Een van de allerbelangrijkste taken van het management is vooruitkijken naar ontwikkelingen in de markt. Dat was ongetwijfeld wat de directie van het Europese Airbus dacht te doen toen het in de jaren negentig startte met de ontwikkeling van de A380.
Een vliegtuig dat groter was én verder kon dan de dubbeldekssuperjumbo 747-400 van concurrent Boeing. Er konden 575 passagiers in, tegen 416 in de 747-400, en het vloog 8000 mijl zonder te hoeven tanken.
Vliegvelden niet het probleem
Rond de eeuwwisseling leek het nog steeds een goed idee en, na veel vertraging, rolde in 2007 het eerste toestel de hangar uit op weg naar Azië waar Singapore Airlines het toestel als eerste in dienst nam. Het was de trots van Europa.
Er was wel wat scepsis. Zo dachten specialisten dat de vliegtuigen te groot waren. Vliegvelden zouden niet zomaar bereid zijn om hun terminals, start- en landingsbanen geschikt te maken voor de zware jongen. Dat bleek achteraf niet het meest onoverkomelijke probleem.
Grote vliegvelden als Dubai, de thuishaven van Emirates dat de A380 wel kocht, maar ook Heathrow en Schiphol pasten hun infrastructuur aan. Het was uiteindelijk de consument die ervoor zorgde dat vliegtuigmaatschappijen maar mondjesmaat orders plaatsten voor de A380.
Opkomst van prijsvechters
Vanaf de eeuwwisseling veroverden prijsvechters als EasyJet, Southwest Airlines en Ryanair steeds meer marktaandeel. Deze prijsvechters vlogen niet vanaf de dure hubs – grote vliegvelden als Schiphol, Dubai of Heathrow – maar van het ene regionale vliegveld naar het andere.
Meer en meer stond het hub-systeem, waarbij passagiers in grote kisten van de ene naar de andere hub werden gevlogen om vervolgens verder te vliegen met kleine toestellen naar de uiteindelijke bestemming, onder druk. De klant maakte dankbaar gebruik van het feit dat het veel gemakkelijker rechtstreeks van de ene naar de andere plek kon vliegen.
Het was het Amerikaanse Boeing dat die verandering in de markt veel beter had voorzien. Waar Airbus geld en mankracht stak in het ontwikkelen van de A380, besteedden de ingenieurs in van Boeing hun energie aan het ontwikkelen van de 787. Een veel kleiner vliegtuig dat dankzij brandstofbesparende maatregelen een vergelijkbare actieradius had. Dat bleek uiteindelijk de juiste gok.
Alleen Emirates als grote klant
Gevestigde maatschappijen zagen in dat het voor hen ook aantrekkelijker was om ook op de langere afstanden het aantal bestemmingen uit te breiden in plaats van via hubs te vliegen. De vliegtuigen van de Boeing maar ook de A350-900 van Airbus zelf, hadden voldoende brandstof aan boord om dat te kunnen.
Het aantal orders voor de A380 bleef ernstig achter. Alleen in het Midden-Oosten was toestel nog in trek. Emirates vliegt bijna de helft van de 200 A380’s vanuit de thuishaven in Dubai. Een klant is echter niet genoeg.
Airbus maakte begin 2019 bekend te stoppen met de productie van het model. De A380 eindigt als een waarschuwing voor ondernemers en boardroom-members altijd om te letten op kleine signalen in de markt die de markt in een aantal jaren volledig op zijn kop kunnen zetten en op tijd een verkeerde strategie in te zien.