Wat is het? Zodra bedrijven uitbreiden, wordt het moeilijker om focus te houden op de kernactiviteiten. Dat kan tot allerlei nadelen leiden: minder efficiëntie, minder kwaliteit en een onduidelijk profiel. Het idee van PWP – a plant within a plant, in goed Nederlands: een fabriek binnen de fabriek – is dan om fysieke en organisatorische scheidingen op te richten. Elke afdeling of plant opereert daarna als zelfstandige eenheid die zo min mogelijk relaties heeft met de andere zelfstandige eenheden binnen de organisatie, zodat de focus behouden kan blijven.
Wie bedacht het? Wickham Skinner schreef al in 1974 in Harvard Business Review een artikel onder de kop The Focused Factory, waarin hij het concept introduceerde. Zijn uitgangspunt is dat er vier prioriteiten zijn die onderling in conflict zijn: kosten, kwaliteit, snelheid van levering en flexibiliteit. Alleen door elke productielijn te focussen op één element, kan de scherpte behouden blijven. In zekere zin ligt PWP daarmee ook in het verlengde van lean. Als het goed werkt, geeft PWP een organisatie de kans nieuwe gebieden te ontdekken, terwijl de focus op de lopende activiteiten niet in gevaar komt.
Werkt het? Het idee gaat al lang mee en veel grote complexe organisaties, zoals luchtvaartmaatschappijen, ziekenhuizen en retailers, hebben het omarmd. Dat wil wel iets zeggen.
Kritiek? In kennisintensieve organisaties die overleven door innovaties en de snelle verspreiding van best practices lijkt het weinig zinvol om Chinese muren op te richten. Of, zoals professor Robert Huckman het in september 2009 in Harvard Business Review opschreef: “Het model is krachtig, maar heeft bewezen moeilijk te implementeren te zijn.”
Door: Arjan Zweers