Die Nederlanders, het blijft een innovatief volkje, concludeert de jaarlijkse Erasmus Concurrentie en Innovatie Monitor.
Ruim 13 miljard euro. Dat is wat Nederlandse bedrijven en instellingen in 2014 hebben besteed aan onderzoek en ontwikkeling, meldde het CBS recent. Volgens de statistici is bijna de helft van alle Nederlandse bedrijven innovatief te noemen, zowel technologisch als op andere aspecten. Tussen 2010 en 2012 lag dit percentage nog maar op zo’n 38 procent.
Peilstok in het bedrijfsleven
Ook de Rotterdam School of Management constateert dat het met ons innovatievermogen de goede kant opgaat. In 2014 was er nog een flinke daling kenbaar, maar dit jaar is de stijgende lijn weer te pakken, meldt de Erasmus Concurrentie en Innovatie Monitor, het jaarlijkse onderzoek dat de peilstok in het Nederlandse bedrijfsleven houdt.
- Lees hier over de 4 meest innovatieve bedrijven van Nederland
Innovatief klimaat
Zowel de radicale innovatie (ofwel: volledig nieuwe producten en diensten), als de incrementele innovatie (verbetering van bestaande producten en diensten) zitten in de lift, en wel met respectievelijk 3,5 en 5,2 procent ten opzichte van 2014. Henk Volberda, hoogleraar Strategisch Management en Ondernemingsbeleid, die vanuit de Erasmus Universiteit dit onderzoek begeleidt, ziet het met tevredenheid aan. ‘We zien grote en kleine spelers allemaal bijdragen aan het innovatieve klimaat. Grote bedrijven als ASML en NXP komen met echte vernieuwingen, maar ook de kleinere partijen spelen zeker een rol. Denk aan de toeleveranciers voor de Duitse auto-industrie of aan een bedrijf als Neways, dat in Son elektronische schakelingen produceert en ook de bijbehorende dienstverlening levert. Of aan de genomineerde bedrijven voor de Innovation Awards: Resato International of Trackjack. Zo kent Nederland heel veel kleinere technische bedrijven die zich in niches begeven: kleine productievolumes, snel kunnen schakelen en veel aandacht voor vernieuwing.’
Veel hightech
De hightech sector blijkt in het onderzoek van Volberda – misschien weinig verrassend – de meest innovatieve van Nederland. Het R&D-budget bedraagt hier gemiddeld 18 tot 20 procent van de jaaromzet.
Goede tweede: creatieve industrie
De creatieve industrie scoort als goede tweede, maar hier valt het verschil op tussen radicale en incrementele innovatie. ‘Inherent aan de creatieve sector’, zegt Volberda: ‘Het is een battle of the souls, veel eenmansbedrijven die continu nieuwe ideeën spuien. Die bedrijfjes zijn er erg goed in iets nieuws neer te zetten, maar ze zetten minder snel de stap naar opschalen of verder verbeteren, of het ontwikkelen van een businessmodel. In plaats daarvan beginnen ze liever opnieuw aan iets volledig nieuws.’ Uitzondering is volgens Volberda bijvoorbeeld ontwerper Marcel Wanders, die wel een succesvol businessmodel heeft gevonden en daaraan continue innovatie weet te koppelen.
Olie en geld
Verrassender dan de goed scorende sectoren, zijn misschien wel de twee sectoren die onderaan de ranglijst bungelen: energie en financiële dienstverlening. Volberda: ‘De financiële sector is de laatste jaren alleen bezig geweest om de balansen op te schonen en de risico’s te beheersen. Daardoor staat hun innovatie op een laag pitje.’
Wake-up call
Al ziet hij daar ook weer wel verandering. Al komen die doorgaans van startups als Knab, Adyen, BUX en Bunq, of van spelers buiten de sector, zoals Google met de Google Wallet. Gek genoeg protesteren de banken en verzekeraars daar dan weer tegen bij hun toezichthouders, zegt Volberda. ‘In plaats van dat ze gaan meedenken, werpen ze juist extra muren op. Dat het juist andere spelers zijn die zich in de sector mengen, zou een wake-up call voor hen moeten zijn.’
Dat het andere spelers zijn die zich in de sector mengen, zou een wake-up call moeten zijn.’
Competentievalkuil
Ook de energiesector laat het liggen op innovatiegebied, zo toont het onderzoek. Er zijn weliswaar veel kleinschalige, vaak ook lokale initiatieven, maar op het grote plaatje maakt dat nog weinig verschil. Dat de elektriciteitsmaatschappijen weer méér kolen stoken in hun centrales is in dit verband illustratief: teruggrijpen op iets bestaands in plaats van een stap vooruit zetten. Ook de grote oliemaatschappijen bakken er weinig van, zegt de hoogleraar innovatie. ‘De corporates kampen met wat wij noemen de ‘competentievalkuil’: ze concentreren zich op waar ze al goed in zijn. Het zijn exploitatiemachines.’
De corporates kampen met wat wij noemen de ‘competentievalkuil’: ze concentreren zich op waar ze al goed in zijn. Het zijn exploitatiemachines.’
Vroeger beter
Giganten als Shell deden het volgens Volberda vroeger beter. ‘In de jaren 60, 70 en 80 deed Shell veel meer aan radicale innovatie. Windenergie, zonne-energie, biomassa, Shell heeft het allemaal ontwikkeld, maar niet uitgerold. En dat is de laatste 5 à 10 jaar helemaal opgedroogd. Vanuit innovatieperspectief is Shell momenteel niet goed bezig, terwijl ze toch echt een programma hebben dat zich toelegt op gamechanging ideeën. Misschien wordt Shell wel het Nokia van de toekomst.’
Allemaal hosanna?
De schwung zit er dus weer in. Maar is het dan allemaal hosanna in innovatieland? Nee, dat ook weer niet, aldus het onderzoek, dat 19 november op het Innovation Festival in de Rotterdam Science Tower wordt gepresenteerd.
Zo nemen de uitgaven aan research & development als percentage van de omzet af: ze dalen van 4,2 naar 2,4 procent. ‘Er wordt dus relatief steeds minder geïnvesteerd in R&D’, aldus Volberda, en dat al sinds 2009. ‘Een zorgelijk plaatje, want het niveau is nu met die 2,4 procent in internationaal perspectief bedroevend laag. Het lage investeringsniveau in technologische innovatie voorspelt een laag innovatieniveau in de toekomst.’
Een van de verklaringen hiervoor is dat steeds meer R&D naar het buitenland verdwijnt. Zowel grote als kleinere Nederlandse bedrijven vestigen een deel van hun R&D over de grens. Ook de financiële crisis ijlt nog na. ‘Het kan wel een tandje minder, dachten veel bedrijven toen.’
Waarschuwen
Niet alleen Volberda, maar ook partijen als TNO en het Rathenau-instituut waarschuwen voor de geleidelijke relatieve afname van de budgetten. Hij roept ontwikkelingschefs dan ook op zich harder te maken bij hun Raden van Bestuur. ‘Die zien misschien de dalende trend en de urgentie nog niet.’
Niet dat R&D alléén voor Volberda zaligmakend is. Innovatie behelst niet alleen technologische vooruitgang, je moet ook je organisatie aanpassen, zodat de technologie optimaal rendeert en je mensen zich ontwikkelen. Kortom: sociale innovatie, zoals de onderzoekers het noemen. Uit de Monitor blijkt dat bedrijven die dat goed aanpakken, beter presteren: ze trekken meer nieuwe klanten aan, groeien harder qua marktaandeel en boeken meer winstgroei. ‘Doordat de meeste bedrijven managementlagen hebben geschrapt, minder hiërarchisch georganiseerd zijn en vaak samenwerken met externe partners kunnen ze hun innovatiesnelheid verhogen.’
Zachte kant die hard uitwerkt
Kortom: sociale innovatie maakt het verschil, benadrukt Volberda. ‘Technologie is verantwoordelijk voor 20 procent van het succes van een innovatie. Zo’n 80 procent is juist gebaseerd op de langetermijnvisie, een platte organisatievorm, de brede inzetbaarheid van mensen en de mate van samenwerking onderling en met partnerbedrijven. Sociale innovatie is de zachte kant die hard uitwerkt. Sociale innovatie leidt ertoe dat investeringen in onderzoek en ontwikkeling beter renderen en vaker leiden tot de introductie van nieuwe producten en diensten.’
Sociale innovatie leidt ertoe dat investeringen in onderzoek en ontwikkeling beter renderen en vaker leiden tot de introductie van nieuwe producten en diensten.’
Flinke omslag
Aandacht voor sociale innovatie is er gelukkig wel, zo toont het onderzoek aan: die steeg afgelopen jaar zelfs met 7,6 procent. Ook dat is een flinke omslag in vergelijking met een jaar eerder, toen de trend nog daalde.
Zelfsturende teams
De mate van sociale innovatie verschilt wel behoorlijk, met de sector life sciences & health als koploper. ‘DSM bijvoorbeeld heeft in een van zijn fabrieken het aansturingsmodel helemaal op de schop genomen. Alle managers gingen eruit en er kwamen zelfsturende teams voor in de plaats. De operatie werd zelf verantwoordelijk gemaakt. Dat kende wat aanloopproblemen, maar inmiddels werkt het. Overigens werkt het niet overal. DSM heeft hetzelfde geprobeerd bij een vestiging in China, maar daar bleek dat nog een stap te ver. Het is dus allemaal niet vanzelfsprekend.’
Disruptieve innovatie
Innovatie betekent in het meest verstrekkende geval ook: disruptie. De Innovatie Monitor bekeek ook welke sectoren het meest disruptief zijn of zullen zijn in de toekomst. Wederom prijkt hier de hightech sector bovenaan. ‘Zoals NXP, waar ze sensoren ontwikkelen die vochtigheidsgraad kunnen meten. Dat is onder meer toepasbaar in luiers.’ Of denk aan het Internet of Things, dat een belangrijke drijfveer vormt voor disruptieve innovaties. Oók in Nederland. ‘RFID-chips om logistiek mee te volgen, of een zelfrijdende auto, dat zijn dingen die al binnen handbereik zijn en waar Nederlandse bedrijven volop aan meewerken. Maar er gaat nog veel meer komen.’
RFID-chips om logistiek mee te volgen, of een zelfrijdende auto, dat zijn dingen die al binnen handbereik zijn'
Je eigen scheerapparaat
Ander voorbeeld: Philips heeft zijn scheerapparatenfabriek in Drachten gerobotiseerd, maar de automatisering kan nog veel verder gaan, denkt Volberda. ‘Straks kun je misschien online je eigen scheerapparaat naar keuze samenstellen en rechtsreeks vanuit de fabriek laten thuisbezorgen. Volledig geautomatiseerd.’
Straks kun je misschien online je eigen scheerapparaat naar keuze samenstellen'
Grote barrière
Ook wie echt disruptief zijn, kan niet zonder sociale innovatie, stelt Volberda. ‘Vernieuwende manieren van managen, organiseren, werken en samenwerken dragen voor 60 procent bij aan de realisatie van disruptieve innovaties. Je moet dingen anders organiseren, je mensen ontwikkelen, nieuwe wegen zoeken om je innovatie uit te rollen. Dat is voor veel bedrijven een grotere barrière dan puur de technologie ontwikkelen. Maar mijn stelling is: durf je hiërarchie overboord te gooien, dan werkt het het best. Als je oude structuren handhaaft, gaat dat je innovatiekracht tegenwerken.’
Dit verhaal staat in de meest recente printeditie van Management Team. Ben je nog geen abonnee? Vraag de huidige editie dan aan als gratis proefnummer.