtenexperiment. Stel, ik woon in een land zonder wetten, maar met internet en heb een stuk data gemaakt, bijvoorbeeld een (klassiek) muziekalbum. Ik wil het graag verkopen, dus ik bied het aan op internet. Ik verkoop het aan een koper voor 9 euro. Deze koper geniet ervan, maar ziet daarna dat ik het album nog steeds aanbied. Hij besluit om een kopie van mijn album óók aan te bieden, en wel voor 5 euro. Kan hij er mooi aan verdienen, terwijl hij kan blijven genieten van het album. En aangezien we hetzelfde album aanbieden, moet ik wel mee in prijs zakken. Mocht een derde die het album voor 5 euro gekocht heeft het weer voor minder aanbieden, dan moet ik weer mee zakken in prijs. Uiteindelijk zal de prijs naar nul gaan. En het kan nog erger. Wat als de eerste koper denkt: ‘mooie muziek, dat moet iedereen horen’ en het gratis op internet zet? Dan kan iedereen gratis van mijn mooie muziek genieten! Daar word ik een blije artiest van, maar aan de andere kant kan ik zonder albumverkoop nooit de kosten van mijn gehuurde piano betalen.


Kortom, er is dus een nieuwe theorie voor digitale producten nodig.

Economisch geldt dat:

  • een product alleen wordt gemaakt als de producent zijn vaste en variabele kosten kan terugverdienen;
  • overgelaten aan de vrije markt, de prijs van digitale producten zo goed als nul is. Een product met een prijs van nul verkopen, daar beginnen alleen filantropen aan. 

Toch kunnen we drie categorieën definiëren waarin digitale producten wel succesvol verkocht kunnen worden:

  1. wanneer er één klant is, of een groep klanten, die bereid is de volledige kosten op te hoesten; denk hierbij aan een marktonderzoek gedaan in opdracht van een lokale winkeliersvereniging;
  2. wanneer de prijs kunstmatig hoog wordt gehouden, bijvoorbeeld door wetgeving tegen kopiëren of digitale kopiebeveiliging, zoals gebruikelijk is bij games, films en muziekbestanden; 
  3. wanneer de maker gecompenseerd wordt voor zijn vaste kosten door de overheid of door donaties, zoals het eerder genoemde KNMI, dat het weerbericht beschikbaar stelt, of het Linux-project, waarbij mensen vrijwillig gezamenlijk een gratis product gemaakt hebben.

Markt of overheid?

Grote vraag voor overheden in de digitale tijd is: wat trekken we naar ons toe (het weerbericht) en wat laten we aan de markt over? Belangrijke overweging daarbij is de vraag: hoeveel mensen en/of bedrijven hebben baat bij het (gratis) gebruik van data? Een voorbeeld: een lokaal café kan een onderzoeksbureau marktonderzoek laten doen. De resultaten daarvan delen met zijn conculega’s op hetzelfde plein zou niet slim zijn: het risico bestaat dat vervolgens alle café́s hetzelfde onderzoek laten uitvoeren en allemaal betalen voor dezelfde resultaten. Maar wanneer de overheid dat onderzoek naar zich toe zou trekken en algemeen beschikbaar zou maken, dan kunnen alle cafés daar hun voordeel mee doen. De hoop is natuurlijk dat de extra omzet van de café́s tot zoveel meer extra belasting leidt dat het onderzoek daarmee terugverdiend kan worden. Economisch gezien gaat deze denkwijze altijd op: vanuit economisch oogpunt is het dus beter als digitale gegevens door de overheid verzameld worden en centraal verspreid.

Nieuws samenvoegen

Gelukkig is economie niet alles. Nieuws, als data verzameld door journalisten, is ook digitale informatie. Economisch zou het efficiënter zijn wanneer alle redacties van nu.nl, de Volkskrant, NRC Handelsblad, etc. samengevoegd zouden worden tot één kanaal dat alle nodige informatie verschaft. Er zijn echter niet-economische overwegingen om af te zien van zo’n model. Iets met democratische waarden en vrijheid.

De kunst is dus voor de overheid om af te wegen welke informatiestromen zij het best kan beheren. Daarbij zal macro-economisch belang altijd in de richting van een grotere rol voor de overheid wijzen. Hoe het macro-economische belang afgewogen wordt tegen andere belangen is een sterk politieke keuze. Zo verwachten wij dat een socialistische partij baanbehoud zal verkiezen boven hogere economische efficiëntie en dus voorstander is van subsidies aan lokale kranten en radiostations. Deze subsidie helpt te voorkomen dat lokale kranten en radiostations overgenomen worden door landelijke organisaties die economisch efficiënter zijn maar netto minder werknemers hebben.

Belastingaangiftes naar marketingbureaus

Voor liberale partijen zou de bovenstaande uiteenzetting reden kunnen zijn om, in het kader van de economische efficiëntie, de belastingaangiftes van iedereen te delen met marketingbureaus, zodat marketingbureaus geen dure enquêtes meer hoeven te houden. Deze economische efficiëntie gaat ten koste van een stuk privacy. Het zou politieke partijen sieren om deze afwegingen en de keuzes daarin expliciet op te nemen in hun partijprogramma’s. Over welke politieke partij we het ook hebben, de vergaande digitalisering van de samenleving noodzaakt de overheid om haar takenpakket grondig te herevalueren.

Nederland in ideeën is het eerste boek van een serie waarmee uitgeverij Maven Publishing elk jaar rond de 100 toonaangevende Nederlandse denkers vraagt om kort en krachtig antwoord te geven op één centrale vraag op het raakvlak van wetenschap en maatschappij. De vraag van deze eerste editie: ‘Welk idee, inzicht of innovatie heeft Nederland veranderd – of zal dit in de toekomst gaan doen?’

Lees uit dezelfde bundel: 
Ondernemen leren van de natuur
Crowd is keizer
Robotauto maakt grachten vrij