“Als je als mkb’er online wilt adverteren is dat een heel gedoe. Met een relatief klein advertentiebudget kom je niet binnen bij de grote mediabureaus – die bedienen alleen de 500 grootste bedrijven. Gevolg: 600.000 kleinere ondernemers worden vrijwel genegeerd door de markt. Google Adwords is als eerste in deze markt gestapt. Alleen in Nederland haalt het bedrijf daaruit jaarlijks 400 miljoen euro. Maar bij Google kun je niet bepalen waar je advertentie wordt geplaatst. Met onze dienst kan dat straks wel. In januari 2010 gaan we live. Op de websites van De Telegraaf, De Volkskrant, FD, BNR Nieuwsradio, Z24, De Pers, Managementsite, Emerce, Sprout en Management Team komt een knop met ‘Adverteer bij dit nieuwsbericht’ naast elk artikel. Als je dat wilt, staat je advertentie binnen een paar minuutjes naast het bericht. First come, first serve. Je betaalt een vast bedrag, afhankelijk van hoe lang je daar wilt adverteren, maar ongeacht hoe vaak er op je advertentie wordt geklikt.
Het was makkelijk om bij de uitgevers binnen te komen. Mijn compagnon, Michael Nederlof, heeft een uitstekend netwerk in die wereld. Stuk voor stuk hapten ze toe. We zijn ook al benaderd door Belgische uitgevers. Te gek natuurlijk, maar we willen ons eerst focussen op Nederland. Als het hier draait, gaan we naar België en andere landen.
Het is cruciaal om flexibel te zijn, maar je moet je niet laten verleiden om elke kans die zich aandient te grijpen. Dat is één van de grootste instinkers voor beginnende ondernemers. Het is belangrijk om je af te vragen of een bepaalde opdracht wel binnen je focus past, want je kunt je tijd maar beperkt besteden. Als je daarover helder bent naar je klanten, snappen ze dat ook. Bij mijn vorige bedrijf (KTMS, red.) was ik er minder goed in. Ging ik voor ieder wissewasje mijn softwareapplicatie uitbreiden. Als ik terugkijk had ik in sommige gevallen principieel ‘nee’ moeten zeggen. Je kunt je beter richten op het oplossen van de belangrijkste problemen van je klanten. Alleen voor je eerste drie klanten maak je wellicht een uitzondering – die wil je ten slotte koste wat kost behouden.”