Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Hoe de reparatie-economie voor innovatie zal zorgen

Oude spullen repareren; het lijkt weinig innovatief. Maar het zal de economie waarschijnlijk juist een boost geven.

We zitten al jaren in een consumptie-economie en zelfs in een wegwerpeconomie. Daar klagen veel mensen over, al vele jaren. Er gebeurt echter ook wat met dat geklaag, want zoals in vele boeken – waaronder het mijne – wordt omschreven: online middelen geven ons ongekende mogelijkheden tot zelforganisatie. Een van de tegenbewegingen als het gaat om de wegwerpeconomie is bijvoorbeeld het repaircafé.

Van Varsseveld tot Hattem

De beweging rond de repaircafés bestaat al jaren. De stichting is bijvoorbeeld al in 2010 in Amsterdam opgericht. Maar de laatste jaren lijkt hij wel steeds meer aan kracht te winnen. Zelf het NOS Journaal besteedde er aandacht aan. Inmiddels zijn er repaircafe's door heel Nederland. Van Varsseveld en Rhenen tot Tytjerksteradiel en Hattem, ze hebben er allemaal één. In de grote steden zijn er vaak meerdere; zo heeft Amsterdam al op 14 locaties een repaircafé.

Hobbyisten

Voor de lezers die het fenomeen niet kennen: het concept van het repaircafé is eigenlijk heel eenvoudig. Er zit een hele reeks mensen, vaak gepensioneerden of gewoon hele goede hobbyisten, op een zaterdag in een buurtcentrum en bij hen mag je met je kapotte spullen langskomen. De experts kijken er dan naar en zeggen je of het te repareren is en als ze de onderdelen bij zich hebben maken ze het meteen. Dit kost niets, behalve de kosten van het onderdeel. Daarnaast wordt een vrijwillige bijdrage gevraagd voor de organisatie, om bijvoorbeeld de koffie en de thee van de reparateurs te betalen.

Klussersfamilie

Recent was er het eerste repaircafé in Oss, wat mijn (gepensioneerde) vader heeft georganiseerd, nadat ik hem over dit fenomeen vertelde. Ik kom uit een familie van klussers en doe-het-zelvers en dingen weggooien is echt het laatste wat je doet, zo ben ik opgevoed. Mijn vader was dus meteen enthousiast – en zo is het fenomeen dus ook in Oss aangekomen. De resultaten van het eerste repaircafé mogen er ook wezen:

• 60 bezoekers
• 77 reparaties
• 27 gerepareerd
• 3 apparaten hadden nog een onderdeel nodig
• 47 apparaten waren echt stuk

Bij die 47 die echt stuk waren, ging het bijna altijd om de printplaat bij elektronica. Dat is niet te repareren of veel te duur. Het ging echter niet allemaal om elektronica. Er zaten bijvoorbeeld ook kleine fietsreparaties bij, maar ook een pluche kat die ging spinnen als je hem aaide, maar waar een draadje bij los zat, waardoor hij het niet meer deed. Er was ook een goudsmid die kapotte sieraden kon maken, en nog veel meer.

(R)evolutie van werk

Wat heeft dit nu te maken met het anders organiseren? Met de banen die komen en gaan? Met nieuwe technologieën? Alles. Ik zal drie punten noemen.

#1. Anders organiseren

Het repaircafé is een typisch voorbeeld van anders organiseren. Het zijn mensen die de wegwerpeconomie zat waren en die gewoon samen een oplossing hebben bedacht. Niets geen grote organisatie nodig, niets geen structuur, niets geen businessmodel. Gewoon mensen die iets willen bijdragen aan de wereld. Vergis je niet, het plezier van de reparatie is meestal net zo groot bij de reparateur als bij de eigenaar van het product!

#2. Nieuwe banen

Ik schreef hier al eerder over beroepen van morgen voor laagopgeleiden. Een van die beroepen: reparateur. Nu hoor ik mensen ook al zeggen: die verdwijnen hierdoor toch juist? Want dit zijn mensen die het gratis doen, dus vernietigen ze banen. Nee, ik geloof dat ze juist banen creëren. Door mensen weer in contact te brengen met het fenomeen reparatie, in plaats van alles te vervangen zodra het stuk is. Als mijn wasmachine kapot is koop ik een nieuwe, want de voorrijkosten zijn al bijna net zo duur als een nieuwe wasmachine. Initiatieven als het repaircafé veranderen echter de mentaliteit over wel of niet maken en zullen daardoor juist ook het beroep reparateur weer nieuw leven inblazen. Veel producten zul je toch sneller gemaakt willen hebben (een repaircafé is meestal ergens maar eens per maand) of door een zaak willen laten maken waar je ook de onderdelen kunt bestellen.

#3. Nieuwe technologie

Nu komen we bij het belangrijkste punt: hoe repaircafés voor innovatie gaan zorgen. Het lijkt op het eerste gezicht misschien een contradictie. Toch geloof ik er sterk in. Nu kan bij een repaircafé bijvoorbeeld nog lang niet alles gemaakt worden. Vaak zijn de printplaten een probleem. Maar hier lijken al oplossingen voor te komen. Zo werkt het repaircafé in Oss (dat van mijn vader) samen met de plaatselijke kringloopwinkel. Zij leveren aan het café de onderdelen van de producten die ze zelf niet kunnen maken in de winkel.

Hier komt echter ook nieuwe technologie om de hoek kijken. Zoals ik al in het eerdere stuk schreef, doen veel producenten (expres) een zwak onderdeel in hun product. Dit zijn vaak onderdelen die wel makkelijk te vervangen zijn, alleen worden ze na verloop van tijd niet meer gemaakt. Dit probleem is echter zo opgelost met 3D printers, er hoeft slechts één iemand een keer dit onderdeel te ontwerpen en je kunt het blijven printen. Een samenwerking tussen bijvoorbeeld Shapeways en de repaircafés lijkt mij dan ook een hele logische. De technologie gaat deze ontwikkeling zeker versterken.

De repaircafés zijn volgens mij dan ook echt een heel interessant fenomeen, vanuit meerdere elementen. Het leert ons anders organiseren, anders denken, het leert ons nieuwe technologie in te zetten en het zal nieuwe banen scheppen. En wie zou daar op tegen kunnen zijn?

Bron foto